Innerlijke discussies

Ik weet niet hoe het met u zit, maar blijkbaar is het niet zo dat iedereen altijd op voorhand al een innerlijke mogelijke discussie heeft.

Wat bedoel ik daarmee? Dat ik in een potentiële conflictsituatie altijd al een heel gesprek zit uit te denken, met alle mogelijke argumenten en doorgaans zelfs een stevige ruzie in mijn hoofd.

Ik geef een voorbeeld: ze zijn aan het werken op de Evergemsesteenweg hier vlakbij, en enkel plaatselijk verkeer mag door. Niet dat zich daar een kat iets van aantrekt, er rijdt een massa volk door. Altijd hoop ik dan dat er eindelijk eens politie staat die iedereen tegenhoudt en vraagt in welke zin ze plaatselijk zijn. En dat ik dan moet verklaren dat ik hier om de hoek woon en wel degelijk plaatselijk ben. Zal dat ooit nodig zijn, dat gesprek? Wellicht niet, de werken zijn al twee jaar bezig en ik ben nog nooit tegengehouden. Maar elke. Keer. Weer. Elke keer weer wanneer ik voorbij dat bord rij, zit ik me in mijn hoofd te verdedigen.

Dat is evenzo het geval wanneer ik iets moet vragen aan mijn directie en ik verwacht dat er een discussie zal zijn. Dan zit ik in mijn hoofd al alles te overdenken, dan zit dat te malen, voer ik heelder gesprekken en discussies en slaap ik daar niet van. En dan is het trouwens zelden zo dat het zo fout gaat, dat ik ook echt moet ruziemaken, en heb ik me meestal zorgen gemaakt voor niks.

Klinkt dat bekend? Is dat ook nog zo bij iemand anders? Of is dat alleen bij mij dat het nooit stilvalt in mijn hoofd?

Namen

Wanneer ik onder de douche sta, durf ik al eens filosoferen over van die idiote dingen. Zoals namen.

Hoe vreemd is dat toch dat je aan een naam – de occasionele uitzondering niet te na gesproken – meteen ook de generatie kan aflezen? Ik bedoel maar: een Koen, een Bart of een Frank zal nu rond de 50 draaien, wellicht. Antoinette, Margriet, Erna of Georgette zit naar alle waarschijnlijkheid momenteel in een rusthuis. Thomas, Davy, Stijn zijn nu ergens in de dertig, zoiets. Caroline, Katrien of Barbara wellicht in de veertig.

En uiteraard zijn er namen die opnieuw in voege komen, maar dan vaak anders geschreven: Jef wordt Zjef, Louis is Lowie, Oscar wordt vaak met een k geschreven, enzovoort. Mijn grootmoeder heet Laura, maar dan wel Lora uitgesproken.

En dan zijn er van die vreemde namen zoals de mijne. En van die evergreens zoals Matthieu, Anna, Arthur…

Ik vermoed dat daar uitgebreid sociolinguïstiek onderzoek naar gedaan is, maar ik zit me dat dan te bedenken onder de douche.

Ne mens moet iets doen terwijl hij zijn haar aan het uitspoelen is, toch?

Cogitationes

  • Om een of andere reden kan ik mijn tanden niet poetsen met mijn bril op. Echt, geen idee waarom, maar als ik mijn bril ophou – wat uiteraard gewoon kan – voel ik me extreem oncomfortabel. Ugh.
  • Vraag eens aan je Google Home om iets af te spelen van #Like me. Wij lagen hier allemaal in een deuk, want: “Ik speel Porselein van de likkemekastaf”. 
  • De meest originele reden om plots uit mijn online les te verdwijnen was vorige week toch wel deze: “Mevrouw, Ruben is offline gegaan omdat het brandt bij zijn buren.”
    Euh, say what? Gelukkig bleek alles snel onder controle te zijn. Oef.
  • Zegt een leerlinge: “Nee, ik spreek niet met een tongpunt r (we zitten in Gent he) want daar ben ik veel te lui voor, dat is veel te veel werk.”
    Juist ja.

Cogitationes…

  • Zegt een collega tegen me: “Wat gij zelf ook gedaan of bereikt hebt in uw leven, of net niet: uw kinderen zijn in elk geval de max!”
    Ik denk dat ik een halve meter groeide ^^
  • Ik verklaar leerlingen bij deze helemaal weird. Krijg ik ’s nachts om half één een mailtje van een leerling uit een andere klas – dus geen Latijn: “Mevrouw, door een van uw leerlingen heb ik zeer veel interesse gekregen in uw cursus retoriek, vooral het theoretische gedeelte dan. Is het mogelijk dat online te krijgen?”

Doorgestuurd, uiteraard. Maar hoe maf is dat zeg?

  • Uzelf wakker niezen midden in de nacht, en daar zodanig van verschieten dat ge u mega verslikt waardoor ge zelfs moet opstaan om het onder controle krijgen, ik kan dat. Yup. 
  • 52 corona-overlijdens per dag. Zegt Bart: “Zot he. Twee van uw klassen per dag die sterven aan dat virus.”
Slik.
Perspectief.

  • Avondklok in Frankrijk. Maar, beste ouders van tieners en pubers, wat als we hier nu eens voor onze pubers een ochtendklok zouden invoeren? Zou dat voor hen eigenlijk verschil uitmaken? Of zouden ze dat überhaupt erg vinden?

Cogitationes

  • Kijk, Nest, wettelijk of niet, als uw rookmelders een signaal moeten geven als de batterijen bijna plat zijn, dan moet dat niet om HALF VIER ‘S NACHTS! Serieus zeg…
  • Mijn lief: “Wanneer we naar Bordeaux gaan met de trein, heb ik drie uur gelaten in Parijs om van Gare du Nord naar Gare Montparnasse te gaan. Tijd genoeg om te eten, te wandelen (het is 6 km) en te cachen onderweg.” Ik denk dat mijn lief mij graag ziet…
  • Hmpf. In deze tijden is een allergie waarbij je stevig moet niezen, niet evident. Geloof me.
  • Ik kan niet zeggen dat ik er rouwig om ben dat het schooljaar gedaan is: die online lessen vréten energie. Maar het is toch met zeer gemengde gevoelens dat ik het schooljaar afsluit. Een stapeltje verbeteringen en eindwerken, dan terugkomdagen en deliberaties, en dat allemaal op afstand… Meh.
    Ik hoop uit de grond van mijn hart dat we in september gewoon kunnen lesgeven.
  • Een prachtig filmpje van Peter De Craene, fascinerend en rustgevend.

Enkele gedachten…

  • het aantal keer dat onze afwasmachine draait tegenwoordig, is de moeite. Eén à twee keer per dag. Tsja.
  • Ik weet weer waarom ik in het schooljaar niet game. Ik ben alweer zwaar verslaafd aan Assassin’s Creed.
  • Een nadeel aan het feit dat ik mij tijdens de vakantie niet schmink: ik zou mijn oogdruppels ’s morgens vergeten. Gelukkig tater ik mezelf wel op als ik live moet lesgeven.
  • Zoals elke vakantie: bakken respect voor mijn kuisvrouw.
  • Ik mis mijn leerlingen. Echt.
  • Een fijn compliment gekregen van de moeder van een leerling van tien jaar geleden: “Goh, als er één leerkracht is die hij zich heel goed herinnert en naar wie hij met plezier terugkijkt, dan zijt gij het wel.”
    Awel, dat doet deugd se.
  • De geur van ligusterhaag als je ’s morgens door de wijken fietst…
  • Ik heb nu al een jaar de tattoo op mijn pols, en ik verschiet er soms nog zelf van.

Een paar gedachten…

  • Vaststelling: ergens met uw tiet tegenbotsen en dat dan snelsnel afkuisen met wat water = een half uur rondlopen met een natte tiet. Nope. Ge kunt niet buiten zo.

  • Zo’n watermeloen aansnijden, da’s toch echt wel uw innerlijke psychopaat even aanspreken.

  • Lieve zanger van Bastille: uitspraak is belangrijk. Als jij zingt: “I feel my pulse quickening” en ik versta keer op keer, tot mijn aanvankelijk grote consternatie: “I feel my balls quickening” dan is het tijd voor uitspraaklessen, me dunkt.

  • “Zeg mama, altijd als ik het woord Engeland hoor, denk ik dat dat daar super eng is. Ja toch?”

  • De Sonos aanzetten, denken: “Dju dat is een goed nummer” en pas na een paar nummers doorhebben dat het niet de radio is maar mijn goed-gezind-lijst. Elke. Keer. Weer.