Bedenkingen over Saleich

* Het was er zàlig rustig. De Sisters zitten in een “buitenwijk” – lees: enkele gegroepeerde huizen – van een klein dorpje aan de voet van de Pyreneeën. Geen doorgaand verkeer, niks. De honden van de buren blaffen af en toe, en je hoort twee kerkjes. En krekels, dat ook. En verder stilte. Alleen maar heerlijke, zalige stilte, bij het ruisen van de bomen. En je verschiet je dan ook steendood als er een appeltje met een plof uit de boom valt. Echt!

* De Pyreneeën hebben blijkbaar drie golven: eerst heuvels, dan wat hogere heuvels, en dan uiteindelijk bergen met zelfs besneeuwde toppen. Die laatste zag je niet vaak omdat er ofwel heuvels in de weg lagen, ofwel omdat het zicht niet helder genoeg was.

* Vochtig. Echt, de eerste dagen was het niet gewoon pokkewarm, maar vooral ook vochtig. Mijn haar krulde voortdurend alle kanten op, en bij momenten liep het zweet me in kleine straaltjes af. Letterlijk. Na een dag of drie werd het een ietwat drogere warmte, maar toch…

* Mondmaskers zijn duidelijk verplicht binnen in de winkels, maar op bijvoorbeeld de drukke, écht drukke markt op zaterdag was het misschien de helft die er eentje droeg.

* De mensen zijn bijzonder curieus én vriendelijk: toen ik met Monica aan het wandelen was op een compleet verlaten wegje en een bepaalde bloem wilde fotograferen, stopte er gewoon een auto en de toch wel iets oudere man sloeg gezellig even een praatje. Net zoals de eigenaar van de druiven die ik fotografeerde, of de boer van wat verderop…

* Ik heb echt genoten van het huis. Ze hebben het een jaar geleden gekocht met het idee er ook een AirBNB van te maken. Hun eigen kamer is helemaal boven, met blijkbaar ook een eigen bureau, badkamer en terras. Op de eerste verdieping zijn er twee ruime kamers, een grote badkamer en een projectiekamer, en dat is volledig voor de gasten.

Beneden hebben ze de oude binnenmuren eruit gegooid zodat het één koele, open ruimte is met een zetelhoek, een eetkamer en een oude maar zeer geriefelijke keuken. Héérlijk.
Carmen heeft haar eigen modern ingerichte huisje achteraan het grote huis, eigenlijk een groot appartement waar vroeger een schuur stond. En er zijn nog tal van grote schuren waar ze voorlopig niet echt iets mee doen, maar waar wel nog een en ander mee te doen valt.

En dan is er natuurlijk ook de tuin: een grote ruime tuin met grasveld, boomgaard, een hoge half open schuur waaronder er standaard gegeten wordt, en een grote moestuin waaruit ze zowat alle verse groenten halen. Er wordt echt geleefd en gekookt volgens de seizoenen en dat smaak je.

Soit, op AirBNB zoeken naar Sisters of Saleich; het is een aanrader

* Het accent hier is heerlijk sappig, met nasale klanken en zo. Normaal gezien spreken de dames proper Frans, maar het was grappig om Eve tegen haar vader bezig te horen: meteen kwam er dat lokale accent bij. En toen vroeg ik iets aan hem, en had ik blijkbaar ook al onbewust het woord “loin” uitgesproken als “lwèng” tot algemene hilariteit.

* Wat die talen betreft: het was op den duur een gigantische mengelmoes van Frans, Nederlands en Engels. Ha ja, de algemene voertaal was Frans, maar af en toe geraakte ik toch niet uit mijn woorden en ging ik over op het Engels want ook dat verstond iedereen. En met Monica apart, of enkel met Muriel of Carmen schakelde ik ook over op het Nederlands. Mijn Frans is er in elk geval met sprongen op vooruit gegaan.

Dat ik het al een beetje mis, dat zalige Saleich.

Grotten, meren, dorpjes en familieleden: Saleich dag vier

Iets voor tienen zaten we met zijn vieren in de auto, op weg naar le Mas d’Azil, oftewel: op een uur rijden langs een serieus bochtig parcours de grootste grotten van Europa. Ze hebben er de route départementale gewoon dwars doorheen gelegd als een natuurlijke tunnel, en dat is ronduit bizar. Monica had een rondleiding geboekt door de grotten voor ons twee en Muriel en Eve reden verder naar Eves vader die zo’n tien minuten verderop woont.

Ik heb al veel grotten gezien, maar dit waren de eerste droge grotten, dus zonder stalagmieten en stalagtieten, maar wel met sporen van bewoning door de vroege homo sapiens, drie verschillende periodes zelfs. Foto’s mocht je niet echt nemen, jammer genoeg. We kregen uitleg in vijf verschillende zalen, gingen trap op trap af en wurmden ons via lage doorgangen langs verschillende resten van holenberen, wolharige mammoeten en wolharige neushoorns – ik wist niet eens dat die ooit bestonden – en een hoop andere beesten. En waren allebei toch behoorlijk onder de indruk, ja (Monica ging me nog foto’s doorsturen, die volgen later).

Eve en Muriel kwamen ons oppikken en ik reed een kwartiertje verder naar een heel mooi kunstmatig meertje, een soort kleine Blaarmeersen. Daar hebben we gepicknickt en gesiëst, en uiteindelijk ook gezwommen. Ik was dat eigenlijk niet van plan, gezien mijn rug en het absolute zwembverbod, maar toen ik even ging pootjebaden terwijl de andere drie aan het zwemmen waren, bleek het water zó warm dat mijn rug daar nu niet precies veel last van ging krijgen, zolang ik maar verticaal bleef. Enig gewurm – ik had beter een bikini meegepakt in plaats van een badpak – later genoot ook ik met volle teugen van het water. Eerlijk gezegd, ik heb dat soort temperaturen nog nooit meegemaakt in een buitenlocatie, zelfs niet in Griekenland of zo. Zalig!

Enfin, aansluitend reden we naar het bijhorende kunstenaarsdorpje Carla Bayle, waar we een koffie dronken en rondliepen voor, uiteraard, foto’s.

Daarna stopten we nog even met zijn allen bij Eves vader, een gigantisch kranige vent van in de 90 met een zalig Zuidfrans accent. Dat even werd eigenlijk al gauw drie kwartier, maar dat stoorde aan geen kanten: couleur locale en al.

Tegen zevenen waren we terug in Saleich en werd er voor eten gezorgd terwijl ik even de rug liet rusten en ondertussen mijn foto’s doornam.

Bijzonder gevulde dag, ik was doodop, maar wat een héérlijk vakantiegevoel zeg!

Oh enne… Terwijl ik bezig was met de foto’s, kreeg ik plots bezoek in mijn kamer, tot drie keer toe: Maurice la chauve-souris, ofte een klein vleermuisje. Foto’s daarvan waren niet te doen wegens donker en zo’n beestje is ook ongelofelijk snel. En compleet geruisloos, dat ook, vreemd genoeg.

Saleich – dag drie

Het duurde wel even voor we weg waren deze morgen: we (zijnde Muriel, Eve, Monica en ik) gingen namelijk met ons vieren naar Saint-Lizier om er de toerist uit te hangen. Maar blijkbaar had Muriel erover zitten denken dat ik eigenlijk toch wel zeer snel wagenziek word, en dat ik dus beter gewoon zelf achter het stuur van haar Berlingo kon kruipen. Ge hebt er geen idee van hoe gelukkig ik werd van dat voorstel: voor mij betekent dat dat ik gewoon kan functioneren in plaats van de hele dag mottig te lopen.

Enfin, tegen half elf of zo liepen we doorheen het stadje, nam ik foto’s van vanalles en nog wat, sakkerde ik omdat het niet lukte, kreeg ik vooral veel tips en slaagde ik er zelfs in om met mijn beperkte toestel foto’s te maken in de donkere kerk, enfin, kathedraal. Oh, een een prachtig bijhorend klooster.

We liepen verder rond, dronken iets op het kleine marktpleintje, zochten met zijn allen een paar geocaches en zaten daardoor pas tegen half drie thuis aan tafel met een bijzonder lekkere quiche.

Een korte siësta later kreeg ik echt theorie en oefeningen op brandpuntsafstand en vooral focus, met appeltjes op een tafel. Zeer interessant, veel bijgeleerd. En toen kreeg ik een paar opdrachten waarbij ik ben beginnen rondlopen en rondkijken.

Het was alweer dik na achten voor we aan tafel gingen, maar Eve had zich uitgeleefd op de barbecue en eendenborst gebakken, vergezeld van gekookte aardappeltjes uit de tuin, met lookboter uiteraard, en gemarineerde babycourgettes, uiteraard ook uit de tuin. Ongelofelijk lekker! En daar voegde Carmen nog een ijsje aan toe van Griekse yoghurt met rode vruchten en honing. Nee, mager ga ik hier niet worden, wel gezond.

Saleich: dag twee

Vijf over acht werd ik door heerlijke geuren naar de ontbijttafel gelokt: Carmen had pancakes gebakken, maar onder andere met ricotta. Ongelofelijk lekker!

Intussen had ik al gedoucht, want het weer is hier vooral enorm vochtig. Rond de 30 graden ’s middags, dat ook, en de zon brandt stevig, maar het is vooral de vochtigheid die het zo drukkend maakt. Laat ik even visueel verhelderen: het eerste is mijn haar bij het opstaan, het tweede na een douche en het gebruik van de haardroger en het derde na een wandeling van een uur of twee vlak voor de middag. Hmpf. Vakantiehaar, noemen ze het hier.

Bon, na het ontbijt wandelden Monica en ik naar de Chapelle de Vallatès, twee kilometer in vogelvlucht en de trotse bezitter van een geocache. Uiteraard kreeg ik ondertussen les over compositie, vluchtlijnen en vonden we eindelijk ook hoe ik die bloody autofocus van mijn toestel kon temmen. Een paar beelden van onderweg:

En toen vond Monica ook haar eerste geocache ^^

Na nog wat extra uitleg wandelden we met een omwegje terug, een goeie 5 kilometer in totaal en wellicht een halve liter zweet. Ik kan goed tegen de warmte, maar hier zweet ik er me wel te pletter bij.

Na het middageten (met gevuld brikdeeg en groenten uit de moestuin en van de markt, en een stukje taart dat Carmen nog over had van haar kraampje op de markt)

en een korte rustpauze – kwestie van de rug te laten bekomen – reden Monica en ik naar Saint-Giron, het dichtstbijzijnde stadje: er moesten kaartjes gekocht worden, koffie gedronken, foto’s genomen en geocaches gezocht, of wat dacht u? Die geocaches waren onder andere in een mooi bos met een stevige stijgingsgraad, en het was eigenlijk wel jammer dat we niet de tijd hadden om het hele rondje te doen, aangezien we toch al tot het hoogste punt waren gekomen. Maar het was zo al tegen zevenen voor we terug waren.

En toen had Monica stoverij gemaakt ter ere van de Belgische feestdag en er waren verse frieten en pruimpjes in de oven als dessert en heb ik andermaal veel te veel gegeten.

We zijn ook vooral met zijn vijven blijven zitten tot half elf of zo, daar buiten op het terras onder het hoge afdak.

Yup, vakantie.

Saleich: dag één

Kwart voor acht werd ik hier al opgeroepen: vroeg voor een vakantiedag maar er moest wel degelijk gewerkt worden. Fotografiestage, weetuwel.

Er was een rustig gezamenlijk ontbijt met ons vijven: de drie gastvrouwen, Monica en ik. En aangezien Eve geen Nederlands spreekt, is dat hier gewoon ook nog een keer een Frans taalkamp, Roeland is er niks bij.

Daarna nam Monica me mee voor een tochtje rond de plaatselijke heuvel, de Chac, doorheen de bossen, langs de weiden, om te zien hoe ik foto’s maak en vooral welke fouten ik allemaal maak. Veel, zo bleek, ik heb  dus veel marge om bij te leren. Maar ik vond dat er wel al een paar deftige beelden tussen zaten, zeker na de tips om gelaagdheid in de foto’s te steken om hen meer te doen spreken. De beste is foto van de dag geworden, maar hier zijn er nog een paar.

Er waren schitterende spring rolls als middageten, en daarna kreeg ik van Monica wat theorie en een hoop oefeningen rond ISO, sluitertijd, brandpuntsafstand en diafragma. En heb ik wel een hoop bijgeleerd. Alleen de rug wilde niet helemaal meer mee, maar bon. Ik ben dan even gaan liggen, zodat ik er weer helemaal klaar voor was tegen het avondeten: worstjes met boontjes uit de moestuin en daarna pruimentaart met pruimpjes uit de boomgaard.

En toen hadden we het plan opgevat om nog braambessen te gaan plukken maar waren we eigenlijk wat te laat weg om nog veel te zien. Maar het werd andermaal super gezellig. En mooi. En amusant. En met snapshots.

Het lijkt echt wel een vakantie met vriendinnen in plaats van een opleiding. Mooi meegenomen!

Vakantie! Duinkerke!

Om acht uur werd Wolf vakkundig in de gietende regen afgezet aan het station voor zijn scoutskamp, en om tien uur werd Kobe gedropt bij oma en opa om daar drie daagjes te blijven. Vervolgens tuften we met Merel naar Oostduinkerke, en lieten we haar breed glimlachend achter bij (mijn tante) Klaartje en (nichtje) Eva in hun appartementje aan zee. Ik weet eigenlijk nog steeds niet wie van de drie het meest straalde.

Dat betekende dat Bart en ik om kwart over elf in een Oostduinkerkse tearoom een koffie dronken, zomaar met ons tweetjes, en gigantisch uitkeken naar drie dagen vakantie zonder kinderen. Voor het eerst een nacht zonder kinderen sinds ons weekje New York in 2008, trouwens (als we dat ene daagje eind mei niet meerekenen).

In een lichte druilregen reden we blijgemoed naar Duinkerke, vastbesloten te genieten van die drie Franse daagjes vrijheid. Ik zie mijn kinderen doodgraag, maar soms, soms heeft een mens al eens behoefte aan wat tijd voor zichzelf en zijn lief, nee? De weg ernaartoe was alvast prachtig: we wilden de autostrades vermijden, en namen dus de oude wegen, die ons in dit geval langs een oud kanaal voerden, met prachtige landschappen links en rechts.

In Duinkerke was het grijs, maar regende het gelukkig niet meer. We parkeerden onder de grote markt, hopten het Office du Tourisme binnen voor een plattegrondje, en gingen eten in een drukbevolkte brasserie, wat eigenlijk altijd een goed teken is. En jawel: voor 16,40 euro had ik een gigantische Noordzeesalade, een drankje, en een café gourmand. Man, wat een heerlijke en reusachtige salade, zeg! Mijn vakantie was meteen goed begonnen^^

Duinkerke1

Duinkerke2

Ter compensatie gingen we rondlopen in de stad, en in het Office du Tourisme had men ons een havenwandelingetje aangeraden. Tsja… Zo speciaal vond ik het eigenlijk allemaal niet. Van autovrij en dus voetgangersvriendelijk was er eigenlijk geen sprake, en zo knap qua omgeving staan die gebouwen daar nu ook weer niet. Jammer!

Duinkerke3

Duinkerke4

Duinkerke5

Duinkerke6

Die boot intrigeerde me wel, en het bleek een vuurtorenboot te zijn, een van de velen die ze vroeger inzetten op de zich verplaatsende zandbanken. Wijs!

Enfin, tegen drie uur hadden we het er wel gezien, en reden we via de ‘scenic route’ richting Boulogne. En wat voor een route!