myhandicap.com

Ik schreef het al eind mei: ik droom ervan om enige erkenning te krijgen van mijn rugprobleem.

Mijn gynaecoloog zei het al, totaal onthutst over mijn verklaring van wat ik in het dagelijkse leven kan en vooral niet kan: “Gij moet u laten opereren!” Maar laat dat nu net geen optie zijn, volgens mijn rugspecialist. Alleen als het echt niet anders kan, en dan nog… Het probleem is te zwaar, zit op de totaal verkeerde plaats waar nogal wat spieren, pezen en zenuwen passeren, het risico is te groot, de revalidatie te zwaar en de garantie op succes onbestaande. Mee leren leven dus.
Maar dat is geen sinecure, vooral omdat je standaard niet ziet dat er een probleem is. Wie me kent, weet dat en houdt daar gelukkig ook rekening mee. Behalve dan bijvoorbeeld mijn oudste broer, die vond dat ik “niet zo onnozel moest doen”. Juist ja.

En meestal valt het probleem inderdaad best mee: ik kan niet lang staan, ik kan niks tillen, maar ik kan nog grotendeels mijn huishouden doen, ik kan nog voltijds werken – dankzij de meegaandheid van mijn directie en vooral de roostermakers – en ik kan een goed deel van mijn hobby’s nog uitoefenen, zij het met hier en daar wat aanpassingen en heel veel goede wil van mijn vrienden.

Maar als het echt in mijn rug schiet, dan kan ik niks. Dan kan ik met moeite van mijn zetel tot aan de tafel, en dan nog alleen met een stok, krukken of een looprek. Dan kan ik me niet douchen, of toch niet deftig, want mijn benen en voeten kan ik niet wassen. Aankleden lukt ook niet zelfstandig, al is het wonderbaarlijk wat je met wat handigheid en de krul van een wandelstok wél allemaal kan. Maar kousen en schoenen zijn een no go. Dan kan ik niet voor mijn eigen eten zorgen, want ik kan me niet buitenshuis verplaatsen, maar ook niet eens een glas water nemen, want elk gewicht is te veel. Koken lukt niet, want potten en pannen zijn te zwaar en ik kan niet lang genoeg rechtstaan. Aan werken hoef ik zelfs niet te denken.

Bon, vandaag heb ik dan een overwinning op mezelf en mijn trots behaald: ik heb net een aanvraag tot erkenning ingediend bij Myhandicap. De tab stond vijf maand open, ik kon de stap niet zetten om zwart op wit toe te geven dat ik soms compleet hulpeloos ben. En nee, ik wil geen tegemoetkoming, geen parkeerkaart, geen extra hulp of voordelen. Enkel erkenning.

Want nee, mijn lijf is niet oké.

Droom…

Soms droom ik ervan een gedeeltelijk gehandicaptenstatuut te krijgen.

Niet dat ik ook maar één euro uitkering wil of een parkeerkaart, nee, ik zou gewoon willen dat mensen mijn rugprobleem au sérieux nemen. Dat mijn bezwaar om te gaan tellen op de verkiezingen – ik kàn niet al die uren zitten – aanvaard wordt. Dat ik niet aan het zeveren ben als ik op de parking van het grootwarenhuis vraag aan iemand om alsjeblief mijn tas in de auto te zetten. Dat ik helaas niet meer mee kan naar een concert of zelfs maar een receptie als ik niet af en toe kan zitten.
Omdat het knauwt aan mijn ego van energieke vrouw dat ik dat niet meer kan, al die dingen. Omdat elke medisch geschoolde die mijn röntgenfoto’s ziet, grote ogen trekt en niet begrijpt dat ik een full time job heb en een huishouden en hobby’s.

Gewoon, dat ik aan mensen kan bewijzen dat het geen plantrekkerij is, dat achter die façade, goed humeur en grote bek wel degelijk bij momenten een hoop pijn schuilt.

En dan dank ik mijn gezin dat zij zelfs geen woord nodig hebben, dat ze aan mijn gezicht voldoende zien dat het niet gaat, dat de kinderen spontaan de volle wasmand naar beneden brengen, en komen aanlopen om de auto uit te legen als ik boodschappen heb gedaan. En dat ze mijn hoekje in de zetel waar ik languit lig, niet als een verworven recht beschouwen maar als een noodzaak.
En dank ik mijn directie omdat die me goed genoeg kennen en er rekening mee houden. En omdat ze weten als ik zeg dat ik iets niet kan, dat dat ook gewoon zo is.

En dus droom ik van zo’n gehandicaptenstatuut, gewoon omdat ik aan mensen zou kunnen bewijzen dat het echt is.