Laatste schooldag

Nee, het was hem niet, die laatste schooldag, en dat lag niet aan de school, maar wel aan Moderna. Ja maat, van de eerste prik had ik enkel een zere arm, maar deze keer was het net iets meer: gigantische koppijn, mottig gevoel en gisterenavond gewoon echt kou. Ik kon er niet van slapen, ik heb zelfs gewoon mijn elektrisch dekentje weer even geïnstalleerd.

Ik ben dan maar in bed gebleven tot negen uur en heb me dan naar school gesleept om mondelinge examens in te kijken en de leerlingen uit te zwaaien.

Tegen half twee lag ik al onder een dekentje in de zetel, en nadat ik om twee uur Merel nog naar een verjaardagsfeestje had gebracht, heb ik geslapen tot zes uur of zo. Merci, Moderna!

Maar bon, een stevige Dafalgan later stond ik op Doornzele Dries om er samen met een vijftigtal collega’s te tafelen. Ik was nog steeds niet in mijn haak en heb het rustig gehouden. Het is gelukkig niet ver van thuis, zodat ik nog op een deftig uur in bed lag.

En nu anderhalve maand efkes geen school. Oef. Ik heb het nodig.

https://vimeo.com/manage/videos/570995425

Tweede paasdag

Meestal gaan we op Pasen naar Ronse, maar dit jaar waren er enkele praktische bezwaren. Het was gisteren namelijk de Ronde, en dan is er in de buurt van Nelly geen doorkomen aan. De renners zijn zelfs langs haar deur gepasseerd, ge kunt het u dus wel voorstellen. De vorige keer dat dat gebeurde, zijn we dan maar op tweede pasen naar ginder gegaan, maar aangezien Koen en Else gaan skiën zijn, was ook dat geen optie.

Vandaag kwamen beide oudjes dan maar naar hier: Nelly had een excellente fles witte wijn mee, en Bart had dan maar voor foie gras gezorgd :-p Daarna kwam een rosbiefje, dan kaas voor de liefhebbers, een koffie met een pralinetje, en uiteindelijk een paasgebak. ’t Is dat we er mager van worden :-p

Tegen dan was het na drieën, gingen ons pa en ik nog wandelen/cachen, en ging Nelly dan maar naar huis. Ze mocht gerust blijven, daar niet van, maar dat werd misschien wel een beetje saai.

Ons pa en ik reden in Barts geruisloze auto naar Doornzele om daar een multicache te lopen, een wandelingetje van de ene kant van den Dries naar de andere kant, tot aan de molen, en dan nog wat verder. Ons pa voelde zich eigenlijk niet zo goed, maar we zijn er gelukkig wel geraakt. De geocache app ging nochtans plat, maar aangezien ik thuis al de vragen had genoteerd, kon ik via Google Maps toch nog de cache lokaliseren. Bij de Speybank werkte de app nog steeds niet, en stonden we daar te draaien.  Volgende keer beter!

Thuis dronk ons pa nog een koffietje, terwijl Merel intussen een compleet restaurantje uit de grond had gestampt.

Een heel aangename tweede Pasen ^^

Fawlty Towers

Een of twee keer per jaar lukt het om te lunchen met Annick. Af en toe komt ze wel koffie drinken, maar lunchen, dat mag al eens ietsje specialer zijn. Het Boneryck en de Koe-Vert heb ik intussen al een beetje gezien, ook al is het er keer op keer lekker.

En dus vroeg hij me wat hij zou aanraden. “Goh”, zei hij, “probeer anders de Chateaubriand in Doornzele ne keer?” Ik kende het restaurant van naam, en hijzelf had er deze zomer lekker gegeten op het terras buiten. Zone 09 gaf het zelfs een uitmuntend en had het bekroond met een Gouden Vork. Daar konden we dus niet mee misdoen, vonden we, ook al was het ietsje duurder.

Wij dus naar Doornzele, en het moet gezegd: het kasteeltje is echt wel een mooi gebouw, en blijkbaar ook een hotel.

Het was kwart voor één, en er waren nog twee andere tafeltjes bezet. Ze gingen die avond sluiten voor vakantie, vertelde de gerant ons, maar we waren uiteraard nog meer dan welkom. We bekeken het menu, en dat zag er prima uit, alleen… Annick is allergisch voor schaaldieren, en bij het voorgerecht – een stukje lotte – zat een bisque van garnalen. Geen enkel probleem, verzekerde de gerant ons, dat konden ze gewoon weglaten. Dik in orde.

We kletsten wat, en al gauw verscheen een zeer lekker soepje, iets met pompoen en gember. Voor mij zaten er garnaaltjes in, voor Annick uiteraard niet.

Even later kregen we van de ober elk een heel mooi voorgerecht.

IMG_1099

Alleen… beide borden zagen er identiek uit. Ik vroeg meteen aan de jongen:

– “Zitten daar garnalen in?
– “Neenee, mevrouw, dat is zonder garnalen!”
– “En die bisque dan?”
– “Ha ja, daar zitten wel garnalen in!”

Ik zweeg en bleef hem vragend aankijken. Waarop hij me aankeek met een blik als van een koe die naar een trein keek: niet-begrijpend en leeg.

Waarop de gerant kwam aangestoven, Annicks bord meegriste en zich verontschuldigde. Dat daar inderdaad garnalen in zaten, en dat ze meteen een ander bord gingen maken. Juist ja. Ik heb het mijne dan maar leeggegeten, en daarna kwam ook Annicks voorgerecht eraan. Zonder garnalen, met nog extra excuses. Dat die jongen er bij het hapje nog aan gedacht had, en blijkbaar bij het voorgerecht niet meer, en dat hij dat ook niet snapte, maar dat die jongen een leercontract was en niet van de snuggerste.

Annick en ik roloogden even naar elkaar, eigenlijk al bijna meer gegeneerd door de nogal bizarre excuses dan door het voorval op zich.

Helaas waren wij intussen nog de enige klanten, en vond de jongen het blijkbaar nodig om al de andere tafels te beginnen afruimen: eerst de glazen, dan het bestek, dan de tafelkleedjes… Zelfs de plaats naast ons moest er meteen al aan geloven, terwijl wij nog zaten te eten (aan een tafeltje van drie). Het gerammel was niet meteen het aangenaamste, moet ik toegeven, zeker niet toen de gerant vrolijk begon mee te doen, en ze een conversatie begonnen te houden doorheen de hele zaal…

Enfin, het hoofdgerecht kwam eraan: een vol au vent op gedeconstrueerde wijze: lekker, maar de saus mocht wat meer pit hebben, ze was nogal flauwtjes.

IMG_1102

We begonnen te eten, maar al gauw stelde ik vast dat de aangekondigde patatjes er niet bij waren. Tiens. En er werden precies ook geen aanstalten gemaakt om er te brengen. Halverwege de maaltijd maakte ik dus vrij luid de opmerking tegen Annick dat ik het raar vond dat daar niks extra bij was van patatjes of rijst of zo. Een paar minuten later kwam effectief de gerant er weer aan, met de excuses dat ze inderdaad de aardappelkroketjes waren vergeten, en dat die er nog aankwamen. En jawel, eigenlijk net voordat we klaar waren, kwam hij af met een ganse schaal aardappelbolletjes, en begon hij verwoed onze borden te vullen, in plaats van ons zelf de hoeveelheid te laten bepalen. Zó verwoed, overigens, dat er een bolletje van zijn lepel rolde. Geen probleem, zo bleek, fluks schepte hij het van de blanke tafel op, terug de kom in, en meteen in mijn bord. Hmm… En ondertussen volgenden uiteraard nog maar eens uitgebreide excuses.

Intussen werd de zaal verder opgeruimd, en werd er zowaar zelfs al met tafels geschoven. Toen de gerant nog eens langskwam met verontschuldigingen, voerde hij aan dat het feit dat ze gingen sluiten geen excuus mocht zijn, maar dat ze eerst om vier uur nog een receptie hadden voor 60 man. “Ha ja”, merkte ik op, “dat hebben we al gemerkt aan het vele opruimlawaai…” Waarop hij beloofde dat ze even gingen wachten en het stil gingen houden.

Intussen was het voor Annick en mezelf welletjes: het was er intussen zelfs ronduit ongezellig met al het opruimen, en de gladde excuses hoefden niet voortdurend herhaald te worden.

Toen de gerant kwam afruimen, bood hij ons een koffie of thee van het huis aan, maar die sloegen we beleefd af: het was genoeg geweest, en ik wilde dan liever gewoon thuis koffie drinken, in alle rust. Of hij dan echt niks voor ons kon doen, vroeg hij? Goh ja, misschien iets afdoen van de rekening, dacht ik, maar dat wilde ik voor de dooie dood niet gezegd hebben, zo trots waren we wel. Nogmaals excuses, en mocht hij ons echt niks aanbieden? Echt niet?

We vroegen gewoon de rekening, en die kregen we ook: 26 euro per persoon voor het eten, 4,50 euro per halve liter water. Zonder korting. De rekening werd gebracht in een mooi houten doosje met een assortiment snoepjes erin. Annick nam er een koffiespek uit (die met die arabier op), en dat had de gerant gezien: “Ahhh!” riep hij uit, “toch nog iéts waarmee ik u een plezier kan doen!” Hij liep naar de kast, haalde daar een ganse doos van die snoepen uit, grabbelde een ganse poot, en dumpte die heel onceremonieel in Annicks sacoche. En terwijl ik mijn portefeuille weg stak, volgde ook bij mij een ganse poot van die snoepen. En ik lust die geeneens…

Enfin, wij zijn buitengekomen, naar de auto gestapt, en beginnen gieren van ’t lachen… Wat was me dat, zeg? Verborgen camera? Sorry voor Alles?

Soit, het kan best zijn dat het restaurant een goeie naam heeft, met positieve besprekingen en zelfs een Gouden Vork, maar ik denk niet dat ik hier nog terug kom. Allez, misschien eens op het terras in de zomer. Iedereen kan wel eens een off-day hebben, maar dan nog.

Man man man…

Gelukkig was thuis de koffie heel lekker, met de juiste ingrediënten, en in alle rust. Oef.

Heen en weer, heen en weer, nog een keer…

Kobe was al om half acht wakker, maar Merel en Wolf heb ik wakker gemaakt om kwart voor twaalf, zodat ze nog even op hun positieven konden komen voor we aan tafel gingen. Er hing intussen al een was te wapperen, en ik had al genoten van ons eigen huisje. Bart had er plezier in gevonden om voor het eerst in zeven weken nog eens zelf de boodschappen te kunnen doen en te koken, en ik kan niet zeggen dat ik daar rouwig om was :-p

Na het eten haalde Kobe de plasticine boven: hij wilde echt al eens proberen of hij die figuurtjes uit het museum in Heraklion kon namaken, maar plasticine is nu niet echt stevig… Maar een kommetje lukte gelukkig wel.

Tegen half vijf stak ik de kinderen in de auto, en reden we naar het veer van Langerbrugge:

om tien minuten later het veer van Terdonk terug te nemen, echt wel volop in havengebied.

Ik moest namelijk twee rugzakjes van Stad Gent en een paar rubberlaarzen maat 37 afhalen aan het Veer van Terdonk, en dan vond ik dat we meteen maar de veren konden nemen, da’s de helft van de leute.

We reden terug via Doornzele Dries naar de R4, en mijn euro viel dat het net Weight Watcherscursus was, die waar ik vroeger zo lang naartoe ben gegaan, tot de rugby een stokje in de wielen kwam steken. Ik parkeerde, liet de kinderen op de speeltuin spelen, en deed een klapke met mijn coach. Het deed toch wel deugd haar nog eens terug te zien, en ik heb eigenlijk echt de cursussen nodig.

We passeerden nog even langs de speelgoedwinkel om Pronto (van die luchtdrogende klei) op te halen, en Kobe zat te glunderen. Maar dat zal toch voor morgen zijn!

Na het eten zijn Wolf en ik nog naar de Blaarmeersen gereden om beide jongens in te schrijven voor een nieuw jaartje rugby. Ze kijken er allebei heel erg naar uit! Van Merel weet ik echt nog niet of het zal lukken: ze zegt van wel, maar we gaan het nog even afwachten. Voor mij zou het mooi zijn, want dan kan ikzelf intussen wandelen of skeeleren. Maar bon, we zien dat dan wel weer in september.