Gezapige, maar gezellige zaterdag

Aangezien geen van beide jongens fit genoeg was voor een rugbymatch, toog ik met Wolf richting ’t stad: hij naar zijn muziekles, ik met mijn Kindle naar Café Labath voor een koffie. Veel plaats was er niet meer, dus ging ik aan een tafeltje naast dat van een iets oudere heer zitten, die ook een ereader voor zich liggen had. Spontaan sprak hij me aan over de mijne, en voor we het goed en wel wisten, zaten we verwikkeld in een druk gesprek over boeken, online bibliotheken, aan te raden detectives (blijkbaar is de Franse reeks 10/18 een prima richtlijn), en zat ook zijn vrouw enthousiast mee te volgen. We wisselden emailadressen uit, en ik leende hen prompt een boek, en toonde hoe ze formaten konden wisselen, zodat ook Amazonboeken op Tolino te lezen zijn en zo. Het gesprek meanderde alle kanten op, tot ze zich plots het uur realiseerden, want ze wilden nog naar het S.M.A.K. We zeiden salu, hij ging afrekenen, en in het passeren kwam hij snel met een grote grijns melden dat mijn koffie betaald was! Fijne, fijne mensen! En meteen was het uur dat ik ging lezen zo goed als om. Ik bestelde een warme choco voor Wolf, hij kwam die opdrinken, en we liepen nog samen even ’t stad in op zoek naar een stevige zwarte broek. Ah ja, hij mag voor het eerst mee naar een volwassenenlarp, een Omen mini, en daar moet hij echt wel deftige kleren voor hebben, en een jeansbroek just will not do.

We vonden een en ander, liepen nog de parfumwinkel binnen om mijn nieuwjaarscadeau in te wisselen – ik rook er trouwens helemaal niks. Bevreemdend! – en repten ons naar huis, waar Bart voor ons had gekookt.

Tegen drie uur stonden Merel en ik in de Sint-Godelievekerk: alle eerstecommunicanten waren uitgenodigd voor de viering – geen eucharistie – van Lichtmis, en vooral: Merels beste vriendinnetje (na Lieze) Julie werd er gedoopt. Het was wel grappig, want we hebben een nieuwe pastoor, die deze kerk duidelijk nog niet kende. Ik ben bijvoorbeeld op zoek gegaan in de sacristij naar vers water voor de doopvont, en naar doopkaarsen, maar het chrysma was onvindbaar. Tsja.

De namiddag gleed voorbij, en tegen vijf uur waren Marie-Julie en Alexander hier, Jeroens kinderen. Die bleven logeren, en iedereen stond hier al op voorhand te popelen. Er werden gigantische kastelen gebouwd, waarbij de meisjes de prinsessen waren.

En ’s avonds, toen werd er in pyjama met chips en fruitsap naar een film gekeken. En daarna nog steeds een pak gegiecheld en gebabbeld, tot Bart vond dat het welletjes was. Ik vrees dat ze allemaal niet echt veel geslapen hebben, maar wat een fijne dag…