Rice Krispie plaktoestand

Op oudejaarsavond ging Kobe met een reeks vrienden van kaasplankje doen op de scouts. Gezellig, geen werk aan, lekker, en gemakkelijk. En als dessert ging iedereen iets meebrengen.

Op maandagavond om elf uur stond Rhune hier dus nog aan de deur voor een pakje boter – hij had eerst een berichtje gestuurd hoor – want hij was koekjes aan het bakken en had niet genoeg boter in huis. Juist ja.

Kobe had het nóg simpeler aangepakt: “Mama, zou jij iets willen maken? En we hebben toch nog een mega doos Rice Krispies die papa gekocht had voor het afwerken van een dessert voor kerstmis, en niemand hier eet dat graag, dus zou je soms van die Rice Krispie Treats willen maken, zo met die marshmallows?” Euhm. Ja dus, want hij moet studeren en ik heb vakantie.

Gelukkig dat Rhune die boter was komen lenen, want die mocht dus vandaag om een nieuw pakje voor mij – dat had ik nodig – en kon meteen dan extra marshmallows meebrengen. Awel, in één zo’n schaal zit dus een half pakje boter, bijna een heel pak Rice Krispies en twee en een half pak marshmallows. Van die grote. En dat is alles.

Op zich is dat nog niet zo erg, maar

1. ge moet daar geduld voor hebben. Die dingen smelten pokketraag
2. dat plakt als een mother*****. Maar echt!
3. Dat. Plakt. Zelfs aan uw vingers krijgt ge dat er niet af. Zelfs niet als ge daar stevig aan lekt, ge moet dat er eigenlijk af knabbelen.

Gelukkig had ik een paar tips gelezen: als ge dat in een schaal giet om af te koelen, vet die schaal dan eerst goed in. En als ge een spatel gebruikt om dat boeltje plat te duwen, vet die spatel eerst goed in met olie. En als ge dan nog uw vingers gebruikt om dat wat effen te krijgen, maakt uw vingers goed nat. Dat is zowat het enige dat helpt.

Bon, het was lekker en het was meer dan in orde. Maar of ik dat nog eens ga maken? Het zal toch moeten zijn op een dag dat ik me bijzonder geduldig voel. En wanneer dat dat zal zijn, die vraag stel ik me ook zelf.

Maar echt.

Wafelkommetjes

In juni had ik nog eens geschreven over de ragfijne wafeltjes die ik dankzij Edwin kon bakken.

Toen hadden we eigenlijk vooral een probleem met het feit dat je, als je er ijshoorntjes van wil maken, ze rond de roltuut – de plastieken kegel -moet draaien als ze nog gloeiend heet zijn en dat het echt een kwestie van seconden is. Maar met een ovenwant aan lukt het niet, en wachten tot ze afkoelen is ook geen optie, want dan zijn ze keihard en kan je ze niet meer oprollen.

Kobe was gestraft gisteren – slechte punten leveren hem een computerloze dag op, want het is niet van niet kunnen, maar van niet maken of een andere slordigheid – en bakte dus met alle plezier nog eens van die wafeltjes. En stelde toen vast dat je met een vork dat wafeltje wel perfect kunt draperen in een kommetje en het dan netjes modelleren, zodat je van die wafelkommetjes hebt, zonder je vingers te verbranden. Hij maakte er meteen genoeg van voor een vieruurtje vandaag, en ik kocht er meteen vanille-ijs bij, een blik fruitsla (of vers fruit voor wie dat wilde) en een bus slagroom.

Je had ze moeten zien glunderen vandaag. Echt. Ja, Kobe is wel de bakker hier in huis.