Ontroerend Goed speelt “Fight Night”

Met de cultuurcel van school zat ik vanavond dus niet op de repetitie van het koor – wat nochtans eigenlijk wel nodig was –  maar in Sleidinge, in CC De Stroming voor de voorstelling “Fight Night” van Ontroerend Goed.

De perstekst is eigenlijk vrij verhelderend:

Een politieke verkenningstocht vermomd als interactief, theatraal spel. De kandidaten strijden op het podium om de sympathie en de stem van het publiek. Het publiek, gewapend met een stembakje, beslist wie blijft of gaat, maar raakt verwikkeld in een steeds complexer, ondoorzichtiger systeem van regels en manipulaties. Alle tactieken en strategieën zijn veroorloofd om de eindoverwinning te behalen.

Vijf spelers. Vijf rondes. Jouw stem. Eén over­levende. De inzet: je aandacht, je goed­keuring, je zwakke plek, je leedvermaak, je steun, je oordeel.

We helpen je beslissen met polls, stemwijzers, coalities, campagnes, debat­ten, exit polls en opiniepeilingen. We zorgen ervoor dat de beste niet wint.

‘Fight Night’, gecreëerd in 2013, reisde al de hele wereld rond. ‘Fight Night’ is één van de populairste voorstellingen uit het Ontroerend Goed-repertoire en wordt voor het verkiezingsjaar 2024 in een nieuw kleedje gestoken, klaar om het publiek opnieuw te laten stemmen. 

Geen idee in hoeverre dit doorgestoken kaart was, maar ik denk dat er gewoon meerdere spelmogelijkheden zijn, zo zit Ontroerend Goed wel in elkaar. Iedereen had inderdaad een stembakje en werd regelmatig gevraagd een stem uit te brengen op één van de vijf kandidaten, op basis van een mening of zelfs gewoon maar uiterlijk. Maar het was niet altijd degene met de meeste stemmen die zomaar verder ging: iemand die op de tweede plaats stond, werd genadeloos weggestemd omdat de anderen een coalitie aangingen, dat soort dingen. Zoals het er ook echt aan toegaat in ons politieke systeem dus.

Op een bepaald moment werd gevraagd dat iedereen die niet akkoord ging met het systeem, zou weigeren een stem uit te brengen, en dan ook naar voor te komen. Hen werd uitgelegd dat ze nu buitenspel stonden, aangezien ze niet wilden stemmen. De meeste van onze leerlingen zaten daarbij en trokken grote ogen toen hen verzocht werd de zaal te verlaten. Ha ja, ze stonden buitenspel. Het einde van het stuk hebben zij dan ook niet gezien, ze kwamen pas weer binnen na het applaus.

Ja, ik denk dat het het publiek en dan vooral ook onze leerlingen aan het denken heeft gezet. Allez, hoop ik toch, want het is ook echt wel nodig.

Een geëngageerd stuk dus, en de moeite zeker waard.

Foreshadow

Eigenlijk had ik geen kaarten voor deze voorstelling van de Cultuurcel, maar een collega moest verstek geven en ik was de eerst aangewezen vervanger. Ik zei niet nee.

Ik heb daar zó hard geen spijt van gehad! De perstekst schreef het volgende:

Op de tonen van experimentele rockmuziek bewegen acht acrobaat-dansers zich als tandwielen van een collectief lichaamsmechaniek. Samen gaan ze op zoek naar quasi onmogelijke balansen en dagen elkaar én de zwaartekracht uit.

Met de strak georchestreerde chaotische bewegingslandschappen van Foreshadow zet Alexander Vantournhout een nieuwe stap in zijn onderzoek naar de relaties tussen zwaartekracht, beweging, balans en ruimtelijkheid. Naast de vloer, die in SCREWS en Through the Grapevine telkens een prominente rol kreeg, wordt nu ook de muur een danspartner.

Ik wist dus niet goed wat te verwachten, en als ik eerlijk ben: de eerste tien minuten vreesde ik het ergste. Zonder muziek bewogen de acht dansers (acrobaten? Acrogymnasten?) zich in vaste patronen, met heel veel draaibewegingen en telkens ook tegen de muur botsend, bijna als een caleidoscoop. Vreemd.

Geleidelijk aan kwam er muziek opzwellen, maar of dat een verbetering was, dat laat ik in het midden. Mij leek het eerder free jazz dan experimentele rockmuziek en ik kreeg er koppijn van, iets wat de leerlingen achteraf ook bevestigden. Gelukkig kwam er ook nog andere muziek aan te pas. Maar beetje bij beetje werden de bewegingen complexer en gewaagder, tot ik op een bepaald moment met open mond zat te kijken. Dit kón toch niet? Kan een menselijk lichaam dit aan? Hoe kom je in hemelsnaam op zo’n choreografieën, en hoe gek moet je zijn als danser om die ook nog te willen uitvoeren? De vergelijking met een ingewikkelde mechanische constructie is niet te vergezocht, geloof me, en de dansers moeten vooral een grenzeloos vertrouwen in hun eigen lichaam én in dat van hun mededansers hebben. Af en toe hoorde je het publiek collectief naar adem happen en dacht je dat het nu toch gegarandeerd fout zou lopen. Maar nee, foutloos – of zo kwam het toch over – sprongen, tuimelden, hingen en dansten de acrobaten zich doorheen het stuk.

De staande ovatie na afloop was dan ook niet verwonderlijk: dit toont een meesterlijke beheersing van het menselijk lichaam en het aftasten van de grenzen ervan. Chapeau!

Concert in de Bozar

Ik ben en blijf fan van de Cultuurcel van onze school: had ik meer tijd en energie – ik doe wel al behoorlijk wat voor de school buiten mijn lesopdracht – ik zou zelf mee in de organisatie willen zitten. Maar nu ga ik gewoon zo vaak mogelijk mee, als mijn agenda het toelaat en er nog tickets beschikbaar zijn, want de leerlingen krijgen voorrang. Uiteraard.

Vanavond stond ik zo met 37 collega’s en leerlingen, waaronder Kobe, in de Bozar voor het Belgian National Orchestra. We waren er al om 19.00 uur, want wanneer je als schoolgroep een concert bijwoont, is het een vereiste van de Bozar dat je ook een inleiding meepikt. En ja, dat is best wel interessant. Een jonge dramaturg van het Operaballet Vlaanderen mocht dirigent James Feddeck interviewen en deed dat met verve.

Jammer genoeg mochten we daar voor het concert zelf niet blijven zitten, maar onze plaatsen waren ook nog steeds meer dan uitstekend. En het concert?

Eerst was er het Concerto voor cello en orkest, op. 85 van Edward Elgar, met de jonge Anastasia Kobekina op een Stradivarius. En man, wat een présence! Wat een vuur! Wat een passie! Ze smeet zich vol overgave op de muziek, uit het hoofd, en greep het hele publiek meteen bij de keel. Prachtig.

Na de pauze was er Symfonie nr. 5, op. 82 van Jean Sibelius, een tijdgenoot van Elgar. Dit is misschien iets minder toegankelijke muziek, maar ook hier genoot het publiek duidelijk, niet in het minst onze eigen leerlingen.

Een meer dan geslaagde avond, en dat kon ook Kobe beamen.

Gaïsha in concert

Toen de Cultuurcel dit concert van Gaïsha aankondigde, schreef ik me meteen in, zonder achtergrondkennis. Ik vertrouw mijn collega’s daarin: als ze iets kiezen, zal dat wel oké zijn. Ik wist dan ook absoluut niet wat ik moest verwachten, daar in de Centrale. Toen we daar toekwamen tegen acht uur, was er amper vijf man en een paardenkop, maar bleken er ook geen stoelen te zijn. Ach ja… Er waren een soortement lage podia aan de zijkant, zo’n meter breed, waar je op kon gaan zitten. Alleen waren die al volzet, maar iemand van de zaal kwam vragen of ze nog wat plaats voor mij konden maken, omdat een fijne collega een stoel voor me was gaan vragen. Ik verzeilde naast een zeer sympathiek koppel waarmee ik alras een gesprek begon, zij fervente concertgangers bleken met een zoon in het vierde jaar Latijn van het GO! atheneum Gentbrugge, en we elkaar uiteindelijk gewoon ook trakteerden op een drankje.

En het concert? Euh, verbluffend goed, mag ik stellen. Zangeres Aïsha Haskal omringt zich met een schare rasmuzikanten om zo’n een staalkaart aan genres te brengen, telkens met haar typisch oosterse zangstijl, al kan en wil ze haar rapverleden niet verbergen, zoals ze zelf zei. Wat een stem, wat een energie, wat een positiviteit! Het concert ging van typisch Marokkaanse muziek over een Grieks treurlied naar een Frans-Arabische funky song in de stijl van Serge Gainsbourg, tot zelfs reggae en pure rock’n’roll. De meeste nummers waren in het Marokkaans, maar ook veel Frans, Nieuwgrieks, Italiaans, enfin, alle mogelijke talen en culturen kwamen aan bod, maar vrijwel altijd met een funky sausje.

Ik heb het grootste deel van de avond gezeten – de rug wil niet echt mee de laatste tijd –  maar op een bepaald moment ben ik toch gaan dansen: de muziek was té aanstekelijk en de beweging deed mijn rug echt wel goed.

Samengevat: een zeer fijne avond met rasartiesten en een klassezangeres. Mochten ze ergens bij u in de buurt optreden: een aanrader.

“De zaak Shell” van Anoek Nuyens & Rebekka De Wit & De Nwe tijd & Frascati

Afgelopen woensdag sprong ik zo rond half acht op mijn fiets om tegen kwart voor acht aan het NTGent te staan. Er was immers nog een plaatsje over bij de Cultuurcel, en dus ging ik met graagte naar het theater.

Voor de schoolwebsite – dat zal pas later gepubliceerd worden – schreef ik er het volgende over:

Op woensdag 19 oktober tekende een hele groep leerlingen samen met een handvol leerkrachten present op het Sint-Baafsplein voor de tweede activiteit van de Cultuurcel: “De zaak Shell”.

De site van het NTGent schrijft het volgende:

“Theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit bezochten aandeelhoudersvergaderingen van multinationals, lazen speeches en interviews van Shell, ploegden akkoorden en beleidsnota’s van overheden door en noteerden stelselmatig de opmerkingen van hun ooms en buurmannen zodra er tijdens het kerstdiner over de klimaatcrisis gesproken werd.

Aanleiding is een echte rechtszaak die nu loopt en aangespannen is door een groep ngo’s tegen de oliegigant. Inzet van de zaak: Shell dwingen hun bedrijfsvoering radicaal te veranderen. Het verweer van Shell? Niet wij, maar de consument moet veranderen.”

Het stuk valt dan ook onder de noemer documentair theater. Als ik heel eerlijk ben, zag ik het bij het begin van het stuk niet meteen zitten: Anoek Nuyens komt uitleggen waarom zij en Rebekka het stuk hebben geschreven en geven het uiteraard meteen een politiek kantje. Ik had op een avondje vertier gerekend en keek een beetje op tegen een politiek statement. Maar beetje bij beetje begon het stuk me te intrigeren tot ik volledig werd meegesleept in het, welja, verhaal.

De scène is heel eenvoudig een vierkant verhoogd platform dat daardoor een beetje de indruk wekt van een boksring. Een voor een komen de verschillende standpunten aan bod met telkens bijzonder goede argumenten. Als eerste krijgen we een uitstekende Michaël Pas die de gigant Shell vertegenwoordigt als CEO. Misschien krijg je niet meteen sympathie voor het personage, maar dan toch op zijn minst begrip, zelfs voor zijn exorbitante salaris. En zo komen alle aspecten van de zaak aan bod door middel van verschillende personages: de consument, de politica, de burger, de jonge klimaatactivist die ook effectief een jongedame blijkt te zijn die gaan betogen is en zelfs gearresteerd is tijdens een van die acties.

Het is een documentaire en toch bijzonder aangrijpend: uitstekend gebracht en goed geschreven zet het stuk je vooral aan het denken. Dit is geen vrijblijvend theater, en daar waren onze leerlingen het ook over eens. Je wordt er niet meteen vrolijk van, maar gelukkig zaten er ook bijzonder grappige en spitsvondige momenten in het stuk.

Al bij al een geslaagde avond voor de Cultuurcel, daar was iedereen het over eens.

Wie gaat mee naar Senne Guns?

Yup, Senne is een oud-leerling van onze school en komt zijn nieuwe voorstelling – eerder cabaret dan muziek, stijl Kommil Foo – bij ons op school  try-outen op 9 november. 10 euro per kaart, fijn volk gegarandeerd.
Wie gaat mee? Laat me iets weten, en ik zorg voor de kaarten.

Meer info hier op de schoolwebsite.

Strange Comedy

Per semester gaat de Cultuurcel van onze school naar drie voorstellingen. Blijkbaar was er niet zo’n enthousiasme voor de voorstelling van vanavond in CC de Stroming in Sleidinge, en dus hadden de organisatoren gevraagd, aangezien ze nogal wat tickets over hadden, of we geen zin hadden om mee te gaan. Goh, de website beloofde een mix tussen circus, illusies en humor, dus waarom niet? Ik schreef Wolf, Kobe en mezelf in.

Tsja…

Laat ons zeggen: de afwezigen hadden gelijk. Hmpf.

Ik heb er daarstraks, na de voorstelling, nog een recensie van geschreven voor de schoolwebsite, hier te lezen.

 

 

Armida

Eigenlijk hou ik wel van opera. Alleen geraak ik daar nooit, net zoals het er eigenlijk nooit van komt om naar het toneel of een concert te gaan. Want ja, gedoe met babysits, en als er dan iets tussenkomt, en goh, tickets reserveren, ik stel dat dan altijd uit… U kent het wel. Daarbij komt ook nog het feit dat opera toch wel pokkeduur is, net zoals ballet.

Toen de cultuurcel van onze school dan ook aankondigde dat ze naar de opera zouden gaan, en schitterende plaatsen hadden kunnen regelen voor een klein prijsje, schreef ik me onmiddellijk in. En jawel, ik mocht zelfs mee!

Voor school schreef ik er een verslag over voor de schoolwebsite.

Maar hier kan ik uiteraard een heel eigen mening zetten. Ik heb ervan genoten, echt waar. Maar eigenlijk heb ik bijna nog meer van genoten van het feit dat onze leerlingen blijkbaar bijzonder aangenaam verrast waren en ook een schitterende avond beleefden. Heerlijk om zestienjarigen zo te zien genieten van dergelijke muziek.

Maar hoe was het stuk zelf eigenlijk? Wel, er is duidelijk een goeie reden voor dat de opera ‘Armida’ van Rossini niet vaak opgevoerd wordt, en dat ligt aan het libretto. Zelden zo’n rommelige plot gezien, en in operacontext wil dat al wat zeggen. Bepaalde stukken waren compleet van de pot gerukt, en vaak vroeg je je af wat dit er nu plots weer kwam bij doen. Eigenlijk is het verhaal vrij simpel: Godfried van Bouillon wil met zijn legers Jeruzalem innemen, wanneer prinses (en tovenares) Armida steun komt vragen om haar eigen stad opnieuw te veroveren (maar het is een plot om de strijdkrachten te verzwakken of zoiets). Ze wil daarbij onder andere de dappere kapitein Rinaldo, die ze blijkbaar al van vroeger kent. Ze verleidt hem, en daardoor komt het tot een discussie met ene Gernando, die sneuvelt in het daaropvolgende gevecht. Rinaldo vlucht met Armida, vergeet zijn krijgersverleden, en gaat volledig op in de liefde, in een soortement sprookjesbos, volledig onder de magische controle van Armida. Maar dan komen twee strijdmakkers hem redden, en met behoorlijk wat moeite – en aria’s – krijgen ze hem mee. Armida zweert wraak.

Rossini neemt twee en een half uur de tijd om dit verhaal uit de doeken te doen, en de regisseur zweert bij een vrij oubollige regie, compleet met theatrale clichégebaren die je je altijd wel bij een slechte opera voorstelt. De decors waren soms ingenieus, maar vaker ook… goh, ouderwets?

Maar, en daar draait het bij een opera toch grotendeels om, de muziek was prachtig! Chapeau voor zowel Enea (de naam alleen al) Scala en Carmen Romeu, de hoofdrolspelers. Maar ik ben vooral als een blok gevallen voor de prachtige tenor van Robert McPherson (te beluisteren op Spotify). Wat. Een. Stem. Fantastisch!

Ik had dus een prachtige avond, doorspekt met de nodige what-the-hell-momenten, en vooral met prachtige muziek. Een aanrader.