De laatste fagotles

Kobe had nog één fagotles, de laatste van drie échte lessen die konden doorgaan. De vorige keer had ik repetitie op school en had Bart hem gebracht en van de extra voordelen genoten, zijnde een koffie op het terras van de Labath. De keer daarvoor had ik zelf intens genoten ^^

Vandaag was Merel gewoon meegekomen: eerst samen iets drinken in de Labath, en dan met Kobe nog even wat kampspullen kopen en een ijsje eten. Dat leek niet alleen een goed plan, dat was het ook.

De laatste keer, helaas. Het vervolg zal voor in september zijn.

Een. Latte. Op. Een. Terrasje!

Kobe moest deze middag voor het eerst weer naar de fysieke fagotles, om drie uur. Aan de Poel, niet in Evergem. Het was wel met mondmasker, aanmelden, handen ontsmetten, voorbij de warmtethermometer, en dan wachten op de binnenkoer tot je ook werd opgehaald door je leerkracht, maar het bleef wel een échte, fysieke les.

En voor mij was het een half uurtje wachten, maar, zoals de Labath het ook zelf stelt: er zijn nog zekerheden. Je mag niet binnen zitten, maar buiten hebben ze een heel fijn terrasje gemaakt, en de bekertjes en zo zijn biologisch afbreekbaar. Ik had totaal geen tijd gehad om te eten – les tot kwart na één en dan nog wat geschilderd in mijn lokaal, tsja – en dus nam ik me er een heerlijk stuk taart bij bij wijze van middageten.

En geloof me: ik heb ervan genóten. Van zomaar een koffie op een terrasje, het voelde gewoon normaal aan.

Gezapige, maar gezellige zaterdag

Aangezien geen van beide jongens fit genoeg was voor een rugbymatch, toog ik met Wolf richting ’t stad: hij naar zijn muziekles, ik met mijn Kindle naar Café Labath voor een koffie. Veel plaats was er niet meer, dus ging ik aan een tafeltje naast dat van een iets oudere heer zitten, die ook een ereader voor zich liggen had. Spontaan sprak hij me aan over de mijne, en voor we het goed en wel wisten, zaten we verwikkeld in een druk gesprek over boeken, online bibliotheken, aan te raden detectives (blijkbaar is de Franse reeks 10/18 een prima richtlijn), en zat ook zijn vrouw enthousiast mee te volgen. We wisselden emailadressen uit, en ik leende hen prompt een boek, en toonde hoe ze formaten konden wisselen, zodat ook Amazonboeken op Tolino te lezen zijn en zo. Het gesprek meanderde alle kanten op, tot ze zich plots het uur realiseerden, want ze wilden nog naar het S.M.A.K. We zeiden salu, hij ging afrekenen, en in het passeren kwam hij snel met een grote grijns melden dat mijn koffie betaald was! Fijne, fijne mensen! En meteen was het uur dat ik ging lezen zo goed als om. Ik bestelde een warme choco voor Wolf, hij kwam die opdrinken, en we liepen nog samen even ’t stad in op zoek naar een stevige zwarte broek. Ah ja, hij mag voor het eerst mee naar een volwassenenlarp, een Omen mini, en daar moet hij echt wel deftige kleren voor hebben, en een jeansbroek just will not do.

We vonden een en ander, liepen nog de parfumwinkel binnen om mijn nieuwjaarscadeau in te wisselen – ik rook er trouwens helemaal niks. Bevreemdend! – en repten ons naar huis, waar Bart voor ons had gekookt.

Tegen drie uur stonden Merel en ik in de Sint-Godelievekerk: alle eerstecommunicanten waren uitgenodigd voor de viering – geen eucharistie – van Lichtmis, en vooral: Merels beste vriendinnetje (na Lieze) Julie werd er gedoopt. Het was wel grappig, want we hebben een nieuwe pastoor, die deze kerk duidelijk nog niet kende. Ik ben bijvoorbeeld op zoek gegaan in de sacristij naar vers water voor de doopvont, en naar doopkaarsen, maar het chrysma was onvindbaar. Tsja.

De namiddag gleed voorbij, en tegen vijf uur waren Marie-Julie en Alexander hier, Jeroens kinderen. Die bleven logeren, en iedereen stond hier al op voorhand te popelen. Er werden gigantische kastelen gebouwd, waarbij de meisjes de prinsessen waren.

En ’s avonds, toen werd er in pyjama met chips en fruitsap naar een film gekeken. En daarna nog steeds een pak gegiecheld en gebabbeld, tot Bart vond dat het welletjes was. Ik vrees dat ze allemaal niet echt veel geslapen hebben, maar wat een fijne dag…