Buitenklas

Elk jaar schrijf ik er wel eventjes over, en elk jaar ben ik er weer even opgetogen over: de mogelijkheid om buiten les te geven.

Vandaag ben ik ook weer buiten gegaan met mijn zesdes: ze zijn maar met een handvol en het was gewoonweg zalig.

Fijne, fijne dag

Vandaag heb ik er echt gewoon carpe diem van gemaakt. Als in: doen wat je moet doen, maar op de leukst mogelijke manier.

Er was om te beginnen de twee uur les in het zesde. Momenteel zijn we bezig met Antieke Filosofie, en dus trokken we naar de buitenklas. Soms heb ik mijn bord nodig voor de meest bizarre tekeningetjes en grafieken, maar niet vandaag. Vandaag had ik de zon nodig, gewoon om Plato’s allegorie van de grot te kunnen uitleggen.

En na de pauze liepen we het park in. Da’s dus echt zalig aan onze school: we liggen naast een groot veld en een fijn bos. Daar kon ik me volledig aan de categorieën en substanties, oorzaken, δυναμις en ενεργεια van Aristoteles gooien, compleet met zijn peripatetische methode.

Toen was er nog een uur toezicht bij blijkbaar een van de zwaarste klassen van de school, maar gelukkig heb ik mijn reputatie mee en waren ze lammetjes. Tegen één uur kon ik me met een bord eten naar de muziekrepetitie reppen, waar ik na een kwartier alweer wegliep voor een klastitularisonderonsje met de directie. Ik heb ondertussen dan maar mijn bord leeggegeten ^^ Toen volgde nog een les met de tweedes – altijd een uitdaging, maar altijd fijn – gevolgd door nog een stukje repetitie, en daarna repte ik me naar huis, waar op het moment dat ik binnenkwam, de koffiemachine aansloeg. Ik had tegen half vijf namelijk afgesproken met Jesse, en die was ietsje te vroeg. Hij was al koffie aan het zetten en zijn taartjes uit aan het halen. De vorige keer was ons koffiemomentje gewoon veel en veel te kort geweest, en dus kwam hij nu een uur of twee kletsen. En dat is precies wat we gedaan hebben, relaxed, gezellig, met een stukje taart en een paar koffies, en veel blabla.

Dit zijn zo van die volle, maar op een of andere manier toch relaxte dagen.
Carpe diem, Horatius had wel een punt, ja.

Pokkeheet op de motor, zalig koel in de binnentuin

Meer dan dertig graden in september, nu vraag ik u. Serieus zeg!

Ik trok gisteren rond half twaalf sokken, laarzen, handschoenen en een dikke jas aan – tsja, verplicht bij wet – en zweette me steendood bij het uithalen van de moto. En zelfs op het machien zelf bleef het verschrikkelijk warm. Man toch! Ne mens moet er wat voor over hebben, als hij met de moto wil rijden in dit soort weer. En dat rijden op zich is niks, maar sta maar eens in volle zon een paar minuten voor het licht?

Aan de andere kant is er sinds vorige lente een heuse buitenklas op school. Nu ja, meer dan een paar stevige picknicktafels in de binnentuin is het niet, maar da’s meer genoeg voor bepaalde lessen met hogere jaars, als je geen bord of beamer nodig hebt. In dit weer is het er zalig zitten in de schaduw van de bomen, en met de kleine klasjes van achttien leerlingen lukt het net. Ik heb de buitenklas al gereserveerd voor elk uur met mijn vijfdes en zesdes deze week. Daarna zal ’t snel gedaan zijn met de lol, vermoed ik, maar in dit weer? Machtig gewoon!