Foreshadow

Eigenlijk had ik geen kaarten voor deze voorstelling van de Cultuurcel, maar een collega moest verstek geven en ik was de eerst aangewezen vervanger. Ik zei niet nee.

Ik heb daar zó hard geen spijt van gehad! De perstekst schreef het volgende:

Op de tonen van experimentele rockmuziek bewegen acht acrobaat-dansers zich als tandwielen van een collectief lichaamsmechaniek. Samen gaan ze op zoek naar quasi onmogelijke balansen en dagen elkaar én de zwaartekracht uit.

Met de strak georchestreerde chaotische bewegingslandschappen van Foreshadow zet Alexander Vantournhout een nieuwe stap in zijn onderzoek naar de relaties tussen zwaartekracht, beweging, balans en ruimtelijkheid. Naast de vloer, die in SCREWS en Through the Grapevine telkens een prominente rol kreeg, wordt nu ook de muur een danspartner.

Ik wist dus niet goed wat te verwachten, en als ik eerlijk ben: de eerste tien minuten vreesde ik het ergste. Zonder muziek bewogen de acht dansers (acrobaten? Acrogymnasten?) zich in vaste patronen, met heel veel draaibewegingen en telkens ook tegen de muur botsend, bijna als een caleidoscoop. Vreemd.

Geleidelijk aan kwam er muziek opzwellen, maar of dat een verbetering was, dat laat ik in het midden. Mij leek het eerder free jazz dan experimentele rockmuziek en ik kreeg er koppijn van, iets wat de leerlingen achteraf ook bevestigden. Gelukkig kwam er ook nog andere muziek aan te pas. Maar beetje bij beetje werden de bewegingen complexer en gewaagder, tot ik op een bepaald moment met open mond zat te kijken. Dit kón toch niet? Kan een menselijk lichaam dit aan? Hoe kom je in hemelsnaam op zo’n choreografieën, en hoe gek moet je zijn als danser om die ook nog te willen uitvoeren? De vergelijking met een ingewikkelde mechanische constructie is niet te vergezocht, geloof me, en de dansers moeten vooral een grenzeloos vertrouwen in hun eigen lichaam én in dat van hun mededansers hebben. Af en toe hoorde je het publiek collectief naar adem happen en dacht je dat het nu toch gegarandeerd fout zou lopen. Maar nee, foutloos – of zo kwam het toch over – sprongen, tuimelden, hingen en dansten de acrobaten zich doorheen het stuk.

De staande ovatie na afloop was dan ook niet verwonderlijk: dit toont een meesterlijke beheersing van het menselijk lichaam en het aftasten van de grenzen ervan. Chapeau!

Dagje onder vrienden

Mireille stuurde me eerder deze week een berichtje: ze hadden afgesproken om vandaag naar Stefaan te gaan in Brugge voor koffie en dan samen iets gaan eten. Arend zou rijden en Lynn, Stefaans vriendin, zou er ook bij zijn. Of ik geen goesting had om mee te gaan? Zij zouden dan wel voor taxi spelen aangezien ik nog steeds niet mag rijden.

Zoals altijd moest het idee even rijpen in mijn geest, en gelukkig kent Mireille me al lang genoeg om te weten dat ze best nog even wachtte op een antwoord. Maar vandaag om half drie werd ik dus vakkundig opgehaald en naar Sint-Kruis-Brugge getransporteerd.

Er was koffie, er was heel lekkere taart en er waren de meest bizarre gesprekken. En later was er een aangenaam etentje met hetzelfde fijne gezelschap. Beetje vreemd, wel: het was de eerste keer dat ik daar terug was sinds Els’ dood, de maaltijd na de begrafenis hadden we daar gehouden.

Ik at weer eens veel te veel, tetterde veel te veel, en genoot intens van het feit dat ik eindelijk weer eens uit mijn kot had kunnen komen.

Dankjewel, Arend, Mireille, Stefaan, Lynn voor de fijne dag!

Triënnale in Brugge

Bart en ik maakten er een dagje van voor ons twee: gezellig rondlopen in Brugge en de beelden of kunstwerken van de Triënnale bekijken. Als echte toeristen. De kinderen hadden geen zin om mee te gaan, en eerlijk? We vonden dat niet erg.

Pas toen we Brugge binnenreden, merkte Bart op: “Goh, we hadden eigenlijk de fietsen kunnen meenemen!” Yup, zo ver gewoonweg niet gedacht. Goed bezig.

Maar bon, we parkeerden achter het station en wandelden de stad binnen, waar we de kunstwerken combineerden met caches en labcaches.

We meanderden door de stad, baanden ons een weg langs de andere toeristen, en aten iets op de Burg.

Toen merkten we al dat alle kunstwerken, ook die in het noorden van de stad, een beetje te hoog gegrepen gingen zijn, maar bon, niks aan te doen. We kuierden verder, en ik kwam, tot mijn grote vreugde, langs een aantal straten en gebouwen die een rol spelen in de reeks boeken die ik nu aan het lezen ben.

Bon, we dronken nog een koffie om de voeten even te laten rusten, en zaten iets over vier opnieuw in de auto, na een cultuurvolle maar vooral ook rustige dag in eigen land.

Ontbijt in Maison Bousson

Ik dacht dat ik al een uitgebreid ontbijt kende, maar dat van zondagmorgen in Maison Bousson, dat was toch echt wel buiten categorie.

Ik vond dat ze gisteren toch al redelijk wat serveerde, maar toen kwam dus dat ontbijt van deze morgen. De tafel stond gedekt met versgeperst fruitsap van bloedappelsien met citroengras, een smoothie van onder andere bevroren framboos, een Griekse yoghurt met schijfjes kiwi, drie soorten zelfgebakken brood, pistoletjes en kleine koffiekoekjes. Op zich al niet mis.

En toen kwam er een immens bord bij: getoost briochebrood met royaal veel foie gras en verse vijg, bruin brood  met een assortiment kaas, roggebrood met gerookte zalm, en bruin brood met pancetta of zo en basilicum. Oh, en twee zachtgekookte eitjes, en uiteraard ook heerlijke koffie.

Nee, ik heb niet alles opgegeten: ik heb de kaas laten liggen, heb ook geen extra brood genomen, maar heb wel de rest van het bord leeggegeten en zelfs nog een croissantje of twee gepikt.

Ja, ik heb ’s middags niet meer gegeten. Verwondert iemand dat?

En ondertussen heb ik een goeie babbel gehad met de charmante gastvrouw Sofia, onder andere over haar tienerzoon, en laat dat nu iets zijn waar ik wel iets over te vertellen heb, en ook advies over kan geven.

Resultaat? We mochten de ontbijten niet eens betalen! Serieus zeg! Als er nu eens een ontbijt was waar ik met plezier voor wilde betalen, dan was het dit wel!

In elk geval: als je ooit een logement zoekt in Brugge, en het mag wat luxueuzer zijn: niet twijfelen. Echt.

De Jonkman in Brugge

Ja ik weet het, Bart en ik zijn snobs, maar stilzwijgend hebben we blijkbaar allebei het plan opgevat om alle sterrenrestaurants van Vlaanderen eens uit te proberen. Goh, het is niet alsof we samen vaak uit eten gaan, toch?

Onze all-time favourite blijft de Hertog Jan, maar ook het Hof van Cleve (twee keer al) is fenomenaal. En er waren ook al ’t Zilte, In De Wulf, La Botte, L‘Air du Temps, Vrijmoed, Jan Van den Bon, De Herborist en Publiek. Yep, we gaan nog veel moeten gaan eten. En sparen, dat ook.

En gisterenavond was het dus de Jonkman in Brugge. Het menu was niet mis, en Bart ging voor de zeven gangen, ik hield het bij zes, maar dan wel met de hoppescheuten, en dat kon perfect.

Alleen al de hapjes waren de moeite waard. En nee, de foto’s zijn dat eigenlijk niet, maar u krijgt wel een idee.

Zeebaars
Koolrabi /avocado / ui

Plantaardig
Ravioli / knolselder / Oud Brugge        


Oester
Ostendaise / vanille / aardappel                      


Hoppescheuten

Zeekat / mousseline / wit bier

Catch of the day
Koolraap / dragon

Iberico
Capucijnasperge / spitskool / Blackwell

Nagerecht

fris / zoet of
Kazen van onze kaaskar

 

Ik denk niet dat Bart nóg vergenoegder kan kijken dan dit. Het was dan ook succulent, en dat meen ik. En de prijs? Wel, die viel voor een tweesterrenrestaurant bijzonder goed mee, want er zijn er veel van één ster die gewoon duurder zijn. Tsja…

Hier wil ik nog terugkomen, ja. Zodra we al die andere hebben gedaan ^^

Dagje Brugge

Een heerlijke, ontstpannen, zij het natte dag.

We zaten tegen half tien aan het, volgens de gastvrouw minimalistische, ontbijt. Juist. Ze had versgeperst fruitsap van bloedappelsien voorzien, versgesneden fruitsla, verschillende soorten brood én kleine koffiekoekjes, en een grote pannenkoek. Oh, en uitstekende koffie, dat ook. Bij mij valt dat al onder uitgebreid ontbijt, maar bon.

Rond half elf trokken we onze regenjassen aan en gingen in de halve miezerregen richting het centrum. Ik wilde een lange geocachetocht doen, eentje die door het centrum kronkelt en focust op “belles lettres”, opschriften dus. En we kwamen eigenlijk ook wel wat straatpoëzie tegen.

Meteen verzeilden we ook in het Dalímuseum, wat we allebei nog niet kenden. Het lijkt niet groot, maar het is toch wel best de moeite, eigenlijk. Ik heb er in elk geval prachtige dingen gezien.

Meteen werd me weer duidelijk dat ik het eigenlijk niet zo heb voor tekeningen en schilderijen, maar wel een enorme boon heb voor beelden. Echt.

We liepen wat verder en waaiden een plekje binnen om te lunchen, terwijl het buiten eventjes droog werd. Helaas, dat bleef niet duren, en Bart was ook echt gewoon moe, zodat we richting onze B&B terugkeerden, en Bart prompt in slaap viel. Ik heb ook wel een tukje gedaan, moet ik toegeven.

Trouwens, een paar foto’s van de B&B:

Tegen vijf uur kon ik niet meer stilzitten, en trok op mijn eentje nog eens ’t stad in om wat geocaches te zoeken. Intussen was het droog, en ik genoot intens.

Rond half acht was ik terug, mooi op tijd om nog maar eens een heerlijke hete douche te nemen en me op te kleden voor het pièce de résistance van het hele weekend. Maar dat vertel ik dan morgen wel.

Stressdagje

Wat een stressdag vandaag zeg!

Eerder deze week realiseerde ik me dat zowel Merel als Kobe op scoutsweekend waren, en dat Wolf eigenlijk toch al oud genoeg is om alleen te zitten. En dat het voor Bart en mij al zeer stresserende weken waren geweest, en dat we dus eigenlijk wel toe waren aan een weekendje tussenuit.

Ik surfte woensdag op goed geluk naar de website van De Jonkman in Brugge, en tot mijn grote verbazing kon ik nog twee plaatsjes reserveren om half negen. Dik in orde!
Brugge is natuurlijk niet zo ver om ’s nachts nog naar huis te rijden, en ik drink sowieso geen alcohol, maar toch… Het is altijd leuker om te kunnen blijven slapen, dan heb je pas écht zo’n tussenuitgevoel. Ik ging dus op zoek naar een B&B, en kwam na wat zoeken uit bij iets dat er vlak naast was gelegen. Eén nacht was zo goed als nergens te boeken, en dus gingen we er maar meteen twee nachten en een dagje Brugge van maken.

Ik belde naar de verhuurder van de B&B, en jawel, ze had zelfs nog een apart huisje achteraan vrij. Doorgaans werkte ze met online reserveringen, maar bon, het was al over twee dagen, het hoefde niet, we konden dan ter plekke wel betalen. Ik regelde de rest via Whatsapp, en kreeg daar ook een schriftelijke bevestiging. Bon, dat was dat.

Nope.

Want deze middag rond een uur of twaalf kreeg ik plots het bericht dat er een ander koppel uit Italië online had gereserveerd en betaald, en of wij dat dan waren? Euh, nee? Ah, jammer dan, dan was het huisje niet meer vrij.

Wuk?

Euh, ik had een schriftelijke bevestiging via Whatsapp en dus een geldige reservering? Ah nee, ze had nog nooit eerder een telefonische reservering gekregen en die andere mensen hadden betaald, dus die kregen voorrang. Ik zei dat dit wettelijk gezien niet kon, en dat wij dus vanavond daar gingen staan tegen half negen, aangezien wij een geldige reservering hadden. Tenzij ze zelf een alternatief kon voorzien.

Bon, ik ben dan maar zelf een alternatief beginnen zoeken, en ben op een prachtige plek gestoten: Maisson Bousson. 200 euro per nacht, dat wel, maar bon, ’t is niet alsof we dat vaak doen. De dame in kwestie ging meteen akkoord, al kon ze de volgende morgen wel geen volledig ontbijt voorzien. Maar een koffie en een croissantje, dat ging wel lukken.

Soit, crisis afgewend. Om zeven uur vertrok Merel aan de scouts, om half acht Kobe, en tegen kwart na acht stonden we in Assebroek, net buiten de Gentpoort, in een prachtige B&B. De foto’s zullen voor morgen zijn.

We waren allebei doodop, dronken de aangeboden fles Gerolsteiner fruitsap uit, aten de overheerlijke appeltaartjes op, en kropen in bed met een boek en Temptation Island op de achtergrond. En wisten dat we het ongelofelijk goed hadden.

Fagotten

Dat Kobe fagot speelt, dat wist u al lang, uiteraard. Al die tijd heeft hij op een instrument van een van mijn kozijns gespeeld: die speelde als kind ook fagot, maar had het instrument nu al jaren niet meer aangeraakt.
Alleen… het is niet bepaald het beste instrument, speelt niet zo makkelijk, en we betalen er ook huur voor. En Kobe is echt wel goed op dreef met die fagot, zodat ik dacht dat het tijd was om een eigen instrument te kopen. Als er iets is waar ik graag geld in investeer, zijn het instrumenten. Die ingesteldheid is ook nodig, want – ik slikte toch wel even toen ik de prijs hoorde – een deftige fagot kost tussen de 7000 en de 8000 euro. Slik.

Enfin, Kobe had twee weken geleden al drie fagotten meegekregen om uit te proberen: zijn juf had drie Moosmanns meegebracht. Ongelofelijk chic dat zij daar wil voor zorgen. Alleen vond ze dat ze daarmee nog niet genoeg keus had gegeven, en dus reden we deze namiddag naar Brugge, naar een gespecialiseerde winkel.

Ik liet er na vijf minuten Renate en Kobe achter om vanalles uit te proberen, en ging zelf gaan geocachen in de buurt. Ha ja, prachtig weer en al! Ik vond een paar hele mooie plekjes en een een voetgangersbrug met fijn uitzicht.

Intussen hadden Renate en Kobe vrolijk getoeterd in de winkel en waren ze op een Renard uitgekomen: 7500 euro, maar wel met alle opties. Ja, zo’n ding heeft blijkbaar opties, extra kleppen en dat soort dingen. Hij mag hem een week mee naar huis nemen om alsnog uit te proberen.

Tegen vijf uur pikten we in het terugkeren Renates dochtertje Pia op van een verjaardagsfeestje, en tegen kwart voor zes waren we weer thuis. Mét een extra fagot, en wellicht binnenkort een legere bankrekening. Tsja…