Lectuur: “Het tij hoog, de maan blauw” van Jolien Jantzing

Een tijdje geleden bladerde ik door de Standaard der Letteren – ik krijg die wekelijks van ons pa – toen mijn oog viel op een Nederlandstalig boek, meer bepaald een historische roman over Adrien de Gerlache en zijn Antarcticareis met de Belgica, en parallel het verhaal van Léonie Osterrieth, zijn Antwerpse geldschieter.

Geïntrigeerd las ik de bespreking en besloot om ook effectief het boek te lezen. Het leunt namelijk helemaal aan bij de larp Aether die ik beginnen spelen ben: steampunk in een interbellumwereld, waarbij mijn vorige personage zich begaf in salons en geld probeerde in te zamelen voor, jawel, een poolexpeditie.

Eigenlijk is het hoofdpersonage niet eens de Gerlache, maar wel de rijke weduwe Léonie. Ze omringt zich met kunstenaars, avonturiers en andere interessante personen in de salons die ze geeft in haar stadspaleis op de Meir. Daar leert ze dus ook Adrien de Gerlache kennen, de veel jongere ambitieuze poolreiziger. Er bloeit een innige vriendschap tussen de twee, waarbij het vooral voor Léonie jammer is dat hij qua leeftijd haar zoon zou kunnen zijn.

Na veel moeite en gelobby vertrekt de Belgica, en Léonie droomt ervan om mee aan boord te zijn, wat voor een dame van haar leeftijd en in haar positie totaal onmogelijk is. Maar dan stoppen de brieven… Wat gebeurt er met de Belgica? Waarom blijft het schip zo lang weg?

De expeditie van de Belgica was me niet onbekend, en ook de naam Roald Amundsen zal bij velen wellicht een belletje doen rinkelen. Jantzing heeft zich dan ook in allerlei bronnen verdiept, waaronder niet in het minst de correspondentie van Osterrieth met de Gerlache en daar een mooi boek uit gepuurd.
Naar mijn mening geeft het boek echt wel goed de sfeer van de Antwerpse salons weer, maar ook de bittere armoede die er bij de gewone bevolking heerste. Daarnaast krijg je, volgens Jantzing zelf toch, een accuraat beeld van de expeditie, gebaseerd op alweer de brieven van de Gerlache maar ook het dagboek van Amundsen.

Het dompelde me meteen onder in de Aethersfeer en dat had ik wel eens nodig, ja, aangezien we nu al een jaar zonder larps zitten… En daarnaast is het ook gewoon goed en vlot geschreven.

Oh, en geef toe: die boekomslag is toch om van te snoepen?