Picknick

Merel had me een tijdje geleden gevraagd of we niet eens echt konden picknicken. Ik had haar nadenkend aangekeken, en gezegd dat dat eigenlijk wel heel veel sleurwerk is, dan. Waarop ze zei: “Dan kunnen we toch gewoon picknicken in de tuin, mama?”

Vandaag hebben mijn dochter en ik dat dus gedaan: gepicknickt in de schaduw – duh! – in onze eigen tuin. Heerlijk. En alle bederfbare spullen zaten bijzonder snel weer in de ijskast, wat bij deze temperaturen alleen maar positief kan genoemd worden.

Maar verder heb ik vandaag eigenlijk geen poot uitgevoerd. Veel te warm, veel te loom, veel te leeg. Ik vermoed dat die pillen er ook wel voor iets tussen zitten. Ik hoop het eigenlijk. Maar ik ben dus in slaap gevallen in de hangmat en pas twee uur later weer wakker geworden. En verder heb ik gelezen, zoals alle dagen de voorbije weken. Op vijftien dagen heb ik de hele reeks van Amber van Zelazny uitgelezen, alle tien boeken. Ik heb die ooit twintig jaar geleden gelezen, en vond die toen schitterend. En nu, nu zijn ze eigenlijk even meeslepend, en tijdloos geschreven, en dus heb ik gelezen. ’s Avonds in mijn bed meestal nog meer dan een uur, en als ik ’s morgens vroeg wakker was, vaak ook nog een uurtje. En ’s avonds, terwijl de meeste mensen naar tv kijken. Heerlijk gewoon.