Alle plekken tegelijk

Het is eigenlijk dringend tijd dat ze de teleportatiemachine uitvinden. Op reis gaan, bijvoorbeeld, vind ik op zich fantastisch, maar de verplaatsing is er me altijd te veel aan. Extreem bewegingsziek zijn helpt daar niet bij, natuurlijk: ik ben altijd zo misselijk als een hond in de bus, trein of vliegtuig. Fijn hoor.

Maar vooral: verplaatsen is meestal gewoon tijdverlies. Vraag maar aan iedereen die niet het geluk heeft om, zoals ik, op tien minuten van zijn werk te wonen.

Soms is de verplaatsing ook gewoon… inconveniënt, komt het aan geen kanten uit. Neem nu vandaag.

Kobe had om drie uur notenleer in Evergem, zoals elke week.  Maar voor één keer had Wolf gitaarexamen in de Poel, Gent centrum dus, en dik twintig minuten rijden. Hij moest er zijn om kwart voor vier, en ik had gedacht om dan terug naar Evergem te rijden, Kobe op te halen, terug naar de Poel, Wolf ophalen, en dan naar huis en naar de rugby. Gekkenwerk, eigenlijk.

Ik parkeerde in de Ramen, en ging met Merel luisteren naar Wolfs examen. Hij kwam niet onmiddellijk aan de beurt, en het was dus al half vijf toen we de muziekschool verlieten. Tsja, het was gelukkig mooi weer, en Kobe wist dat hij wellicht even ging moeten wachten. Dat “even” werd twintig minuten, maar hij vond het gelukkig niet erg.

Maar zo’n teleportatiemachine: handig, jong! Beam me up, Scotty!

Klasconcertje

Je zult niet anders zien: net op de dag dat ik personeelsvergadering heb, heeft Wolf ook een klasconcert. Het ene was gepland tot 18.00u, het andere begon om, jawel, 18.00u. Zucht.

Gelukkig kon Bart inspringen: hij had een meeting in Brussel tot vier uur, en hoopte – met dat verkeer van ons weet je nooit – toch op tijd terug te zijn.

Maar ik had geluk: tot ieders verbazing duurde de personeelsvergadering amper tot half zes, en ook Bart was netjes op tijd terug. Dat maakte dat ik naar huis reed, gewoon Wolf oppikte voor zijn concertje, en de twee kleintjes niet hoefde mee te sleuren.

Niet dat zo’n concertje veel voorstelt: alle kinderen spelen één of twee stukjes, en het publiek bestaat uit ouders en medeleerlingen, gewoon in een groot klaslokaal. Maar zo krijgen de kinderen wel al van in het begin mee hoe het voelt om op te treden, en hebben ze minder zenuwen.

IMG_1028

Hmmm.

Daarnet was ik eigenlijk toch wel behoorlijk nijdig, geef ik toe.

Wolf heeft tweemaal per week muziekles, op woensdag tussen 13.30 en 15.00u, en op zaterdag van 8.30u tot 9.30u. Ik geef het toe, op een zaterdagmorgen vind ik dat niet evident. Hijzelf is wel altijd al wakker om zeven uur, en dus is die half negen geen probleem. Ik moet echter mijn wekker zetten om acht uur, en dan trek ik gewoon wat kleren aan, haal een borstel door mijn haar, en spring de auto in. Het is niet alsof ik moet uitstappen of zo, niemand ziet me.

Vanmorgen leek er me nogal wat volk op de parking te staan, dus ik wachtte even om te zien of er wel les was. En effectief, er brandde nog geen licht in het klaslokaaltje, wat vreemd was. Toen zag ik ook de juf op de parking staan: de deur was nog op slot, ze konden niet binnen!

Ze heeft wel een sleutel van de grote deur, maar dat slot is al een tijd kapot, en dus hangt er een ketting met een hangslot. Waar de secretaresse een sleutel van heeft, en ook de leraar gitaar. Die laatste was echter ziek, en de secretaresse was te laat, zoals meestal. En dus stond de juf al een kwartier in de vrieskou te wachten, en wij dus ook. Om 8.43u besloten wij (de ouders + een vijftiental kinderen) dat het welletjes was geweest, en de juf zei ook dat de secretaresse soms wel een half uur te laat was, en dat we dus echt niet langer moesten buiten wachten bij -2°. Net op het moment dat er al menig auto gestart was, kwam de secretaresse uiteindelijk toch doodgemoedereerd de parking opgereden, kon de deur open, en kon er lesgegeven worden.

Tsja.

Uiteraard heb ik een klachtenmail gestuurd om te zeggen wat ikzelf en alle ouders vonden, namelijk dat dat eigenlijk allemaal niet kon, zeker omdat het verder echt wel een goeie school is met fijne leerkrachten.  Ik vermoed dat het antwoord niet echt lang op zich zal laten wachten.

Warhoofd

Wolf, dat is al even hard een warhoofd als ikzelf. Ooit gaat die eens zijn eigen hoofd vergeten, ik zeg het u.

Op school is hij om de haverklap zijn muts, wanten, sjaal, drinkbekers, en eigenlijk ook al de rest kwijt. In de herfstvakantie is hij twee nachten op kamp geweest. Ik ben bij het afhalen ook al meteen door de zak met verloren voorwerpen gegaan: twee onderhemden, een Tshirt, zijn laarzen, een onderbroek, zijn pillamp, en toen was hij blijkbaar ook nog zijn scoutshemd kwijt (dat intussen gelukkig is uitgekomen, hij krijgt er maar één per seizoen). Zijn tweede winterjas, een uitstekend exemplaar, is hij intussen al een tijdje kwijt, op diezelfde scouts. Zucht.

Maar vandaag was het weer een topper. Zoals elke woensdag zet ik hem om half twee af in Evergem aan de muziekschool. Op een drafje loopt hij naar binnen, terwijl ik alweer verder rijd. Ik ga nog om brood en dat soort dingen, en ben tussen tien voor twee thuis. Ik hoor nog net mijn GSM, die op tafel was blijven liggen, overgaan. Blijkbaar al voor de derde keer, dus ik bel terug naar het nummer dat ik niet ken. Een onbekende vrouw neemt op: “Ha ja mevrouw, ik werk op het MUDA, dat naast de academie in Evergem ligt. Uw zoontje staat hier half in paniek, want er is vandaag geen muziekles, er is studiedag.”

Wolf was dat compleet vergeten, en had dus het geluk dat er een vriendelijke kuisvrouw rondliep. En ook nog een chance dat hij mijn GSMnummer uit het hoofd kent, of hij had daar anderhalf uur in de vrieskou gestaan.

Ik ben hem uiteraard onmiddellijk weer gaan ophalen. En heb hem zachtjes uitgemaakt voor kieken en kalf. Waarop hij deemoedig het hoofd boog, en mij met een grijns gelijk gaf.

Warhoofd!