Verjaren, het is een ding.

Mja. 48.

Oud worden, het is echt wel een ding. Maar in dit levensjaar heb ik er een hoop jonge larpvrienden bij die me toch het gevoel geven dat ik nog een pak jonger ben. En die me vooral helpen om het vege lijf toch nog een beetje te ontzien zodat ik kan blijven larpen.

En verder? Goh… De kinderen zien opgroeien, beseffen dat je er zelf niet jonger op wordt, dat je nu eindelijk misschien eens van de gedachte af moet “Later, als ik groot ben…”

Beseffen dat een hoop deuren intussen onherroepelijk dicht zijn, en dat het aantal deuren dat in de plaats daarvan nog open gaat, eigenlijk toch wel een pak kleiner is. Dat je een pak beperkter bent in wat je nog kan. Of wat je ooit nog zal doen. En daar af en toe een dikke middenvinger naar op steken, maar daar ook regelmatig gewoon in berusten.

Het is dan maar zo.

En dan op je verjaardagsochtend een heerlijk ontbijt krijgen, en een heel leuk cadeautje. Eentje dat tegelijkertijd zegt: “Hou rekening met wat je niet meer kan” en “Fuck dees, we blijven gaan voor vrolijk paars”. Een heel mooi, pruimenpaars rolkoffertje van Delsey om al mijn spullen die te zwaar zijn om te dragen, in te vervoeren.

Het is niet omdat ik oud word, dat ik saai moet worden. Carpe that fucking diem.

Van jarige vrienden en de nodige rozen

Gwen verjaart in juni, en traditioneel ga ik dan met haar eten om dat te vieren. Ze krijgt dan ook steevast het correcte aantal rozen van mij, da’s traditie. Intussen wordt het een redelijk stevig boeket, 48 stuks, maar dat stoort niet.

Alleen… het is nu niet bepaald juni, toch? Wel, het is er echt gewoonweg niet van gekomen om af te spreken met ons tweetjes. Erg hé! Ja, we zien elkaar wel af en toe door de Certamina en door nascholingen, maar zo’n moment voor ons alleen, dat lukt moeilijk. Juni was pokkedruk voor ons allebei en met die leerplanhervormingen is ze ’s avonds steevast doodop. Tsja, daar kan ik dik inkomen.

Soit, het was eindelijk gelukt om af te spreken, en dus stond ik met die enorme bos rozen en nog een klein cadeautje in de Fou d’ O. Ik was vergeten hoe druk en lawaaierig het er eigenlijk wel is, maar we wilden iets dat open is op maandag en niet te ver is van de Watersportbaan, en dan is dit toch wel ideaal. Koppel dat dan aan het lekkere eten en de fijne bediening, en je zet je wel over de decibels.

We kozen allebei voor een aperitief, gamba’s op de grill als hoofdgerecht, en daarna wilde ik nog graag een crème brûlée, want ik weet dat die daar goed is. Gwen had helaas minder geluk: ze is lactose-intolerant en dan bleef er niet veel meer over. Ze hield het dan maar bij een thee.

Dacht ze.

Want natuurlijk hadden ze opgepikt dat ik daar met die rozen stond en kwamen ze met een kleine verjaardagsverrassing. Gwen strààlde.

Enfin, het werd geen late avond maar wel een heel gezellige. Zoals gewoonlijk. Zoals het hoort. Ook dat is traditie.