Ankoria 10 – Goudkoorts

Het was vroeg, deze morgen. Maar iets over achten zat ik met drie jongens in de auto – Kobe, Wolf en diens beste vriend Wout – richting Meeuwen-Gruitrode. Voorbij Leopoldsburg. Meer dan twee uur rijden dus. Urgh.

Maar de opgewonden en stralende gezichtjes op mijn achterbank, en het geklets honderduit, zeiden eigenlijk genoeg. Na dik twee uur reed ik door het kletsnatte gras, zagen we al overal enthousiaste kinderen op elkaar slaan met latex wapens, en zagen de jongens dat meteen weer zitten.

Er werd gevochten met maya’s tegen conquistadores, en geluisterd naar zonnekoningen (of zoiets).

IMG_0845

1499680_716130355150449_1250800645939610272_n

1622647_716130708483747_6773995496909739999_n

10308558_716130468483771_1927105741190490585_n

10310561_716130528483765_8759627330100409300_n

10446590_716130555150429_2190616206672758619_n

10645072_716130695150415_8819328785626797492_n

10686713_716126371817514_7764356202697235689_n

10846249_716130121817139_5635365151666042992_n

Negen uur later zaten we opnieuw in de auto, deze keer net iets minder opgewonden, en vooral moe, eigenlijk. We hebben ongelofelijk veel geluk gehad met het weer: koud, maar wel stralende zon, en dat scheelt een pak als je de hele dag buiten moet lopen. De jongens hebben quasi geen seconde gezwegen en het ganse spel nog besproken. In elk geval vond ook Wout het voor herhaling vatbaar.

Op naar de volgende Ankoria!

 

Moe

Ik ben moe. En dan bedoel ik echt moe. Niet alleen fysiek, maar vooral mentaal. Dat fysieke, dat krijg je er wel af door een paar nachten goed te slapen. Maar dat mentale, dat gaat nog wat langer duren, vermoed ik. Het is gewoon te druk geweest de laatste tijd, met vanalles en nog wat eigenlijk.

Ik kijk enorm uit naar de vakantie, en ik ga echt niks plannen. Gewoon thuis, wat klussen, wat lezen, wat spelen met de kinderen, eventueel eens naar een museum of zo. Ik heb dat trouwens al plechtig aan Bart moeten beloven ook, dat we het rustig aan gingen doen in de vakantie.

Gelukkig zijn er nog de zen-momenten tijdens de rugbytraining van de jongens. Ervoor is het altijd stressen, want er is altijd wel eentje die iets niet vindt, waardoor we uiteindelijk toch weer ei zo na te laat zijn. Maar zodra we er zijn, lopen de jongens naar het veld, en gaan Merel en ik wandelen. Ook vanavond, trouwens. We hebben een mooie wandeling gemaakt, een nieuw speeltuintje met een snelle glijbaan gevonden, en we hebben gepicknickt aan een heuse picknicktafel. In het donker, jawel. Daarna zijn we nog verloren gelopen op de camping – er moet een doorsteek naar het water zijn, maar die vonden we niet.

Enfin, de lange wandeling met een huppelend en kwetterend meisje heeft me deugd gedaan.
Straks moet ik nog spullen bijeenzoeken voor morgen, dan twee uur rijden naar Ankoria, een dagje larpen, terug rijden, en dan zondag examens opstellen. Oh, en ergens nog huishouden doen ook. En nog wel een paar dingen. Zucht.

Onverwacht fijne dag

Het deed deugd deze morgen: gisterenavond waren de punten binnen van deze rapportperiode – ik had nogal wat toetsen afgelopen week, en dus een stapel verbeterwerk – en die stress was dus weg. Ik werk 4/5 en heb normaal gesproken dus de donderdag vrij, maar vorige week was er de pedagogische studiedag, en afgelopen weekend zaten we in de Ardennen, en dus had ik met moeite tijd gehad om adem te halen. Vanmorgen liep ik met de kinderen naar school, kwam terug met verende tred, ruimde hier in huis, vouwde was, dronk koffie met de kuisvrouw, en stelde examens op. In stilte. Zonder kwetterende kinderen of lawaaierige leerlingen. Gewoon, stil. Zalig.

En toen kwam Bart onverwacht thuis: hij moest nog iets ophalen en zo, en ging dan even hier blijven werken, ongestoord. En of ik dan geen zin had om met hem te lunchen in het Boneryck. Tegen half een zat ik dus prinsheerlijk met mijn liefste parelhoen te eten, en ik genoot.

Ik moest nog wat kleine dingen doen, maar vooral: de druk was even weg. Er zijn nog wel die examens die opgesteld moeten worden, en de Latijnolympiade moet verbeterd worden, en ik moet nog om Sintcadeaus, en het huis is nog een halve puinhoop (de helft maar, met dank aan de kuisvrouw), maar toch. Fijne dag voorwaar.

365 – 27 november 2014 – bloemen

365-331

Bart was vrijdag gaan spreken, en nog diezelfde dag waren er bloemen voor hem geleverd op kantoor. Jammer dus dat we net toen vertrokken naar de Ardennen, en dat hij die niet meer gekregen heeft. Hij kwam er dus maandag mee thuis, maar zo’n boeket zit zodanig goed ingepakt, dat het er blijkbaar niet onder te lijden had. Geef toe, we zijn nu bijna een week verder, en het ziet er nog altijd prachtig uit. Merci, Unizo!

Honderdendrie. 103, jawel.

Mijn oma wordt 103 vandaag. Nog volledig bij de pinken, zo doof als een kwartel, en nog steeds zonder bril.

We waren er onlangs nog langsgegaan, en hadden toen prachtige oorlogsverhalen gekregen. Niet van de tweede wereldoorlog, wel die van honderd jaar geleden. Sommige details herinnert ze zich nog haarscherp, zegt ze.

Er was uitgebreid feest in het rusthuis, met taart voor iedereen, en haar honderdjarige zus en alle kinderen waren gevraagd. Niet de dertien kleinkinderen of de achterkleinkinderen waarvan ik intussen zelf de tel ben kwijtgeraakt. Maar ik moest de jongens afhalen van de muziekschool in Evergem, en da’s op drie kilometer van het rusthuis, dus da’s te stom om dan niet even langs te gaan en proficiat te zeggen. Ik had dat ook zo gezegd tegen de kinderen: we gaan niet blijven, we gaan geen taart eten, we gaan gewoon even gelukkige verjaardag wensen, en terug weg. Ook al omdat ik nog een serieuze stapel werk had, met deadline vanavond om middernacht. Maar toen waren we er, en was er nog veel taart over, en wilden de kinderen zo graag even blijven. Ik heb toen maar beslist dat we de rugby gingen overslaan – het is toch rotweer – en dan een stukje taart eten. Op die manier win ik wat tijd, en zal het wel lukken. Merel kreeg zowaar een roze marsepeinen varkentje :-p

IMG_0836

Oma was in elk geval bijzonder blij de kinderen te zien, en vooral dan Merel: daar is ze compleet zot van. Maar ook haar zus, Tante Angèle die deze zomer 100 is geworden, vond vooral Merel een schatje. Die tante, da’s ook een geval apart. Ze heeft geen kinderen – ik geloof dat ze tien miskramen heeft gehad – en is ook al jaren weduwe. Ze woont nog steeds alleen in een knappe villa in Knokke, kookt nog alle dagen zelf, en heeft zelfs nog een moestuin. Zelf met de auto rijden doet ze niet meer, daar heeft ze een gezelschapsdame voor. Maar je moet het maar doen, op je honderdste. Chapeau!

IMG_0837

En toen ik oma vroeg of ze verwacht had dat ze ooit zo oud ging worden, antwoordde ze parmantig: “Goh, ja hoor. Ik voel mij nog prima, dus waarom niet? Er kunnen gerust nog wat jaren bij, als het zo verder gaat.” Juist ja.

Intussen postte mijn kozijn een foto van 101 jaar geleden, van diezelfde oma met haar broer en de hond. Over die hond vertelde ze dat het beest geëlektrocuteerd was geraakt in “den dodendraad” tijdens de oorlog, en dat ze zelf dan amper een jaar of twee-drie moet geweest zijn. Toch ongelofelijk?

1604753_10152819895230516_5858717893774424879_n

Proficiat, oma. Mogen we nog lang kunnen genieten van je verhalen.

De Dacia-techniek

Misschien kan iemand van de filologen me helpen?

Er is een bepaalde techniek die vaak gebruikt wordt in redevoeringen, en vooral Cicero is daar nogal fan van.

De techniek is als volgt: de spreker zegt dat hij het niet gaat hebben over een bepaald onderwerp, maar precies door dat te zeggen, trekt hij er toch de aandacht op. Cicero bijvoorbeeld zegt in zijn verdediging van Milo: “Ik ga het niet hebben over het vrouwtje Scantia en de jonge gast Aponius – Clodius had hen elk van beiden met de dood bedreigd, als ze niet hun grond aan hem afstonden – maar wel over…” Net door te zeggen dat hij het er niet over zal hebben, vermeldt hij het toch even, en blijft het in het achterhoofd hangen.

Dacia doet precies hetzelfde in zijn reclame voor de Dacia Sandero:

Ik verwijs er intussen naar als de Dacia-techniek, maar heeft iemand daar een betere benaming voor? Bestaat dat eigenlijk? ’t Is maar dat dat niet zo professioneel overkomt, de “Dacia-techniek” :-p

UPDATE: dankzij Greet (zie commentaren) weet ik nu dat dat paraleipsis heet, en dat dat in het Latijn dan praeteritio is, en dat wist ik nochtans, ooit, in een ver verleden! Dikke merci, Greet!