Internetmalheuren

Gisterennamiddag kwam mijn kozijn langs om eindelijk verlichting te installeren in mijn bureau. De vorige was al zo’n jaar of twee gesneuveld, en het werd er niet bepaald klaarder op.

Daardoor moest ik een paar keer de plomb afleggen, wat op zich geen enkel probleem zou mogen zijn, maar waar onze modem duidelijk anders over dacht. Als in: hij wilde niet meer meewerken zoals het hoort. Telefoon werkte nog, basistv en de basiswifi ook, maar niet meer de tvtheek en – wat veel erger was – de wifirouter voor gans het huis. Ah bon.

Ik dacht dat het aan de Deco, de router lag, en haalde die ervan tussen, maar verder is dat een speeltje van Bart en kan ik daar verder niks aan veranderen. En ik stak de jongens op de rechtstreekse wifi waar ze normaal niet op mogen. Die zitten standaard op de Deco, een ongelofelijk wijs routersysteem dat je per gebruiker kan aan- en afleggen, kan beperken in tijd, kan doen uitslaan op een bepaald moment… En die nu dus niet werkte. Tsja.

Bart kwam thuis terwijl ik naar het oudercontact was, en gaf het drie uur later zwaar gefrustreerd op: hij had gebeld met Telenet en die hadden zelfs twee keer de modem herstart, maar to no avail. Hij had alles afgekoppeld, herstart, heringesteld, maar het werkte niet.

Ik heb deze morgen dan even met Telenet gebeld, en kwam na tien minuten dingen nakijken samen met de zeer sympathieke Kimberley tot de constatatie dat de modem op zich wel werkte, maar dat de UTP-aansluitingen blijkbaar naar de zak waren, vandaar geen connectie op alle aangesloten toestellen. Kan gebeuren, de modem was dan ook al meer dan vijf jaar oud, wat oud is bij technologie. Ik ben in de loop van de namiddag even tot in Oostakker gereden voor een nieuw exemplaar, sloot die aan, wachtte een tiental minuten, en dat was dat: alles werkte weer. Bart moest natuurlijk ’s avonds wel al zijn speeltjes nog weer aankoppelen, maar dat was blijkbaar ook snel gebeurd. Oef.

Kleine internetcrisis bezworen. ’t Is toch een afhankelijkheid en een verslaving, me dunkt.

Sekssponsjes

Daarstraks in de Delhaize, terwijl ik nietsvermoedend toiletpapier in mijn kar aan het leggen ben, schalt het plots keihard door de gang: “Juffrouw, waar liggen de sekssponsjes?” Euh? Zeer verbaasde gezichten alom, niet in het minst van de winkeljuffrouw die aangesproken, enfin, toegeroepen werd.

Blijken het Jex sponsjes te zijn. Zelden zo veel geamuseerde gezichten gezien in de winkel.

Glossofiel

Ik kan het niet helpen, ik heb het voor talen, uitdrukkingen, woordspelingen, woordklanken, stijlfiguren of gewoon mooie woorden. Mijn zesdes zeggen dat af en toe, dat ze in mijn les meer woordenschat Nederlands leren dan in de les Nederlands zelf. Ik gebruik nu ook eenmaal graag die archaïsche woorden, die onbekendere of iets meer dialectisch gekleurde uitdrukkingen.

En toen ik een tijd geleden recepten zocht van wat ik kon doen met een butternutpompoen, kwam ik op dit prachtige Afrikaanse recept. De taal is Afrikaans (en dus niet Zuid-Afrikaans, zoals sommigen lijken te denken) maar wel perfect verstaanbaar, en zo heerlijk mooi verwoord. Vooral de sampioene doen het hem…

3 butternuts – 1 pakkie gesnyde bacon (swoerdloos) – 2 pakkies sampioene – 500 gram kaas (of minder) – sout – peper – witsous
 
Bereidingswijze

Kook butternuts met sout – nie te sag nie. Maak witsous en rasper kaas by. Braai sampioene en bacon apart. Pak één laag butternut, één laag sampioene en één laag bacon. Gooi peper en knoffelsout. Gooi witsous. Begin weer by butternut. Wanneer al bestandele klaar is gooi kaas bo-oor en bak in die oond.

Geen idee hoe het smaakt, ik moet het nog eens uitproberen, maar ik werd er nù al goed gezind van.

Dinoweekend

Merel was dit weekend op scoutsweekend met als thema “Dinosaurussen”.

Ze kwam thuis met een hoop vuile kleren, een pak verhalen, en een ei. Niet zomaar een ei natuurlijk, maar een dinosaurusei, zo eentje dat je in het water moet leggen, en waar dan een een dino uit komt die verder groeit. Ze was mega curieus, en dus lag het ei al meteen in een glas. Het was mooi om de evolutie te zien, en ze vond het prachtig.

Ik heb nu dus een gele glibberige dino in een kommetje. Tsja.

Taxi mama

Taxi mama draaide vandaag weer op volle toeren.

Om zeven uur rolde ik mijn bed uit, voor een snelle douche, ontbijt, en tegen kwart over acht stond Kobe netjes aan het rugbyclubhuis. Heel even was er nog twijfel of het rugbytoernooi wel zou doorgaan, maar het sneeuwde nauwelijks, en de grond was eigenlijk niet bevroren. Ottignies nam de telefoon niet op, en dus werd er aangezet richting match. Ik kan wel rijden maar ik kan niet zo lang rechtstaan, dus ik keerde weer naar huis voor een welverdiende koffie en meteen ook het legen en opnieuw vullen van de vaatwas en het uitkuisen van de bestekschuif. En dat allemaal voor negen uur, soms word ik bang van mezelf :-p

Tegen elf uur bracht ik Wolf naar zijn les in de Poel, en dronk ik zelf op ’t gemak een latte in de Labath. Heerlijk gewoon: je komt binnen, krijgt een grote zwaai als begroeting, de latte die ik daarna voor mijn neus krijg, is van de juiste bonen en gloeiend heet – heter dan ze eigenlijk zelf willen want de melk verbrandt volgens hen – en mijn telefoon gaat er automatisch op de wifi. Da’s altijd een beetje thuiskomen, ginder.

Na Wolfs warme chocomelk reden we nog even tot aan de Coupure voor het herstellen van een verdwenen geocache, en kregen daarna eten voorgeschoteld door mijn allerliefste. Quasi onmiddellijk daarna zette ik opnieuw aan naar de rugby, want Kobe ging terug gaan zijn van de match. Alleen hadden ze blijkbaar file rond Brussel, en moest ik een kwartiertje wachten. Geen probleem, ik zat lekker warm binnen, maar ik was mijn gsm thuis vergeten en had dus het smsje met de fileboodschap niet gezien. Tsja…

Enfin, naar huis dus, eventjes liggen, dan nog naar de Aveve om koeken, en dan reed ik tegen zes uur met Kobe naar Sleidinge, want die had daar een concert met de muziekacademie. Het was misschien wel serieus koud, maar het was nog lang niet donker, en dus wilde ik nog snel twee caches in de buurt zoeken. De eerste was eentje waar we een hele tijd geleden al eens samen hadden naar gezocht, maar toen niet gevonden. Dat snapte ik deze keer niet, want zodra ik op de locatie afstapte, zag ik hem hangen. De wind was ijs- en ijskoud, en mijn vingers waren binnen de kortste keren bevroren. Man, ik herinnerde me absoluut niet meer dat ontdooiende vingers zó ongelofelijk veel pijn deden. Serieus zeg.

Enfin, nog wat verderop kon ik via een paadje tot achter de spoorlijn in Sleidinge geraken, in een prachtig landschap.

Tegen kwart voor zeven was ik weer thuis om een beetje op te warmen, maar tegen kwart na acht stond taxi mama alweer in Sleidinge om de zanger opnieuw op te halen.

En toen was het welletjes met al dat rondrijden. Bleh.