Onverwachte barbecue

Zo soms he, soms zie ik helemaal iets over het hoofd, of heb ik iets compleet anders in mijn gedachten. Neem nu vandaag. Het is de laatste dag van het rugbykamp van de jongens, en voor dat van de GRFC, Kobe zijn kamp dus, was er een barbecue voorzien. Ik dacht om 18.00u, en had Kobe dan ook boterhammen meegegeven voor ’s middags, en ook Wolf ingeschreven. Bleek het nu toch wel ’s middags te zijn zeker? Best dat ik toevallig ’s morgens nog eens meeliep tot aan het clubhuis en het op die manier te weten kwam.

Bon, de voormiddag vloog voorbij, Merel en verzamelden wat strandgerief en zo, en tegen half één stonden we in het clubhuis. Het duurde nog tot half twee voor er ook maar aangeschoven kon worden, en tegen dan waren al Kobes boterhammen al lang in kleine hongerige maagjes van spelertjes verdwenen. Het moet wel gezegd zijn: de barbecue was dik in orde.

IMG_5947

Daarna verdween Kobe weer om te gaan zwemmen met de hele groep, en ook Merel en ik nestelden ons aan het strand. Het was echt wel heet, we smeerden de nodige zonnecréme, maar Merel wilde uiteindelijk toch niet in het water. Ze beperkte zich tot wat spelen in het zand, en langoureus te liggen zuchten op een handdoek naast mij. Die dochter van mij, die heeft nu soms al echte pubermanieren! En ik, ik las ^^

Tegen vier uur gingen we Wolf opvissen, en nog wat later ruimden we op om Kobe op te halen, die eigenlijk al klaar was, maar dat wisten we niet.

IMG_5950

Het was intussen al helemaal bewolkt geworden – wat ik op zich niet erg vond, de zon brandde nogal – maar net toen we naar de auto liepen, begon het te regenen. Eerst nog zachtjes, daarna van die dikke druppels. Ik heb de Blaarmeersen nog nooit zo snel zien leeglopen!

En de training ’s avonds? Die hebben we maar overgeslagen, want Wolf kon geen pap meer zeggen, die was doodop. Tsja.

Sowieso chapeau voor beide jongens: een rugbykamp bij deze temperaturen, faut le faire!

Picknick

Merel had me een tijdje geleden gevraagd of we niet eens echt konden picknicken. Ik had haar nadenkend aangekeken, en gezegd dat dat eigenlijk wel heel veel sleurwerk is, dan. Waarop ze zei: “Dan kunnen we toch gewoon picknicken in de tuin, mama?”

Vandaag hebben mijn dochter en ik dat dus gedaan: gepicknickt in de schaduw – duh! – in onze eigen tuin. Heerlijk. En alle bederfbare spullen zaten bijzonder snel weer in de ijskast, wat bij deze temperaturen alleen maar positief kan genoemd worden.

Maar verder heb ik vandaag eigenlijk geen poot uitgevoerd. Veel te warm, veel te loom, veel te leeg. Ik vermoed dat die pillen er ook wel voor iets tussen zitten. Ik hoop het eigenlijk. Maar ik ben dus in slaap gevallen in de hangmat en pas twee uur later weer wakker geworden. En verder heb ik gelezen, zoals alle dagen de voorbije weken. Op vijftien dagen heb ik de hele reeks van Amber van Zelazny uitgelezen, alle tien boeken. Ik heb die ooit twintig jaar geleden gelezen, en vond die toen schitterend. En nu, nu zijn ze eigenlijk even meeslepend, en tijdloos geschreven, en dus heb ik gelezen. ’s Avonds in mijn bed meestal nog meer dan een uur, en als ik ’s morgens vroeg wakker was, vaak ook nog een uurtje. En ’s avonds, terwijl de meeste mensen naar tv kijken. Heerlijk gewoon.

 

Onverwachte uitstapjes

Gisteren had ik een oproep gedaan op Gift Gent of er niemand een charlestonkleedje had liggen in mijn maat (nodig voor een larp begin september), en ik mocht eentje ophalen in Sint-Amandsberg. Perfect! Ik bracht de jongens naar het rugbykamp, dronk rustig koffie thuis, en Merel en ik togen naar Sint-Amandsberg, om er het kleedje op te halen en meteen wat caches mee te pikken. We verzeilden eerst in een heel mooi, en eigenlijk ook groot park. De cache heb ik helaas niet gevonden: ik was gewaarschuwd dat het in een een woest en groen hoekje was, vol met tengels, en dat was niet gelogen. Ondanks de sandalen en de blote benen – ik had voor een keer een rok aan – heb ik me een weg kunnen banen naar het nulpunt, maar zonder handschoenen was er geen beginnen aan. Ik kom wel eens terug met Wolf in de herfst, met lange broeken en handschoenen :-p

We reden iets verder, naar een ander park, en wandelden toen voorbij een alleraardigst restaurant met een heel fijne tuin in de schaduw. Hmmm. We gingen de cache oppikken, en toen we opnieuw langs het restaurantje liepen, leek het me echt te leuk. “Merel, eten we thuis, of eten we hier?” Domme vraag, natuurlijk. Voor 12 euro had ik een voorgerecht van fetasalade en een pasta maison met scampi, en voor 7 euro kreeg Merel een pasta bolognaise.

Dik in orde! Rosalie, heet het, op de Antwerpsesteenweg, en naar ’t schijnt moet je ’s avonds best reserveren, zeiden ze. Ik kan het me voorstellen, want ook in deze hitte liep het aardig vol.

Enfin, Merel en ik wilden toch nog een cache gaan zoeken aan Dok Noord, en meteen ook eens het nieuwe winkelcentrum bekijken. Het was wel pokkeheet, maar bon. Samen liepen we de vroegere grintbakken in aan de Blauwe Kraan, waar nu een officieel grafittipunt is. Het is eraan te zien, en er zijn echt mooie dingen.

De cache vonden we opnieuw niet: ik had een vrij goed idee waar hij zat (en dat is me bevestigd door de legger) maar dat was in de volle, volle zon, van metaal, en ik zag het echt niet zitten om langer te zoeken. Ook hier kom ik wel eens terug met Wolf.

En dan gingen Merel en ik op tocht in het nieuwe Dok Noord: we hadden een paar dingen nodig uit de Delhaize, en daar is er een gloednieuwe, en vrij grote ook. De locatie zelf was eigenlijk ook best indrukwekkend: een groot open plein met een heel gezellig terras, en dan een behoorlijk aantal winkels met een wandelarcade. De foto’s zijn met de gsm getrokken, maar geven toch een beetje een idee. En warm, warm!

En dus reden Merel en ik dan toch maar naar huis om af te koelen. We waren eerst van plan geweest om vandaag naar de Blaarmeersen te gaan, maar man, ’t is echt veel te heet! Blijkbaar was het maar goed ook dat we thuis bleven, want de jongens wisten te vertellen dat de Blaarmeersen overvol waren, en dat de mensen zelfs op de stenen zaten.

Gelukkig kwam de ijskar voorbij, een ijsje was welkom ^^

IMG_5936

En Wolf, die zag het in deze hitte nota bene nog zitten om, na een ganse dag sporten, ook ’s avonds nog op de rugbytraining te blijven. Amai, goed zot!

 

Stommiteiten…

Vanmorgen was het een pak relaxter: ik had zelf mijn wekker gezet, en iedereen was netjes op tijd wakker en op tijd klaar, no stress. Oef.

Toen ik terugkwam van de Blaarmeersen, was ik net op tijd om Chantal even mee te helpen en dan samen met haar koffie te drinken: een vast ritueel, als ik thuis ben. En wat vond ik op de keukentafel bij het opruimen? Juist, Kobes lunchpakket. Zucht. Ik dronk rustig koffie, verzamelde een hoop gerief voor Zomergem, en reed met Merel naar de Blaarmeersen, om een blijk Kobetje zijn boterhammen te brengen.

Merel en ik maakten een klein wandelingetje, en reden toen naar Zomergem om daar nog wat kleren van ons ma op te ruimen. Die doen dus echt een hele toer: ik sorteer en vouw op, en neem mee wat ik zelf wil. Maar ons ma was kleiner dan ik, en vooral slanker, en er zijn dus niet veel dingen die ik kan gebruiken. Ik laat de stapeltjes netjes op haar bed liggen, en dan kijkt Martine (zwaai, want ik weet dat ge dit ook leest), de kuisvrouw, ook alles eens na op bruikbare dingen. Dan neem ik het mee naar Wondelgem, waar mijn kuisvrouw, die wel dezelfde maten heeft als ons ma, ook nog een keertje kijkt of er dingen bij zitten die ze leuk vindt, en dan gaat alles naar de dekenij in Zomergem. Daar is een inzamelpunt voor kleren: zij delen uit aan mensen onder de armoedegrens, aan vluchtelingen, en eventueel aan missiewerk. In ieder geval wordt alles prima gebruikt. Ik ben er vandaag een hoop dozen gaan afzetten van hier bij mij thuis: oude Tshirts en broeken van Bart, dingen van mij die ik toch niet meer draag, oude dekbedovertrekken, kleuterboekentasjes, dat soort dingen, een halve koffer vol.

Enfin, het liep dus tegen kwart voor een toen we weer thuis waren, en wat zie ik op de keukentafel staan? Wolfs brooddoos, gene zever. Blijkbaar had hij die op het aanrecht gevonden, en Chantal had die dus in het zicht gezet. Alleen… tegen dat ik ooit aan de Blaarmeersen zou zijn met die doos, was het één uur, en tegen dan is hun middagpauze voorbij en beginnen ze weer te sporten. Hmpf. Niet dat Wolf honger had geleden hoor: hij had van overal wel een stuk boterham gekregen, en had uiteindelijk meer dan genoeg gegeten. Merel at met veel smaak Wolfs sandwichen op, en dat was dat.

Tegen half drie stonden we bij de dokter: de kattenbeet was intussen serieus pijn beginnen doen, stond gezwollen en voelde warm aan. Beginnende ontsteking dus, en navenante antibioticakuur en tetanosspuit. Joepie.

Nog een chance dat het vooral niet warm is en we er dus geen last van hebben. Zucht…

 

Rugbykamp en kattenbeet (maar niet gerelateerd)

De jongens hebben deze week de hele week rugbykamp, onafhankelijk van elkaar. Kobe kon naar een trainingskamp van de GRFC zelf, de club dus, met een schitterende Nieuw-Zeelandse trainer, gecombineerd met omnisport. Wolf gaat op hetzelfde moment naar een rugby-omnisportkamp van de Stad Gent uit. Hij kon niet meer deelnemen aan dat van de GRFC omdat hij daar net te oud voor is, maar geen nood dus. Ik heb vanmorgen de rugbytrainer van het kamp gezien, en da’s een ex-speler van ons die nu in Antwerpen woont en daar ook speelt. Toevallig zitten ook Ralph en Rhune, twee vrienden van de jongens, op datzelfde kamp. Ik heb dus een auto vol naar de Blaarmeersen gebracht deze morgen, terwijl Merel rustig tv keek thuis. Enfin, rustig… Zij wel, wij iets minder: Wolf had zijn wekker gezet om kwart over zeven maar was daar rats doorheen geslapen. Juist ja. Merel maakte me wakker om vijf over acht, en we moesten zeker om half negen in de auto zitten. Er is hier dus gecrosst, gelopen en gevlogen. Bart had gezegd dat hij wel sandwichen ging halen, en was dat ook vergeten. Wolf heeft hem gebeld terwijl ik in de douche stond, en hij is nog speciaal teruggekomen van ’t werk om broodjes te brengen. Enfin, we waren zo nog vreselijk nipt op tijd, oef.

Ik ben benieuwd voor de rest van de week, eigenlijk: ze geven voortdurend boven de 30°, en als je dan de hele dag moet sporten in openlucht, ja santé.

Maar bon, ik had intussen hier het rijk alleen, heel erg rustig, want Merel speelt doorgaans op haar eentje boven. Tot ik plots een onaards gemiauw/gegrol hoorde buiten, en toch even ging kijken. Ik zag Gandalf midden op ’t straat op een twintigtal centimeter van een andere kant staan grollen, klaar om aan te vallen. Hmm. Ik vond dat niet zo’n goed idee, en liep ernaartoe, in het gedacht dat de katten dan wel zouden weglopen. Niet dus, ze negeerden me compleet. En toen had ik zelf een niet zo goed idee, namelijk om Gandalf met mijn voet weg te duwen. Duidelijk vond mijn dominante ex-kater dat ik me niet te moeien had, en prompt viel hij mij aan, waarbij hij zich vastklauwde rond mijn been en zo hard beet als hij kon door mijn jeansbroek. Euh… Ik schudde hem met enige moeite los, en liep naar binnen, waarna ik de schade opmat. En jawel vier diepe sporen van zijn hoektanden, daartussen een stevige bloeduitstorting en achteraan de krabben van zijn klauwen.

Ik waste alles voorzichtig uit, en hoopte dat het bloeden snel ging stoppen, maar het ene gaatje is wel vier uur blijven bloeden, met doorweekte lakkertjes tot gevolg. Ik ga zien wat het tegen morgen geeft, en desnoods naar de dokter gaan. Vandaag nog even afwachten.

Intussen ging ik even langs school langs, wat uitliep tot meer dan twee uur, en Merel was de liefheid zelve: braaf, rustig, aan het lezen, zonder een woord te zeggen of te klagen. Toen we na school langs de Aldi gingen voor boodschappen, kreeg ze dan ook een pluchen lammetje van me, en was ze helemaal door het dolle heen.

Fien (de mama van Ralph en Rhune) is dan de jongens gaan ophalen, en ik vond dat nog wel zo gemakkelijk. En verder? Heb ik vandaag eigenlijk vooral nog gelezen. Heerlijk, zo vakantie.