Verkavelingsaanvraag

Deze avond is de architecte weer langsgeweest: er is een bijkomende moeilijkheid. Die zal wel opgelost geraken, maar vraagt gewoon veel extra werk. Alweer.

Het verkavelingsplan van onze wijk is al een zeer oud beestje, en ons huis is eigenlijk onlogisch. Op het plan staat nl. dat ons terras, waar we willen uitbreiden, eigenlijk niet bebouwbaar is, terwijl dat op alle andere hoeken van de wijk wél het geval is.

De betreffende ambtenaren zagen geen probleem en vonden de verbouwing wel een verbetering, maar er moet dus een officiële wijziging van de verkavelingsplannen aangevraagd worden, en daar heb je de handtekeningen van de eigenaars uit de ganse verkaveling voor nodig. Zo op het eerste zicht meer dan honderd. Zodra die aanvraag is ingediend, is er – net zoals bij een bouwaanvraag – 105 dagen wachttijd.

Ugh.

Ik zal al maar eens naar Stedebouw en Kadaster gaan zeker, op zoek naar welke huizen er allemaal in de verkaveling vallen, en de namen en adressen van de eigenaars?

Soms verdenk ik ervan dat er mensen zijn die mij bezigheidstherapie willen opsolferen. Ne mens blijft bezig…

Schoolmama

Kobe leert op dit moment op school over muziekinstrumenten. Op zijn kleuters, uiteraard, maar toch: ik vind dat wijs. Vorige week mochten ze muziekinstrumenten meenemen, en ik had hem een (slechte) blokfluit meegegeven, zijn mondharmonica, en een paar castagnetten.

Er kwam ook een oproep of er mama’s of papa’s waren die instrumenten bespeelden, en dat even wilden laten zien in de klas. Dus toog ik deze voormiddag (ik begin pas zelf om 11.15u met lesgeven) naar de kleuterklas met een viool en een mandoline, en had Kobe ’s morgens al een klaroen meegenomen, die ik geleend had van een collega.

De juf had geprobeerd om er een geluid uit te krijgen, maar dat was niet zo’n succes gebleken. Kobe had toen blijkbaar nogal hard met zijn ogen gerold, en gezegd: “Maar juf toch, ge moet daar zo’n protje in laten, ik zal het ne keer tonen”, en toen had hij een zeer enthousiaste klaroenstoot ten beste gegeven.

Ik heb ze de mandoline laten vasthouden, ze hebben van dichtbij mogen kijken naar de viool, mogen voelen aan de strijkstok, een stemvork tegen hun oor gehouden, en ik heb meegespeeld op viool en blokfluit met een liedje dat ze zongen.

Ik had wel het gevoel dat ze het wijs vonden.

En Kobe, die glunderde.

Verjaardagsfeestje deel 2

Wolf vindt het nog steeds fijn om een familieverjaardagsfeestje te houden. Voor de cadeautjes moet hij het niet doen: die krijgt hij anders ook wel. Maar het is inderdaad leuk om de familie bij elkaar te hebben, taart te eten, en te kletsen.

Wolf had een hele hoop Skylanders gekregen (iets met een computerspel, je moet het maar googlen) en zat dus naarstig op de Wii te spelen – met het geluid af – en genoot er intens van. Voor de rest waren het envelopjes, omdat hij verder niks anders wilde, en de andere Skylanders (er zijn in totaal 32 figuurtjes) compleet uitverkocht zijn.

Het was trouwens ook mooi om het klein grut samen te zien; spijtig dat mijn oudste broer er niet was, die was net op weekend, want dan hadden we nog een extra klein meisje 🙂

Het was best gezellig, eigenlijk. Alleen jammer dat mijn schoonvader zich niet goed genoeg voelde om mee te komen, en dat vonden mijn ouders ook, want het was al lang geleden dat die hem gezien hadden. Volgende keer beter, Jeroom!

Voor de foto’s zal ik eens in de richting van Dirk moeten kijken. Ik heb er enkel eentje van de cupcakes die de jongens gemaakt hebben voor de gasten.

cupcakes

Verjaardagsfeestje

Tsja, wat doe je als je acht wordt? Een paar vriendjes uitnodigen, en spelen, natuurlijk!

Ik zag het niet zitten om iets in Pretland of dat soort dingen te doen, en Wolf was het daar blijkbaar wel mee eens. Hij had vijf vriendjes uitgenodigd (eentje meldde de dag vooraf dat hij niet kon, te laat om nog een ander uit te nodigen) van twee tot vijf, en we hadden een hoop ‘huisjes’ opgezet: het tafelhuis, twee kartonnen dooshuizen en een iglo uit de Ikea. Ik weet begot niet wat ze allemaal hebben uitgespookt, maar er werd gigantisch veel gegiecheld en geslopen. Iets met diefje, dacht ik. Ze zaten hier beneden, ze zaten boven, ze liepen rond in hun verkleedkleren…

feestjewolf1

feestjewolf2

Rond half vier werd er taart gegeten,

feestjewolf3

feestjewolf4

daarna werd er muziekpak gedaan,

feestjewolf5

en rond half vijf bakte ik pannenkoeken.

feestjewolf6

En tegen zes uur was iedereen naar huis, en waren de jongens doodop. En ik nog meer, want Bart was de hele dag op het werk.

Met sprongen vooruit

Merel was de laatste twee weken gewoon niet te genieten: zagen, zeuren, het minste was verkeerd, niet willen slapen zoals het hoort… Ze wilde voortdurend bij ons zijn, maar wilde dan toch niet gepakt worden. Ze begon midden in de nacht onbedaarlijk te huilen, maar wilde niet eens getroost worden, laat staan dat ze iets wilde eten of drinken. Pas met veel moeite kon ik haar telkens weer stil krijgen, en doen slapen. Ook in de crèche zeiden ze hetzelfde: met moeite willen eten, nauwelijks willen slapen, en voortdurend zeuren en zagen.

Blergh.

Maar vorige week sloeg ze ineens om: vrolijk, goedlachs, eten als een delver, knuffelig, prima slaper. Ze kon plotseling ook heel mooi alleen spelen, begon niet meer te zagen aan tafel als ze genoeg boterhammen had en haar fles melk wilde, maar wachtte netjes af tot ook wij klaar waren met eten.

Kortom, een gans ander kind, zo plots. Waaraan dat gelegen is? Geen flauw idee. De tanden die ze aan het krijgen was (vijf stuks tegelijk) zitten er allemaal door, ze stapt nu volop zonder nog tussenin te kruipen of zich te willen vasthouden, en haar eerste woorden zijn ook al een feit: ze zegt (al een tijdje) mama, fes (fles) nam (alles wat eten is), maar zegt ook klanken achter, zoals zetel en dergelijke. Ze kan zich sowieso goed verstaanbaar maken, met gebaartjes, lachjes en hoofdgeschud.

En ik, ik ben stapelzot van mijn kleine meid, mijn cadeautje, mijn wondertje. Al vijftien maanden lang.