Frankrijk: dag zeven

Deze morgen zijn we opgestaan bij een stralende zon 🙂 Eindelijk, zou ik zo zeggen. De hemel was diepblauw boven de beboste heuvels, en al rond negen uur konden de ramen wijd open.

De voormiddag hebben we weer bijzonder lui doorgebracht met tv, spelletjes en boekjes. Tegen half twaalf hebben we ons opgepakt en zijn door de hitte (toch een 32 graden) naar Autun gereden om daar te eten en boodschappen te doen. Om veel rond te lopen was het eigenlijk veel te warm. Wel een groot contrast met maandag, toen we in de miezerige regen bij 14 graden naar de kathedraal zijn gaan kijken.
We hebben gegeten in pure vakantiestemming: op een groot terras aan een rustige, typisch Franse straat, onder enorme parasols, en met bijzonder lekker eten. De kinderen hadden een kindermenu, en gelukkig eens niet de obligate kipvingers met frieten, junkfood eerste klas. Ze kregen elk een mooi stukje gebakken witte vis, met verse bladspinazie en gemengde groentjes, stijl ratatouille. Bart ging voor een steak met foie gras, en ik had een groot bord met tien kikkerbillen in de roomsaus. Helaas waren de enige groenten daarbij de kruiden, maar ik heb dan wat van de kinderen hun groenten gegeten, en dat was ook meer dan ok. Ik kreeg de kikkerbillen niet eens op, en ze waren nochtans bijzonder lekker 🙂 Aangezien ik nog steeds niet naar toilet kan gaan, kan ik ook nauwelijks eten: een dessert heb ik dan ook aan de mannen overgelaten, en zelf alles afgeslagen.

Aangezien iedereen last had van de hitte, hebben we niet verder rondgelopen, maar zijn we nog snel een paar boodschappen gaan doen (probeer maar eens brood te vinden dat geen stokbrood is), en daarna naar het huisje teruggekeerd voor een deftige siësta.

Tegen vijf uur zijn we dan naar het zwembadje gegaan, al had Jeroen ons gewaarschuwd dat het behoorlijk koud was. En yup, we moesten hem gelijk geven: Bart is er eventjes ingesprongen en er vrijwel meteen weer uitgegaan, ik ben er maar heel langzaam ingegaan, maar de kinderen hebben behoorlijk gespeeld. Tegen zes uur was Wolf aan het klappertanden en zagen zijn lippen lichtjes blauw, en hebben we ze maar onder een hete douche gezet.

Al bij al weer een hele fijne dag met een echt vakantiegevoel. Blij dat we alsnog besloten hebben toch tot morgenvroeg te blijven. Maar de valiezen zijn alweer gepakt, alles staat al klaar in de mate van het mogelijke, zodat we deze keer wél vroeg kunnen vertrekken en misschien nog het nieuwe museum in Metz kunnen meepikken. We zien morgen wel hoe het loopt.

Frankrijk, dag zes

Oef. Het gaat gelukkig al een heel pak beter dan gisteren, ik zit zelfs pijnloos te typen op het terras, terwijl Bart binnen is gebleven in ons huisje, bij de slapende kinderen.

Deze morgen was de rug inderdaad al wat beter, maar zeker nog niet ideaal. De Lansoÿl (het parrafinemedicijn) heeft nog totaal geen effect, maar kom. Ik heb ontbeten met een groot glas fruitsap en alle medicatie, meer kreeg ik niet door mijn keel. Verder heb ik opnieuw veel gelegen deze voormiddag, terwijl de kinderen speelden, en Bart aan Wolf leerde hoe hij moest zwartepieten (of Pijke Zot spelen, zoals wij het eigenlijk noemen). Buiten zag het er eerst weer bijzonder grijs uit, maar geleidelijk klaarde het op. Vlak voor de middag (Bart was de spaghetti al aan het opwarmen) moest ik plots richting toilet crossen, helaas niet voor het gewenste effect: in een paar serieuze gulpen kwam alle fruitsap en water er weer uit. Hmm. Op het eerste zicht niet zo goed dus, maarre… Mijn rug was plots weer in orde, en ik voelde me zelfs behoorlijk ok! Hehe, eindelijk!

Bart had intussen het vaste voornemen opgevat om morgen al naar huis te gaan: dan kon ik rustig thuis in mijn eigen bed ziek zijn, en waren er bekende dokters bij de hand en zo. Dat overgeven had hem helemaal bezorgd gemaakt. Soit, ik voelde me echt beter, alleen kon ik nog steeds nauwelijks eten: een hap of vijf spaghetti volstond al ruimschoots, en het appeltaartje in de namiddag hebben de jongens onder elkaar verdeeld. Kobe was intussen hondemoe, en deed een stevige middagdut tot half vier, en zelf heb ik ook wel een uur of twee geslapen. Daarna heb ik mee gekaart, en voelde ik me echt wel ok. Toen Kobe wakker werd, scheen de zon volop, was het echt warm buiten, en wilde ik graag nog op uitstap naar Le Lac de Settons, op een half uurtje rijden. Jeroen (de gastheer) had gezegd dat je er ook kon zwemmen, dat er verschillende kleine strandjes waren, en dus overtuigde ik Bart om het zwemgerei mee te nemen. Hij had sowieso wat overtuiging nodig, want hij vond het een compleet onzinnig idee om nog op stap te gaan.

Een half uurtje rijden later door het prachtige natuurreservaat kwamen we effectief aan het water: een enorm meer, omzoomd door weelderige bossen. We vonden een parkeerplaatsje aan een klein keienstrandje (man, wat waren die keien scherp zeg! Mijn voeten doen er nog zeer van) waar nog een andere familie aan het spelen was, en de kinderen gingen meteen pootjebaden. Het water was lang zo koud niet als gedacht, en iets later hadden de jongens en ik onze zwembroeken aan, en werd er druk gespeeld. Kobe had nog wel wat watervrees, maar amuseerde zich blijkbaar toch. Bart bleef op de oever staan kijken, volledig gekleed, tot en met zijn schoenen. We mochten zelfs even een rubberbootje lenen van de andere familie, wat Wolf uiteraard super vond.

Tegen iets na zessen waren we weer thuis, en was Bart overtuigd om alsnog een dag te blijven, en pas zondag naar huis te gaan, zoals gepland.

Als nu nog die parrafine zou willen werken, komt het misschien nog wel goed 🙂

Frankrijk, dag 5

Vannacht was een moeilijke nacht, omdat ik me niet kon omdraaien zonder wakker te worden van de pijn. Toch had ik de indruk dat het al een pak beter ging: ik kon min of meer pijnloos ‘lopen’, al zij het nog compleet scheef. Ik heb me de hele morgen nog bijzonder koest gehouden, boek nummer twee (Der Erwählte van Thomas Mann) uitgelezen, terwijl de kinderen speelden en tekenden, Wolf een gigantische dominomuur maakte, en Bart om boodschappen reed en spaghetti maakte.

Na de middag zijn we richting Bribacte gereden: de grootste Gallische stad in de eerste eeuw voor Christus, hoofdstad van de Haedui (welbekend onder mijn leerlingen, lang leve Caesar). Nu is er een museum, en zijn er voortdurend opgravingen te zien. Het ligt op de hoogste heuvel van de Morvan (817 m) en je hebt er prachtige vergezichten. Veel is er daarnaast helaas niet te zien, maar het was mooi weer (25 graden en af en toe dikke wolken) en we hebben rondgelopen. Gelukkig was er een busjesdienst van beneden naar boven en terug, want dat zou ik niet gehaald hebben. Ik was dan ook kapot na de wandeling, en ben, zodra we thuiskwamen, opnieuw gaan platliggen.

Ik denk dat de rugpijn ook voor een deel veroorzaakt wordt door serieuze constipatie: het is al een week geleden dat ik nog eens deftig mijn ding heb kunnen doen. Ik eet dan ook nog nauwelijks, en ben alweer vermagerd. Bart is deze morgen langs de plaatselijke apotheker gereden, en ik heb een jello-achtige substantie meegekregen, zijnde pure paraffine. Veel meer mag en kan ik niet nemen zonder doktersadvies, zwanger zijnde. Maar dit is ook niet houdbaar.

Pff. En toch doet de vakantie wel deugd.

Frankrijk, dag 4

Hmpf. Heel erg hmpf zelfs.

Vandaag was het plan om een rustige voormiddag door te brengen, vroeg te eten, en dan te vertrekken naar Bribacte, een grote Gallische site hier niet zo ver van. Deel één van het plan ging prima: de hele voormiddag is er rustig gespeeld, geknuffeld en gekletst. Bart begon rond half twaalf aan het eten, terwijl ik de kinderen douchte. Nog steeds volgens plan, dus. En toen, bij het aankleden, wilde ik iets in de vuilbak gooien, en schoot het in mijn rug. Ik jammerde het uit, en viel. Bart is komen aanspurten, heeft me geholpen plat op mijn rug te gaan liggen, en dat was dat. Helaas.

Met moeite heb ik iets van kleren aangekregen, ben ik tot aan de tafel gestrompeld om te eten, en ben ik daarna gewoon plat in mijn bed gaan liggen. Zucht. Tot zover de plannen voor vandaag, maar bon, het is toch alweer grauw buiten, met motregen…

Ik heb de hele middag platgelegen, heb meteen mijn boek uitgelezen (‘Henry & June’ van Anaïs Nin) en vooral niet te veel bewogen. Bart heeft de kinderen beziggehouden, en is uiteindelijk met hen naar Autun naar de supermarkt gereden, want we hadden pampers nodig en die hebben ze niet hier in het dorp.

Nu ben ik met veel moeite van het huisje naar het hoofdterras gestrompeld, en als ik zit, valt de pijn wel mee. Maar ik ben wel serieus bezorgd voor de rest van de vakantie. Morgen zou het – deze keer effectief – goed weer worden, en ik kan met moeite gaan. Ik ga vanavond die rug goed warm houden, en vooral me koest houden. En hopen en bidden dat het tegen morgen over is…

Frankrijk, dag 2 en 3

Gisteren zijn we effectief naar Autun gegaan, hebben ginder gegeten en zijn dan wat gaan rondlopen in de motregen. Het was amper 15 graden, een zielige dag dus. We hebben de kathedraal gezien, zijn gaan rondlopen in het oude stadsdeel, en hebben daarna een warenhuis gezocht. Rond vier uur waren we alweer thuis en heeft Kobe nog geslapen. Vandaag ging beter zijn, maar het is nog steeds bewolkt, 23 graden, dat wel. We zijn eigenlijk niet eens buiten geweest: een rustige voormiddag met spelletjes, gekookt, stevige middagdut, en nu zijn de kinderen hier buiten aan het terras aan het tekenen en vliegers aan het maken, terwijl wij even online gaan. Er is echt een grote algemene tuin met glijbaan, speelhuisje, trampoline, grasveld… We zitten onder een grote plataan aan een van de teak tafels, en ja, het geeft toch wel het vakantiegevoel. Het is hier vooral heel erg rustig, en erg weinig te doen, zodat zelfs Bart tot rust komt. Alleen jammer dat het te koud is voor het zwembad, maar hopelijk komt dat nog. Er is ons alvast beter weer beloofd. Ik ben benieuwd.

Parkje aan de Gentseaardeweg

Toen ik een paar weken geleden aan het Vanbeverenplein in Wondelgem moest zijn, nam ik een ietwat ongewone weg terug naar huis, en stootte ik op een allercharmantst parkje aan de Gentseaardeweg. Ik had het nooit eerder gezien, en de kinderen waren er meteen weg van.

De speeltuin is niet meteen alledaags: er zijn geen glijbanen, geen schommels en geen gewone klimrekken. Er zijn wel twee grote heuvels opgeworpen, waarop alle mogelijke klimtuigen staan opgesteld: grote palen met uitsparingen om de voeten te zetten, klimnetten, hangtouwen, een wiebelbalk… Wolf, zes jaar, was er meteen weg van, en legde het behendigheidsparcours meerdere keren af. Voor Kobe, net drie geworden, is het nog wat te moeilijk, maar met de hulp van mama lukt het toch ook aardig. Toch vond hij de speelvissen in de zandvlakte tussen de twee heuvels nog het leukste, samen met het vlot dat daarin ligt: ideaal om de fantasie te laten werken, zo bleek.

Ik zat er al een tijdje op één van de balken, toen een buurtbewoner met zijn hondje een praatje kwam maken. Vroeger stond er een meer conventioneel speeltuintje, vertelde hij, meer gericht naar kleine kinderen, maar aangezien er vandalisme was, en er vooral jongeren kwamen rondhangen, hebben ze het omgebouwd. Helaas zijn toen ook de zitbanken verdwenen, die vooral bij de oudere bevolking zeer populair waren. En als je nu met je kleinkinderen komt, waar moet je dan in hemelsnaam zitten? Ik moest hem gelijk geven, ik had me zelf ook op een van de speeltuigen gezet.

Toen ik een opmerking maakte over het feit dat er zo goed als niks van afval in het zand lag, lachte hij schamper: dat was niet omdat de mensen plotseling zoveel gemeenschapszin hadden, maar wel omdat een negentigjarige uit een van de aanpalende huizen vrijwel elke dag zijn toertje deed, en al het afval verzamelde. Chapeau!

Hij vond het wel jammer (en hij echt niet alleen, mijn kinderen ook) dat de heuvels en de zijkanten van het parkje zo overwoekerd waren met brandnetels. Er waren mooi begaanbare paadjes, maar bepaalde balken waren niet meer bruikbaar door de netels. Vorig jaar had hij een mailtje gestuurd en waren ze het komen maaien, vertelde hij.

Intussen zag ik de een na de ander passeren met zijn hond op het belendende grasveld, soms zelfs hele groepjes wandelaars. En hadden die allemaal een zakje mee om het gevoeg van hun huisdier op te ruimen? Was het maar waar… Ik heb de kinderen dan ook moeten verbieden om op het grasveld te lopen: dat was gewoon een uitgebreid hondentoilet, helaas, en niet geschikt als speelweide.

Toen ik thuis kwam, heb ik via GentInfo (09/210.10.10) naar de groendienst van de stad gebeld, en de netels gemeld. Onze huisfotograaf van Gentblogt is twee dagen later foto’s gaan nemen, en jawel, de netels waren netjes verdwenen. Ik denk dat ik één dezer nog eens met de kinderen tot daar fiets: het ziet er weer helemaal bespeelbaar uit!

Dit artikel is eerder al verschenen op Gentblogt, en daar kan je dan ook meteen de foto’s zien van onze onvolprezen fotograaf Max.

Frankrijk, here we are!

Gisterenmorgen hebben Bart en ik de valiezen gepakt – ik had daar vrijdag de fut niet voor – en iets voor tien uur zijn we vertrokken richting Frankrijk. De rit heeft ons, door file, stortregens en gigantische omleidingen (sta maar eens vlak voor Luik om dan toch nog naar Namen gestuurd te worden) bijzonder veel tijd gekost: we zijn alleen af en toe gestopt om te eten en zo, en we waren er toch pas om half negen. Die stomme GPS (die we gelukkig pas gevolgd hebben vanaf Dijon) heeft ons de scenic routes getoond, niet de snelste weg, vermoed ik. De kinderen hebben zich wel voorbeeldig gedragen, geen enkele keer gezaagd of zo. Ze lagen pas om half tien in bed, stikkapot (ik een half uurtje later) maar zijn nu wel weer helemaal vrolijk.

Deze morgen was het aan het gieten. We hebben dan maar per auto boodschappen gedaan in het kruideniertje in het dorp, zelf gekookt, gespeeld, ik zowel ’s voormiddags als ’s namiddags nog een paar uur geslapen, en dan een mooie wandeling gemaakt langs het riviertje achter ons huisje. Tegen dan kwam de zon al af en toe piepen.

Morgen schijnt er een koude, natte dag te komen, daarna wordt het beter, tot 26 graden zelfs. Ik zit op het terras van het hoofdgebouw (toch geen wifi in ons huisje, grmbl) terwijl Bart aan het voetballen is met de jongens. Er is een zwembad(je), een trampoline, een glijbaan met zandbakje en zo, en eigenlijk een mooi groot domein. En zoals gezegd, een riviertje langs ons huisje. Zalig!

Straks gaan we de kinderen brood geven en in bed steken. Die hebben het echt lastig om ’s avonds nog warm te eten. De table d’hote is trouwens toch maar om half negen, veel te laat voor hen. Morgen gaan wellicht naar Autun, daar rondlopen, iets eten ’s middags en zo. We zien wel.

Ik ben alleen nog zo vreselijk moe… Ik heb niet de indruk dat het al echt betert, helaas, zelfs van een simpel wandelingetje ben ik doodop.

Nu, we zien wel, ook voor Bart is het een uitrustvakantie, en de kinderen hebben sowieso nog geen boodschap aan lange wandelingen.

Curieus

Blijkbaar zijn er nogal wat mensen die, na mijn opmerking op Facebook en Twitter, bijzonder nieuwsgierig zijn naar wat ik nu eigenlijk heb gekregen van mijn schoonmoeder op Kobes verjaardag.

Wel, ik had al eerder geprobeerd een foto te nemen, maar mijn toestelletje wilde maar niet scherpstellen op het kleinood. Nu heb ik het vanop een afstand gefotografeerd in vrij deftige resolutie, en dan gewoon uitgeknipt. Het is nog steeds niet echt scherp (op een zwarte achtergrond lukte het al helemaal niet), maar je hebt toch een idee.

Et voilà. Ik vind het prachtig: wit goud met 13 diamantjes.

kettinkje

Keuken

Mijn ma is de beste! Maar dat heb ik u vast al eerder verteld.
Sinds de verbouwingen, en de nieuwe deur tussen woonkamer en keuken, was de keuken niet meer om aan te zien. Het gele behangpapier was al langer verschenen, maar nu waren er rond de deur ook witte stroken, en bovenaan was het gewoon weggetrokken. Tijd voor nieuw behang dus. In het begin van de vakantie had ik met de kinderen al een groot deel van het papier afgedaan, maar toen werd het meer dan dertig graden, en was het te warm voor dat soort werkjes. Daarna waren er Gentse Feesten en hadden we andere dingen te doen, en sindsdien voelde ik me gewoon niet goed genoeg. Intussen weet ik ook wel waarom, maar het feit blijft dat de keuken nu helemaal een verschrikking was, met half afgetrokken papier en wascotekeningen op de witte muur.
En toen kwam mijn ma to the rescue! Ze had al eerder toegestemd om te helpen behangen, ze is daar namelijk heel goed in. Het kernwoord was toen wel ‘helpen’. Maar gisteren is ze dus gewoon al tegen elf uur afgekomen, en hebben we samen het resterende papier afgehaald. Na een smakelijke dagschotel is ze dan effectief beginnen rekenen, papier afsnijden, pappen en behangen. Ik stond erbij en keek ernaar, hielp hier en daar waar ik kon, en ging af en toe gewoon liggen, doodop. Rond zes uur is ze gestopt, en toen was er een muur volledig klaar, deurgat en al, en een strook aan een andere muur.
Ik zit erop te kijken van aan de keukentafel, en geniet: ik vind het nu al prachtig! Hopelijk voel ik me voor deel twee een pak beter, en kan ik meer doen. Maar ma: je bent een schatje!

Meh.

Het gaat niet zo goed met mij momenteel. Fysiek dan. Vorige zaterdag werd ik wakker met heel dikke vingers, en kon ik niet eens het rolluik van de kinderkamer optrekken omdat ik de riem niet kon vastnemen. Gelukkig ging het vrij snel over, maar mijn ringen pasten toch nog niet echt. ’s Avonds gingen we eten met mijn broer en schoonzusje, en bleek ik nauwelijks in mijn gesloten schoenen te kunnen. Huh? Blijkbaar dus ook gezwollen voeten. Zondagmorgen was het nog erger: mijn handen stonden compleet dik, maar alle gewrichten deden ook gewoon pijn! Niet normaal dus, en daarom ging ik maandagmorgen naar de dokter. Conclusie: serieus oedeem, wellicht zwangerschapsgerelateerd, en lichte pillen daarvoor. Ze heeft meteen ook mijn bloed getrokken, op mijn aanvraag, omdat ik zo vreselijk moe loop, en bij de vorige zwangerschappen mijn bloedwaarden ook sterk moesten gemonitord worden (waar mijn interimgynaecoloog blijkbaar geen oren naar heeft). Dinsdagmiddag mocht ik bellen, en Shari klonk vrij ongerust aan telefoon: mijn ijzerwaarden waren véél te laag (voor de ingewijden: 6, waar het tussen 13 en 130 moet zijn) en daarom had ik ook al een te laag gehalte aan rode bloedcellen. Anemie, dus. Er waren nog wel wat dingen te laag, en mijn witte bloedcellen waren dan weer te hoog. Allez bon. Ik moest dringend ijzerpillen nemen, en als dat niet hielp, desnoods inspuitingen, want dat moet echt verholpen worden. Bij Wolf was dat trouwens ook zo, ik heb een bloedtransfusie gekregen twee dagen na de geboorte om de rode bloedcellen en het ijzer weer op weg te helpen toen.
In ieder geval verklaart het wel waarom ik zo dodelijk moe ben de hele tijd. Ik sta ’s morgens even moe op als ik gaan slapen ben, ik heb totaal, maar dan ook totaal geen energie, en alles is me te veel. Ik slaap ’s nachts tien uur, maar val dan overdag ook nog een paar keer in slaap. Ik HAAT het!  Als dat maar goed komt in Frankrijk…