Beware beware the Ides of March

Gisteren was een dag om snel te vergeten. Eentje met te veel dag en te weinig rug, waardoor ik op het eind misselijk was van de pijn.

Er was het nieuws van Bib dat keihard binnenkwam, veel harder dan dat ik ooit verwacht had.

Er was een half uur rechtstaan bij het toezicht, en daarna twee uur lesgeven aan eerstes die blijkbaar zin hadden om lastig te doen. Ik heb lastig terug gedaan.

Er was de anderhalf uur durende personeelsvergaderingen op de archislechte klapstoelen, waardoor ik na een kwartier al aan het ijsberen was. Dat is ook niet goed voor de rug, maar doet iets minder pijn.

Er was het half uurtje tussen waarbij ik een beetje neergelegen heb, maar waar al snel ouders passeerden.

Er was het uur oudercontact. Ik had maar drie ouders, gelukkig, maar dat is opnieuw een uur stilzitten. Wat wel gigantisch deugd deed, was dat er een leerlinge met haar moeder was om me te bedanken. Ik had bij het kerstrapport gigantisch ruzie gemaakt met hen, me enorm kwaad gemaakt, en blijkbaar was de boodschap eindelijk, na anderhalf jaar zagen, toch doorgedrongen. Daarvoor wilden ze me bedanken, en dat heb ik enorm, enorm geapprecieerd.

En toen wilde ik, bij het naar huis gaan, even hallo zeggen tegen de ouders van Merels beste vriendinnetje die nog een glas dronken aan de bar. En werd ik getackled door de ouders van een leerlinge die ik niet eens heb. Ik heb nog een uur rechtgestaan, ik raakt niet weg en kreeg de volle lading over me heen. Daar zijn letterlijk de woorden gevallen: “Dat moet al maar 20 uur op een week werken, dat heeft vier maand vakantie, en het is nog te veel moeite om te antwoorden op een e-mail?” Terwijl er heel duidelijk in afsprakennota’s en schoolreglement staat dat alle communicatie per Smartschool verloopt. Tsja…

Ik ben even gaan zitten in de leraarszaal omdat ik dacht dat ik ging wegdraaien van de pijn. Om half negen lag ik in de zetel, heb ik geen vin meer verroerd, heeft Merel me boterhammetjes gebracht en ebde de pijn langzaam weg.

Caesar is omgekomen door 23 messteken. Ik ben er zeker van dat die vooral in zijn onderrug zaten.

Doktersdingen

Twee uur zitten tijdens een personeelsvergadering, dat lukt echt nog niet, zelfs niet als de adjunct mij zijn goeie bureaustoel geeft. Hmpf.

Deze namiddag zat ik dus bij de rugspecialist, want het is niet normaal dat het nu zo lang problemen geeft. Mijn kinesist is er zeker van dat het de hernia’s zijn die lastig doen aangezien ik compleet scheef loop bij momenten, maar de dokter is daar niet zo zeker van. In elk geval wil hij wat de kinesist ook verlangde: nieuwe beeldvorming. Volgende week dinsdag krijg ik dus opnieuw een botscan, zo eentje waarbij je ingespoten wordt met een radioactieve substantie, een SPECT. Zijn woorden: “Uw kinesist kan gelijk hebben dat het de hernia’s zijn, maar eigenlijk kan ze dat niet weten: we gaan een isotopenscan laten maken van uw skelet en dan verder kijken. Het kan gerust artrose zijn, daar was sowieso al een begin van.”

Mag ik gaan werken? Goh… De specialist heeft me twee weken rust geschreven, maar aangezien zijn vier dochters van mij nog les hebben gehad, kent hij me wel een beetje. Met andere woorden: ik moet zelf bepalen wat ik ga doen. Wil ik werken, dan mag dat, hij gaat me niet tegenhouden. En als ik dan vaststel dat het toch niet lukt, moet ik maar bij de huisarts passeren en een briefje vragen.

En nu maar hopen dat de scan iets aantoont dat wél behandelbaar is en niet dat ik er weer mee moet leren leven, want hier heb ik het moeilijk mee.

Hmpf.

Werkendag!

Kobe en Merel waren gisteren al bij hun vriendinnetjes Kaat en Lieze gaan logeren, want vandaag moest ik de hele dag op school zijn: deliberaties, GON-leerlingen, en dan in de namiddag algemene personeelsvergadering. Wolf ging al rond een uur of acht met zijn papa mee naar kantoor, en hij zag dat precies goed zitten.

Eigenlijk had ik in de voormiddag niet echt iets te doen: geen van mijn leerlingen had herexamens, en blijkbaar heb ik ook geen GONners in mijn klassen. Maar vorige week was ik op het idee gekomen om eindelijk de lokalen van een nieuwe nummering te voorzien. In al die jaren dat ik er lesgeef – 23, om precies te zijn – is er bijgebouwd, zijn er klassen gewijzigd, klasjes bijgekomen, en de nummering was een onoverzichtelijk kluwen geworden. Ik kreeg het grondplan, en heb me aan het nummeren gezet. Vorige week op school heb ik het met collega’s overlopen, en hebben we het nog grondig gewijzigd, maar bon, de nieuwe nummering was er. Sam, de werkman, was al overal houdertjes aan het ophangen, en ik heb dan maar papiertjes met de nummers uitgeprint en overal opgehangen, een werkje van een paar uur toch.

Maar rond de middag was het me beu: Bart liet weten dat hij met Wolf onder de Stadshal ging eten, en ik zag dat volledig zitten. Ha ja, want met de moto lukt het dan ook om op anderhalf uur netjes terug te zijn. Met de auto moet je daar zelfs niet aan denken.

Soit, ik at een heerlijk stukje zalm met frieten en genoot van de vrijheid van mijn moto. Ik heb dat ding toch gemist…

IMG_1917

Ik was hopeloos oververhit na de vergadering en het ophangen van de resterende kadertjes en was pas om half zes thuis, maar eigenlijk zie ik het lesgeven alweer helemaal zitten. Oef!

Personeelsvergadering

Dat algemene personeelsvergadering soms wel echt nodig zijn, dat begrijp ik volledig. En ik vind het fantastisch dat we dan ook water en koffie krijgen, met zelf een stukje taart. Na een stevige lesdag doet dat deugd, ja.

Dat we een update krijgen over de doorlichting, een stand van zaken en nog maar eens een alarmbel over wat er nog moet gebeuren, dat ook is nodig, ja.

Maar dat we dan door een extern iemand toegesproken worden als een bende kleuters, compleet met een opsomming “Wat hebben we onthouden? Puntje één… ” Sorry, nee. We zijn ook allemaal volwassenen, meer nog, professionals, voor de helft zelfs universitair geschoold. Moest ik op die manier tegen mijn zesdejaars spreken, ik verlies meteen alle respect, en terecht ook.

Zucht. PR en people skills, het is duidelijk niet iedereen gegeven.