Fietswinkel

Terwijl ik vandaag naar huis reed van school, kreeg ik een telefoontje van Merel: ze was gevallen met de fiets – net naast het fietspad geraakt en daarna tegen het boordje blijven hangen – en haar fiets wilde niet meer mee, haar rem achteraan zat vast.

Bon, ik passeerde letterlijk een minuut later, stopte en bekeek de fiets. Hmm. Zelf kon ik die niet de auto krijgen, dus fiets op slot gezet aan een paal, Merel ingeladen, thuis Merel uitgeladen – ze had wat blauwe plekken maar gelukkig niet meer dan dat – een tegenpruttelende Kobe ingeladen, naar fiets gereden, fiets met heel veel moeite in de auto proberen krijgen, naar de fietsenmaker gereden met de koffer open want dat stuur was te groot, fiets uitgeladen, vastgesteld dat het volledige achterwiel verbogen was, en dan maar de reparatie besteld. Tsja. Maar die fietswinkel, dat is wel wat. Cyclart heeft uiteraard een gamma aan nieuwe fietsen, maar doet vooral herstellingen. En speciallekes: riksja’s, gigantische bakfietsen ter grootte van een kleine remorque, verhuur van de raarste dingen (allemaal op elkaar gestapeld) en daarnaast ook nog in de winkel zelf enkele antiquiteiten. Prachtig, gewoon.

Merel en ik zaten ons wel af te vragen hoe je daarmee voor het licht kan staan. Want achteraan zijn er treetjes om erop te klimmen, maar hoe sta je gewoon stil? Elke keer eraf klimmen? Misschien wel, ja.

Enfin, fiets toch weer eens binnen en weer eens kosten. Zo blijven we bezig.

Krak

Nee, dit was dan weer eens níet de rug, maar wel mijn gsm.

Het moest er eens van komen, het ding was al ettelijke keren tegen de grond gegaan. En vandaag zat ik gewoon op mijn bank, oncomfortabel te wezen, te schuifelen, te wiebelen, te bewegen. En ja, de iPhone lag op mijn bank, en is door al mijn gefriemel er gewoon van af geschoven.

Krak.

Verbrijzelde hoek, en een lange barst door het scherm. Hij werkt gelukkig nog, dat wel, en ik heb een stevig stuk plakband op de kapotte hoek geplakt, maar toch.

135 euro gaat het me kosten. Stom geld…

Plets.

Nee, de rug, dat is het nog eventjes niet.

Deze morgen vertrok ik naar school, parkeerde me aan de zijkant, kroop voorzichtig uit de auto, hing mijn boekentas over een schouder, en begon voorzichtig te stappen, zwaar leunend op mijn wandelstok. Het ging eigenlijk behoorlijk vlot vooruit, en toen, plots… een gigantische pijnscheut doorheen mijn rug.

Mijn rug kon me gewoon niet meer dragen, en ik ging tegen de grond, pal op mijn knieën. En voor een keer had ik natuurlijk geen jeans aan, maar een kleedje met nylons. Schoon, daar niet van, maar ik heb de rest van de voormiddag steentjes uit mijn knie gepeuterd.

Er kwam gelukkig net een collega aan die iets uit haar auto kwam halen. Zij nam mijn boekentas over, en ik trok mezelf overeind met behulp van mijn stok. Achteraf zei ze me dat ze nog nooit iemand op zo’n rare manier had zien vallen: het was alsof er een rekker sprong, en alle rek plots uit mijn lijf was.

Zo voelt het wel aan, ja.

Bon. We zijn er nog niet, heb ik de indruk. Afspraak met de kinesist, me dunkt. ’t Is dat ne mens anders zo niks te doen heeft…