Op bezoek bij omoe

We waren nog steeds niet gaan nieuwjaren bij mijn grootmoeder in Ursel, dus dat werd zo langzamerhand hoog tijd.

Ik dus de auto volgeladen – iets later dan gepland, want de kinderen waren hier ongelofelijk mooi aan het samenspelen –  en richting Ursel. Na wat gezoek vonden we oma in de eetzaal, waar ze vrolijk aan het zingen was, en kregen de kinderen onmiddellijk een halve doughnut toegestopt van de verzorgster. Daarop togen we vrolijk naar de cafetaria, en vrolijk is wel het woord, ja ^^

IMG_3555

Daar werd er gekletst, respectievelijk cola, warme choco of ice tea gedronken, en door de kinderen eigenlijk onnoemelijk braaf gewezen.

Dik drie kwartier later reden we naar oma – mijn ma – omdat die toch op de weg naar huis ligt, en ik dan een amaryllis die op het punt staat te bloeien, kan meenemen. Ha ja, zij trekken als volleerde gepensioneerden naar Gran Canaria voor een weekje :-p

Daar waren ook Alexander en Marie-Julie, en binnen de drie minuten – ik overdrijf niet – ontaardde het daar al in een immens kussengevecht. Onderstaand filmpje was op een moment dat het ergste eigenlijk al voorbij was, en ze al wat aan het kalmeren/moe worden waren. Het lawaai daarvoor was tien keer erger, geloof me.

Tegen zessen reden we naar huis, want om zeven uur moest ik al in de Blandijn staan, voor een lezing door studiegenoot Yanick Maes over De rerum Natura van Lucretius. Echt wel interessant.

Maar om negen uur, toen ik thuis was, ben ik toch in de zetel geploft. Poeh.

 

Enfin, ’t was weer een goeie dag!

Lifehack: diepvries organiseren

Ik heb een hekel, of beter, ik hàd een hekel aan mijn diepvries. Altijd stampvol, geen idee wat er nog inzit, waar het inzit, en hoe lang het er al inzit, en altijd ijskoude poten als ik iets moest zoeken. Plus dan de keren dat de uitgehaalde spaghettisaus dan plots tomatensoep bleek te zijn, of zo.

Ja, ik heb het een tijdje volgehouden om plakkertjes op de dozen te zetten, met daarop de inhoud. Maar dan vond ik die plakkertjes weer niet meer, of was de doos te vochtig om te blijven plakken, of kreeg ik het oude plakkertje er niet af en schrapte ik dan maar, of…

Niet dus.

Tot ik bij een vriendin een schitterend idee had, en dat dan zelf maar uitgewerkt heb.

Men neme een rol papier zoals die van de Ikea, en snijde daar een stevig stuk af, de halve lengte van de diepvries. Men kleve dat stuk papier op de deur van voornoemde diepvries. Men zoeke een alcoholstift of iets in die stijl,  men schrijve een nummer op de doos, en het corresponderende nummer mét inhoud op het papier, en voilà! Oh, en de stift leg je daarna op de diepvries zelf, zodat je die niet kwijtspeelt. Nee serieus, het werkt, toch voor mij. De inhoud met datum is bijzonder snel opgeschreven, na een tijdje zijn al je dozen genummerd, en je ziet in één oogopslag wat er zoal nog inzit. En je hoeft dus ook niet meer je dozen te openen om de inhoud vast te stellen, je zoekt gewoon het juiste nummer.

IMG_3546

Na verloop van tijd vervang je gewoon het papier, en schrijf je de paar dingen die overblijven, over. Het is overzichtelijk, en voor mij werkt het. En ik kan ook onmiddellijk zien wat ik nog wil uithalen om mee te nemen naar school die middag.

IMG_3547

Gentblogt: het einde van een tijdperk

Ik ben al heel de dag redelijk emotioneel, en dat komt door Gentblogt.

Ik heb daar de laatste jaren bijzonder veel tijd in gestoken, met doorgaans zeer veel goesting, en soms ook uit puur plichtsbewustzijn, ik geef het toe. Maar het was aan het verwateren: steeds minder mensen die steeds minder schreven, en de paar commentaarders die er nog waren, waren verzuurde azijnpissers die zelfs in het meest positieve artikel wel iets vonden om op te kakken. Daardoor waren de positivo’s weggebleven, en soms maakte het me ook ongelofelijk moedeloos. Je steekt daar dan al je werk in, schrijft, plant, trekt foto’s, selecteert die zorgvuldig, probeert er een deftige layout aan te geven, en het enige wat je naar je kop krijgt, zijn bakken kritiek. Ofwel waren we te links – wie me kent, weet dat ik uit een blauwe familie kom – ofwel waren we voor het karretje van de stad gespannen, ofwel waren we een bende hipsters, ofwel werden we betaald door de mensen van het restaurant, ofwel waren we naieve klootzakken, of… Dat we liever geen negatieve recensies schreven, da’s waar: het internet is onverbiddelijk, en je wil dat meestal niet blijven meeslepen, en dus schreven we liever gewoon niks. Maar ik heb NOOIT gratis gegeten, of zelfs maar een dessertje of zo gekregen voor Gentblogt: het is niet dat we een perskaart op tafel legden of zo.

Gratis kaarten voor voorstellingen kregen we soms wel, maar ook niet in ruil voor een positieve recensie: we schreven altijd ons gedacht, ook als het slecht was.

Ik heb het doodgraag gedaan, ik heb de laatste Gentse Feesten zelfs de monsterplanning op mij genomen, en het laatste half jaar liep zowel de planning als de redactiebox voor het overgrote deel op mij. Omdat ik dat graag deed, let wel. Maar ook wel omdat er eigenlijk bijna niemand nog tijd en/of zin had om dat te doen. Het was ook soms krabben om aan het door onszelf opgelegde tempo van minstens een artikel per dag te komen, en vaak plukte ik dan zelf maar iets uit de redactiebox en brouwde er een aankondiging van. Mager als artikel, maar beter dan niks.

En dus besloten we er de stekker uit te trekken. Mijn hart kromp ineen toen we dat besloten, maar ik wist dat het moest: als ik er nog eens meer dan genoeg van had, wie ging dan overnemen? De volgende die er eigenlijk geen tijd voor had, maar het uit plichtsbesef toch maar deed? Neem daarbij dat Gentblogt ook wel wat geld kostte: niet zozeer de domeinnaam, maar wel de serverkosten en Sabam. We konden het nog wel een tijdje uitzingen, maar niet onbeperkt.

Dus ja, vandaag stopt Gentblogt, voor eeuwig de diepvries in. Het blijft als archief bestaan, daar heeft Michel voor gezorgd, zoals hij altijd al achter de schermen zorgde dat alles op rolletjes liep, en soms ook ganse tijden de planning deed. Maar ook hij heeft het druk, té druk.

Mijn afscheid op Gentblogt zelf kan je hier lezen.

En dan ga ik nu efkes mijn neus gaan snuiten.

Alternatieve Valentijn

Bart weet dat ik eigenlijk niet echt een romantische ziel ben, maar dat ik zo mijn kantjes heb. Valentijn hoeft niet echt, maar ergens vind ik het wel fijn als hij het niet vergeet. Een simpel madeliefje of een versje volstaan, eigenlijk. Zelf had ik voor hem een nieuw dekbed gekocht, en kwam dat mooi uit voor Valentijn. Niks speciaals, dus.

Hij had een gelijkaardige toevalstreffer: via de Vrienden van het S.M.A.K. kon hij inschrijven voor een wandeling en diner met de exposerende kunstenaar, en laat dat nu toevallig nog Berlinde De Bruycker zijn. We hadden eind januari haar tentoonstelling al gezien – een heerlijke date met mijn liefste, met exquise lunch in de Mub’Art en aansluitend dus het S.M.A.K., my man knows how to woo his woman – maar dat deerde niet: haar werk is zwaar genoeg om meerdere keren te bekijken. Groot is de tentoonstelling niet, maar ze valt wel zwaar op de maag. Het was fijn om te luisteren naar de kunstenares, om vragen te kunnen stellen, haar motieven en emoties te beluisteren, haar methodes uit te pluizen.
Het diner daarna was iets minder, maar ook wel best te pruimen.

In ieder geval was het een fijne dag, eentje met veel geknuffel.

IMG_0962

 

Gevecht

Het is lang geleden dat ik nog eens de adrenaline op zo’n manier in mijn lijf voelde.

Daarstraks, toen de laatste bel ging om half vier en mijn leerlingen al buiten waren, hoorde ik geroep en gescheld in de gang. Ik stak mijn hoofd buiten, zag dat de leerlingen nog maar eens de nooddeur gebruikten, en liep naar die deur, net op tijd om te zien hoe twee jongens een derde letterlijk tegen de muur plakten, en een van hen uithaalde om er stevig op te slaan. Ik ben er tussen gesprongen, en heb de partijen (die allemaal groter waren dan ik, en eentje dubbel zo breed als ik) uit elkaar gehaald. Daarna heb ik op hen proberen inpraten, en de ene nog twee keer fysiek moeten tegenhouden om de derde geen mep te verkopen. Uiteindelijk heb ik het “slachtoffer” weggestuurd en de anderen nog tien minuten bij mij gehouden, al pratend, om zeker te zijn dat het achteraf op straat niet opnieuw tot een confrontatie zou komen.

Beide heren waren tegen mij zeer beleefd en vooral ook zelfverzekerd: ja, ze zouden er nog op slaan, en ja, het was hen waard om desnoods van school gestuurd te worden. Zucht. En nee, op mij zouden ze nooit geslagen hebben, ze hadden er respect voor dat ik ertussen gekomen was.

Maar ik was er wel niet goed van, en had zelf zin om ergens op te slaan om de adrenaline kwijt te geraken. Want nee, je springt niet zomaar tussen drie hormonaal opgefokte, door het lint gaande tieners die groter zijn dan jij. Poeh.