Nest rookmelders

Ik kan niet zeggen dat ik onverdeeld positief ben over de rookmelders van Nest. Ze zijn esthetisch verantwoord – toch in vergelijking met andere merken – en meten naast rook ook gevaarlijke concentraties CO, maar… Om een of andere reden gaan ze soms gewoon af, zomaar, zonder reden. Dan is er niet een verhoogde rook aanwezig, maar meteen volledig rookalarm, waarbij je verondersteld wordt zo snel mogelijk het huis te verlaten. Ze piepen ongelofelijk luid, en je krijgt ze niet uit. Dat is eigenlijk nog het ergste: je zou ze moeten kunnen uitzetten met de app op je iPhone, maar dat lukt daar niet. En hier kan ik het geluid wel uitzetten, maar zo lang het ding vindt dat er rook blijft, gaat hij om de paar minuten opnieuw piepen. Enfin, alle drie de dingen, want die zijn geschakeld.

Vandaag was er weer zo’n moment, en ik verschoot me dood. Bart kreeg ze niet uit, en ik heb er dan maar niks beters op gevonden dan de schuldige detector gewoon af het plafond te halen, hem uit te kloppen en buiten te leggen. En daar heeft het ook wel even geduurd voor hij vond dat er geen rook meer aanwezig was.

Rotding.

Ze hebben Bart in juni zodanig de stuipen op het lijf gejaagd – hij krijgt een melding op zijn smartphone – dat hij gevallen is met de moto en zijn knie heeft gebroken. Het eerste vals alarm toen.

Hmppf. Als het nog vaker gebeurt, vliegen ze buiten. Mooi of niet.

Plat

De bedoeling was om deze voormiddag netjes te helpen opruimen daar in Meeuwen-Gruitrode, dan naar huis te rijden, te douchen, en naar F.A.C.T.S. te vertrekken, om daar te helpen op de stand van Elanor, de Tolkienvereniging. Andere jaren heb ik er altijd mee staan haarvlechten, en dat was meestal geen overbodige luxe.

Maar ik was pas thuis tegen dik twee uur, moest toen nog eten en douchen, en dus was het na drieën tegen dat ik klaar was. Ik heb nog gebeld naar de mensen van Elanor of het wel de moeite was dat ik afkwam, want de beurs sluit om vijf uur. Het ging ervan afhangen hoe druk het er was, en hoeveel mankracht ze hadden om te helpen opruimen en afbreken. Dat bleek nog heel erg mee te vallen, en ze vonden het voor dat dik uur eigenlijk ook niet meer de moeite. Dus ben ik, opgelucht, gecrasht in de zetel en heb liggen slapen. Een larp in het begin van het schooljaar is blijkbaar niet ideaal, en de voorbije weken zijn eigenlijk behoorlijk druk geweest.

Geen F.A.C.T.S. voor mij dit jaar dus. Jammer, eigenlijk, maar niks aan te doen. Volgend jaar beter!

Sommige dagen…

Sommige dagen zijn het gewoon niet. Echt niet. Zoals vandaag. Stressen, lopen, vliegen, dingen laten vallen, niet echt geïnspireerd lesgeven, dat soort onzin.

Ik moet vanavond nog vertrekken naar een larp in Limburg, twee uur rijden. Bart had me al laten weten dat hij in de namiddag in Amsterdam moest spreken, en dus vrij laat ging terug zijn. Alleen had ik blijkbaar gedacht dat dat rond zeven uur ging zijn, terwijl zijn trein pas om half negen toekwam in het Dampoortstation. Tsja.

Mijn larpspullen had ik deze voormiddag al klaar gezet, ik moest na het lesgeven enkel nog mijn gewone kleren en slaapspullen verzamelen. De jongens konden terug meekomen met Elke van de rugby, ik had dus nog ruim tijd om de jongens te brengen naar de Blaarmeersen, brood te halen met Merel, en mijn gerief samen te rapen. Merel was zó teleurgesteld dat we niet eerst nog een wandelingetje gingen maken in het prachtige weer, dat ik toestemde: tijd genoeg. Maar we waren amper op weg langs het strand, toen er een smsje binnenkwam: dat ze zich misrekend had in het aantal kinderen dat al meereed, en dat de jongens dus níet mee konden. Hmpf. Streep door mijn rekening. Intussen was het half zeven, en was het eigenlijk niet de moeite meer om nog een kwartier naar huis te rijden, en dan na twintig minuten alweer aan te zetten. Ah, idee! Niet ver van de Blaarmeersen is er ook een Delhaize. Ik zou met Merel boodschappen gaan doen, sandwichen en kaas en salami kopen, en dan alsnog picknicken. Zo gebeurde… tot ik aan de kassa vaststelde dat ik Wolf thuis naar de apotheker had gestuurd, en mijn portefeuille niet opnieuw in mijn handtas had gestoken. Geen geld bij. Zucht, diepe zucht.

Met het schaamrood op mijn wangen legde ik de spulletjes terug, en reed alsnog naar huis, om daar bijzonder haastig snelsnel een brood te halen bij de bakker, en in sneltempo te eten met Merel. We gingen de jongens ophalen, en daar moesten we dan nog staan wachten, want Kobes training liep net vandaag een kwartier uit. Al bij al was het na acht uur tegen dat we weer thuis waren, stak ik Merel in bed, en moest ik nog mijn gerief beginnen samenzoeken.

Enfin, zodra Bart thuis komt, zet ik aan richting Antwerpen om daar een vriendin op te pikken, en dan door te rijden naar Meeuwen-Gruitrode.

En dan maar hopen dat de dag morgen gewoon beter is. Het zal in elk geval al een nieuwe zijn.

Moeilijke oefening

Wolfs schooljaar is niet eenvoudig gestart, moeten we toegeven. Hij zit al van vorig jaar in een zeer moeilijke klas, waarin het lastig opletten is. Maar ook in de twee parallelklassen zitten blijkbaar ook behoorlijk lastige kinderen, en zijn jaar wordt algemeen als een moeilijk jaar beschouwd. Kan wel zijn, maar wij willen uiteraard het beste voor onze zoon. Alleen geef ik zelf les, en snap ik maar al te goed wat het is als je als leerkracht voor een dergelijke klas staat. Ik heb dus af en toe, als ik toevallig zijn juf tegen het lijf liep, eens een opmerking gemaakt, meer niet. Wolf heb ik op het einde van het jaar gesust met de opmerking dat de vakantie eraan kwam, dat de klassen misschien wel door elkaar gingen gehusseld zijn, en dat hij een nieuwe juf ging hebben, zodat het sowieso een andere situatie ging zijn.

Tot op de voorlaatste schooldag de nieuwe klassen en juffen bekend werden gemaakt. Wolfs klas was inderdaad behouden, maar dan wel zonder zijn twee beste maten, die waren naar een andere klas gezet. Ah ja, die ouders waren blijkbaar wél in extenso gaan klagen. Tot zover de stellige bewering van de directie dat er NIET aan de klassen ging getornd worden, dat was pedagogisch niet te verantwoorden. Toen ik daarnaar vroeg, kreeg ik het antwoord dat er twee lastige elementen uit de klas waren gehaald, en dat het rustiger ging worden. Yep. De nummers twee en drie van de klas, die ik vrij goed ken en waarvan ik weet dat zij zeker niet het probleem vormden. Zucht.

Wolf kwam dus in tranen thuis, en vroeg of hij niet van school mocht veranderen. Want daarbovenop kreeg hij ook nog eens een nieuwe juf. En dan nieuw als in: nog nooit als titularis voor een klas gestaan. Ja, een jarenlange ervaring als logopediste en nu geswitcht naar het onderwijs. En ja, al een aantal taken als zorgleerkracht opgenomen, en ook wel als interimaris, maar nog nooit echt een hele klas een heel jaar. Nog diepere zucht.

Samen met de ouders van de nummer vier van het vriendengroepje hebben we dan maar een gesprek aangevraagd en gekregen bij directie en leerkracht. Men heeft geprobeerd ons te overtuigen, met diverse argumenten, de ene zeer waardevol, de andere ronduit twijfelachtig. Want als men glashard gaat ontkennen wat anderen jou met stelligheid bevestigen, tsja, dan is het vertrouwen snel zoek natuurlijk.

Bon, iet of wat gerustgesteld, maar vooral intens teleurgesteld gingen we de vakantie in. Wolf, mijn leergierige, intelligente Wolf, zag het niet zitten, ook al bezwoeren we hem de nieuwe juf een echte kans te geven. Mijn leraars,- maar vooral ook moederhart brak op het einde van de vakantie, toen ik dit zag:

IMG_8438

Kobe vond de school nog altijd supercool, Wolf had er een week voor de start van het schooljaar ‘een beetje’ naast geschreven. En de maandag ervoor nog ‘een heel klein beetje’ ervan gemaakt.

Maar goed, Bart en ik probeerden hem op te peppen, en hij begon eraan, met alle argumenten en beloften van directie in het achterhoofd. Nee, het liep niet van een leien dakje. Er waren betere en mindere dagen, en zelfs dagen waarop Wolf moedeloos zijn gerief in een hoek gooide en zich in de zetel liet ploffen. Hij had die dag de juf op bepaalde momenten zelfs niet kunnen horen, zoveel lawaai was er. Maar ze deed wel keihard haar best, ook de zorgleerkracht probeerde oplossingen te zoeken, en er waren al veel punten serieus verbeterd tegenover vorig jaar. En voor wiskunde waren ze opgesplitst in differentiatiegroepen, en zijn sterk-rekenwerkgroepje vond hij ronduit de max!

‘Wel, mama, de maandag is er sterk rekenwerk, de dinsdag gitaarles, de woensdag rugby, de donderdag sterk rekenwerk, en de vrijdag opnieuw rugby. Zo heb ik elke dag toch iets om naar uit te kijken en me aan op te trekken om de rest van de dag door te komen.’

Dat klinkt hard, uit de mond van een elfjarige.

Vandaag hadden we opnieuw een gesprek met de directie. Vooral eigenlijk met de vraag naar ons om geduld te hebben, om de nieuwe juf krediet te geven, en hen als team de kans te geven het op te lossen.

Ik hoop dat het lukt. Uit de grond van mijn hart. Want ik geloof in de school, ik geloof in dat team, en ik geloof in hun goede wil. Wolf heeft er altijd graag gezeten, en Kobe vangen ze perfect op, met zijn ‘leerproblemen’. Maar ik hou echt mijn hart vast. Ik wil geen gedemotiveerde, moedeloze puber naar het middelbaar sturen. De capaciteiten zijn er, maar de wil is minstens even belangrijk, en die is nu stukje voor stukje, beetje bij beetje aan het afbrokkelen.

En ik voel me vooral zo vreselijk machteloos, en kan alleen maar lijdzaam toezien…

Brandoefening

Ja, de brandoefening van vandaag op school was min of meer aangekondigd. Als in: ergens deze week, dit is het evacuatieplan, dit zijn de richtlijnen. Die ik – ik geef het toe – cursorisch heb gelezen. Tot midden in de les vandaag het alarm afging. Het duurde even tot het tot me doordrong dat het een oefening was, om eerlijk te zijn. Mijn 26 zesdes vonden het bijzonder amusant, en gingen eigenlijk zeer gedisciplineerd naar buiten, gingen staan waar ik hen vroeg te staan, stonden zelfs netjes in twee rijen tot ze geteld waren, en ik ons als present ging aanmelden. En toen bleek ik in al het gedoe compleet vergeten mijn fluohesje aan te trekken. Het ligt nochtans netjes in de schuif vooraan, ik had het maar te pakken.

Maar blijkbaar waren alle 700 mensen op minder dan drie minuten buiten en aangemeld. Ik vind dat eigenlijk niet slecht. Alleen moesten we nog van de speelplaats langs de straat en het wandel/fietspad naar de grote parking achteraan wandelen, omdat we bij geval van echte brand in de weg zouden staan van de brandweerwagens. Op zich niet erg, ware het niet dat ik die morgen getwijfeld had wat ik aan mijn voeten ging doen, en toch maar gekozen had voor de mooie zwarte, maar behoorlijk hoge en eigenlijk niet zo heel comfortabele sandalen. Zeven uur les na elkaar, het is niet dat ne mens dan afstanden doet, nietwaar.

Juist ja.

Maar ik weet nu intussen toch mijn fluohesje liggen, en ik zal het de volgende keer niet vergeten!

Eerste schooldag

De hele dag foto’s genomen: eerst van de eerstes in het algemeen, daarna de eerstes allemaal apart om op die manier supersnelle namenlijsten mét foto te hebben, en dan de foto’s verwerkt. En naamkaarten gemaakt, en andere onzin, zoals dingen online zetten, de hele dag lang.

Ik heb nog geen leerlingen gezien.

En ik heb er eigenlijk hoe langer hoe minder zin in, momenteel.

Blah.

Stilte

Dat mis ik dus in de vakantie: stilte. Maar echt serieus.

Ik zie mijn kinderen doodgraag, maar ik heb ze in de vakantie wel continu om me heen, en ook al vragen ze daarom niet altijd mijn aandacht, ze maken wel lawaai. Spelen, lachen, ruzie maken, onnozel doen, of het geluid van de tv. Lawaai dus.

Vandaag is Bart in de namiddag naar kantoor getrokken om daar alles eens flink open te zetten en te laten afkoelen, en hij heeft de kinderen meegenomen. Dat betekent voor mij: stilte. Rust, maar vooral stilte. Ik heb aan mijn computer zitten werken, ik heb wat klusjes links en rechts gedaan, ik heb zelfs even zitten lezen, maar ik heb vooral genoten van de stilte. Geen geluid, alleen het zachte gezoem van mijn computer en wat vogels buiten, en dat was het. En man, ik heb dat gemist! Doordat ik vier vijfden werk, ben ik sowieso een dag in de week thuis, alleen, in stilte, en dat mis ik nu.

Volgende week zijn ze alle drie een weekje op kamp: Wolf op voetbal/omnisport, Kobe naar Groene Vingers, en Merel op Kleuterdisco. Dat betekent: vrijheid voor mij tussen negen en vier. En eigenlijk vooral ook: stilte.

Ge kunt niet geloven hoe hard ik daarnaar uitkijk.

En heb ik al ‘stilte’ gezegd?

Onbedoeld stressdagje

Het begon eigenlijk allemaal heel rustig en met goed nieuws: tegen kwart over elf zaten we bij de orthopedist, en die was vol lof, en eigenlijk zelfs vol verbazing over Barts vooruitgang. Hij vond diens knie verbazingwekkend soepel, en gaf groen licht om met de auto te rijden en te beginnen stappen zonder krukken. Oef! Bart voegde meteen de daad bij het woord: na het eten reed hij eigenhandig naar kantoor, en ik denk niet dat ik hem sinds lang zó hard zien glunderen heb. Eindelijk heeft hij zijn zelfstandigheid terug, en hangt hij niet meer van mij, en dus van een minutieuze planning, af om ergens te geraken.

In de namiddag begon ik dan de valiezen te pakken, want ja, morgen zijn we weg richting Kreta voor een weekje. Eerder deze week had ik via het reisbureau assistentie op de luchthaven geregeld voor Bart, en gezorgd dat zijn rolstoel mee kon. Dat laatste is dus niet meer nodig, het eerste wel. Ik had toen ook nog gezegd aan de telefoon dat ik nog geen bevestiging had gekregen van het luchthavenvervoer. Dat was normaal, verzekerde men mij, die mens ging de dag voordien wel bellen.

Maar toen werd het vijf uur, en had ik nog steeds niks gehoord. Ik stuurde nog snel een mailtje naar het reisbureau dat open is tot zes uur, maar helaas, geen reactie meer. Bon, dacht ik, de dag is nog niet om. Maar het werd later en later, en om negen uur hadden we nog steeds niks gehoord. Ik vertrouwde het zaakje niet meer, en probeerde in contact te komen met de dame van het reisbureau, een oudleerlinge van me en dus met gemeenschappelijke vrienden op Facebook. Tegen kwart over negen kreeg ik haar GSMnummer te pakken, en liet ik iets achter op de voicemail en stuurde ik een lange sms. Bleek zij net op vakantie te zijn in Kreta, jawel, maar had ze blijkbaar wel haar gsm bij. Ze wist me te vertellen dat inderdaad het aangevraagde luchthavenvervoer onmiddellijk per mail ontkend was, die mens was al bezet vannacht. Maar zij was intussen met vakantie gegaan, en ze snapte ook niet waarom haar collega dat niet opgevolgd had. Betreffende collega had ik intussen ook opgespoord en gebeld, maar die liet niks van zich horen.
Bart en ik zijn onmiddellijk als twee zotten beginnen bellen naar alle mogelijke luchthavenvervoer, en vonden uiteindelijk TaxiGent bereid om ons naar Oostende te brengen. Ha ja, zelf rijden was geen optie, want in de heenreis vertrekken we om 6.27u in Oostende, en in het terugkeren vliegen we op Zaventem, met vertrek in Heraklion om 22.23u. Op die manier hebben we een dag extra in Griekenland, maar was zelf rijden eigenlijk geen optie.

Zucht. Ik kan het u verzekeren: mijn zen is ver te zoeken, en we moeten al om 4.oou op, dus van slapen zal wellicht niet veel in huis komen. En intussen moet ik nog de laatste dingetjes verzamelen voor de valiezen, dingen die ik op ’t gemakje ging doen in de loop van de avond.

Enfin, zoals Bart zei: de mythe dat boeken via een reisbureau beter is voor de gemoedsrust dan het zelf uitzoeken via internet, is alvast ook uit de wereld geholpen. Blah.