Twee proclamaties op een dag

Dat dat toch niet echt handig is, late communicatie. Zaterdag zei Wolf langs zijn neus weg: “Ha ja, mama, ik moet woensdag gitaar spelen op de proclamatie”. Hoe proclamatie, wat proclamatie?? Ik wist van niks? De school had nog steeds niks laten weten, pas maandagavond kreeg ik een briefje in mijn handen dat er twee dagen nadien een proclamatie gepland was, met alles erop en eraan. Simultaan met de proclamatie van onze school, waar ik een van de organisatoren van ben. Juist ja. We hebben last minute nog een andere fotograaf gezocht voor tijdens de plechtigheid, ik heb een collega aangesproken om te helpen met de instrumenten, en de rest was eigenlijk allemaal al voorbereid. Hmpf. Ik heb me dus tegen zes uur naar onze school gehaast, de groepsfoto’s van de verschillende klassen genomen, en tegen zeven uur zat ik op een stoeltje in de sportzaal van de lagere school, netjes op tijd om The Teachers een half concert te horen geven, de leerlingen zelf ook nog even aan het woord te horen, Wolf gitaar te zien spelen, en hem zijn diploma te zien krijgen. Terwijl Bart met de kinderen nog heel even op de receptie bleef, haastte ik me terug naar mijn school, waar de plechtigheid al even afgelopen was en ik eigenlijk de leerlingen die ik nog wou zien, gemist had. Blah. Ik heb er nog op de valreep een paar gezien, heb nog wat foto’s genomen, en ben dan maar naar huis gegaan.

Ik ben achtergebleven met een heel onvoldaan gevoel, meh.

Uitbollen…

De deliberaties zijn achter de rug, alle punten zijn binnen, nu enkel nog een pak verslagen schrijven, rapporten maken en uitdelen, een proclamatie, leerlingencontact en oudercontact overleven, en we zijn er. Oef.

Vandaag stond er geen school op het programma, enfin, toch niet ginder ter plekke, alleen wat administratie.

Tegen tien uur zat ik bij de kine, tegen half twee opnieuw in de garage: de wisselstukken waren toegekomen. Om te blijven zitten had ik echter geen zin, en ik moest trouwens nog op een missie: een knaloranje vestje vinden voor een afscheidnemende collega. Ik begon dus te wandelen, daar op de Brusselsteenweg, en zag eerst een Brantano – geen geluk qua deftige sandalen – en een Zeb: ook niks. Ik stak de straat over naar de Zeeman, en lo and behold: daar hing een knaloranje (naar het koraalrode af) fleece trainingsvestje, in exact de goede maat! Chance!  Ik liep nog wat verder, zag dat er een Marleentje was en liep dus nog wat later verder met een prachtige paarsrode passiflora en een papyrusplant, beide voor geen geld. En zo waaide ik de Wibra binnen, en dat moet ik eigenlijk vaker doen: metalen haken om het tuingereedschap op te hangen, een zonnezeil (als we het ooit nodig zullen hebben), een paraplu, en nog een hoop kleine dingetjes.

Behoorlijk zwaar beladen liep – strompelde? – ik terug naar de garage, weerstond aan de verleiding van de slechte koffie, en zette me te lezen. En tegen half vijf was de auto klaar en ik 1398 euro armer. Ugh.

In het passeren pikte ik nog, dankzij een tip van de legger, een cache op, en reed fluks naar huis.

En ’s avonds, ’s avonds speelden we onze eerste echte Cthulhusessie in tijden. Xavier had er een vintage pareltje van gemaakt, met alle juiste sfeerschepping, donkere schilderijen, beesten in het water… Wolf speelde mee, en genoot intens, en de anderen hielden zich niet in omdat hij erbij zat. Dat zou ik ook niet willen, want de groep is per slot van rekening niet opgezet om Wolf een plezier te doen, maar wel om echt te spelen. Het was bijwijlen intens, bijwijlen hilarisch! Alleszins een fijne avond gehad, en Wolf glunderde toen hij ging slapen. Hij heeft verdomd goed gespeeld, trouwens.

Een stevig gevulde dag

Deze morgen was ik al paraat op school iets over half negen: klassenraden van zes en vijf. Tussendoor probeerde ik nog wat examens van de vierdes te verbeteren, die deadline ligt pas op zondagmiddag.

Enfin, stevig gedelibereerd, alle prijzen vastgelegd voor de proclamatie (en er stevig in gesnoeid), een broodje gegeten, verder gedelibereerd, en tegen vijf uur klaar om even naar de voetbal van de leraars tegen de zesdes te gaan kijken. Ik wilde echter nog wel even langs huis, want de kinderen waren intussen thuis, en vanavond ben ik er ook al niet… Tot mijn grote verbazing was het intussen buiten schitterend weer geworden, en ik ben heel even blijven hangen, en heb mijn fototoestel in de handen van een leerlinge gestoken. De match van de mannen heb ik daarentegen wel nog volledig gezien.

Het verslag, met de foto’s, vindt u zoals altijd op de website van de school, ik ga het geen twee keer schrijven :-p

Na de voetbal reed ik netjes terug naar school met een auto vol leerlingen, want -alweer een traditie- het was tijd voor de zowat enige barbecue op een jaar voor mij: die van de zesdes. Het was andermaal een zeer fijne, gezellige bedoening, vooral ook dankzij het weer waardoor we in de binnentuin zaten.

Verslag staat hier.

En toen… Toen heb ik me laten overhalen voor de start van een tweede traditie, na vorig jaar: de ‘I love Summer’ in jeugdhuis ’t Choseken. Toen was het na de proclamatie, nu dus na de barbecue. Omdat alle toenmalige vijfdes me toen gezien hebben, vonden ze dat ik nu ook moest komen. Ik heb dan maar Dawn opgebeld, omdat ik vreesde dat ik daar alleen ging staan, en die lag tam te wezen in haar zetel, maar zag het wel zitten als ik haar ophaalde. Enfin, ik dus op de fuif, en ik heb me andermaal echt goed geamuseerd, vooral dan met de leerlingen van vorig jaar die me toen hadden meegesleept. Het was nota bene drie uur tegen dat ik in mijn bed lag. Dansen zat er deze keer niet in wegens een nog steeds behoorlijk pijnlijke voet, maar dat mocht de pret niet drukken.

Soms slaagt ne mens er nog onverwacht in zich jong te voelen op zijn 44ste…

Garageperikelen

Het verbeteren geraakte vandaag weer geen meter vooruit: ik ben afgeleid door elke hond met een hoedje op.

Enfin, tegen de namiddag moest ik met de auto in de garage zijn: onderhoud voor keuring, en eindelijk die afgebroken spiegel eens laten repareren. En ginder valt er niet veel te doen behalve dan verbeteren, dus ik had mijn werk mee. En nee, ik ging NIET een fiets vragen om intussen in ’t stad te gaan.

Dat het leven aan de durvers is, werd nog maar eens bewezen. Het was – eindelijk – stralend weer, en ik zat binnen in een neonverlichte garage te koekeloeren, tussen de geur van nieuwe auto en slechte koffie. Ik ben dus maar gaan vragen of er niet toevallig een plekje was waar ik buiten kon zitten, bijvoorbeeld waar het personeel ’s middags zit. De dame aan de balie schudde haar hoofd: “Nee, jammer genoeg niet”.

Twee minuten later – ik ben net geïnstalleerd met rode pen, examens en slechte koffie – komt er een van de mannen op me toegelopen: waar ik wilde zitten? Hij ging dan wel het tafeltje buiten zetten. Ik schoot in de lach, maar accepteerde dankbaar, en dus werd er voor mij buiten op de parking – oergezellig, maar gelukkig dus wel buiten – een tafeltje gezet, met stoel en alles erop en eraan. Ik heb er zitten bakken, dat ook. Maar ik heb er ook de nieuwste versie van de Mustang zien leveren, en man, wat een pracht van een auto!

IMG_1796

Het verdict van de garage was helaas minder rooskleurig: koplamp vervangen, de nodige filters vervangen, spiegel vervangen, de voorbanden vervangen, helaas ook de uitlaat vervangen… Ze hadden niet alle stukken binnen en ik moet volgende week nog terugkomen, maar het zal vooral een dure lol worden: wellicht rond de 1300 euro. Slik. Nog een chance dat ik op ’t gemak buiten zat vandaag…

Breda

Wat doet ne mens die hoort dat zijn favoriete kledingmerk failliet is, en dat er een uitverkoop is in een aantal Nederlandse vestigingen?

Welja, die laadt een vriendin/medefan in de auto, en rijdt naar Breda. En komt dan vooral met acht stuks terug thuis, en heeft gelukkig nog 130 euro gekregen van de 220 euro aan tegoedbon. Volle prijs was 375 euro geweest, met korting nog 264, en ik heb dus nog 135 euro betaald. Mja.

Maar waar ik nu mijn standaard kleren ga halen, is me voorlopig nog een raadsel. We zien nog wel…

Aaaaaargh!

Vorige week vrijdag was ik er nog gepasseerd met mijn bon van 220 euro, de Cora Kemperman, en had ik voor een gesloten deur gestaan. Intussen is duidelijk waarom: de keten is failliet! Ma echt jong! Waar ga ik nu mijn kleren moeten halen? Want – ik ga ze ooit eens tellen – ik denk dat ik in mijn kleerkast makkelijk 50 stuks liggen heb: stapels T-shirts, topjes, gilets, minstens drie rokken, kleedjes, een broek… En als ik eerlijk ben, doe ik zelden andere dingen aan, tegenwoordig.

Man man man…

En een doorstart zit er niet in, voor zover ik hoor.

Misère misère! (en ja, first world problems, dat ook)

Vasovagale syncope, ofte een stomme stoot

Ik ben vandaag weer wat tegengekomen… En ik vrees dat ik wellicht een van mijn studenten een levenslang trauma heb bezorgd :-p

Ik had dus de hele voormiddag mondeling examen met mijn zesdes. Dat betekent bijna vijf uur lang opperste concentratie, zonder pauze. Voeg daarbij een behoorlijk warm lokaal dat heel moeilijk af te koelen valt, en het feit dat het tegen één uur liep en ik dus honger had, en je hebt al een omkadering. Bon, ik had het laatste mondeling afgenomen, en was nog wat aan het napraten met Tibo, de laatste leerling, terwijl ik aan het opruimen was. Ik wil het grote tuimelraam dichtdoen, en die vensters gaan ofwel vrij stroef, ofwel klappen die zonder meer gewoon dicht. Hier was het dus wel degelijk het laatste, en mijn pinkje zat ertussen. Ik doe dus ongeveer dezelfde dansroutine als wanneer je met je kleine teentje een tafelpoot mee hebt. Maar wanneer ik eens beter naar dat pinkje kijk, zie ik dat er een stevige snee in zit, die begint te bloeden. Ik loop naar het lavabootje achteraan, en steek de pink onder de kraan. Helaas, dat stopt het bloeden niet. Ik vraag daarop aan Tibo om mijn handtas te pakken en er een zakdoekje uit te vissen, en ik wikkel dat rond het arme vingertje. Wanneer ik daarna terug naar het bureau loop en verder opruim, begint het plots gigantisch zeer te doen, en voel ik me misselijk worden. Ik ga zitten, maar helaas, het gevoel dat in me opkomt, ken ik helaas maar al te goed.

Ik slaag er nog in tegen Tibo te stamelen: ‘Tibo, ik denk dat ik neerga”, ga nog net liggen, en dat is dat. Toch voor zover ik zelf besef.

Tibo heeft me de rest verteld: hij zag me dus inderdaad flauwvallen, en eerst werd ik lijkwit. Lijkwit als in: grauw, blauwig, groene schijn. Eerst lag ik stil, maar daarna begon ik effectief ietwat te schokken en naar adem te snakken, en dan viel dat stil. Tibo was in alle staten, want hij dacht dat ik gestopt was met ademen. Op een bepaald moment wordt inderdaad je adem een stuk oppervlakkiger als je flauw bent gevallen, maar dat wist hij dus niet. Hij deed dan maar het meest logische, waar ik hem ook dankbaar voor ben: hij belde het noodnummer 112.

Intussen stond er echter een collega aan de deur te wachten, Hannah. Zij paste een week op Bo, het dochtertje van Vallery die in het ziekenhuis lag, en we hadden afgesproken om die middag samen met de kinderen in de McDonalds te gaan eten – mijn examen liep sowieso tot half een, te weinig tijd dus om zelf te koken op woensdag – en dan bij ons thuis te spelen. Bo en Merel spelen altijd mooi samen, vandaar. De mondelinge waren ietwat uitgelopen, en Bo en Hannah stonden dus aan de deur te wachten, daar op de tweede verdieping.

En dan is het het verhaal van Hannah: zij hoorde ons eerst nog praten en lachen, dan werd het plots stil, en daarop hoorde ze Tibo paniekerig in zijn telefoon praten, zonder dat ik nog te horen was. Ze gooide dus de deur open, en zag mij daar liggen, met een Tibo die helemaal zijn kluts kwijt was. Ze is daarop naar beneden gerend, waar Sofie, de adjunct-directeur, verpleegster én mijn nicht, nog op haar bureau zat, en die zijn dan samen terug naar boven gecrosst. Gelukkig kent Sofie mij, en kent ze het fenomeen.

Zij heeft dan overgenomen, ze hebben Tibo gerustgesteld, en Sofie heeft me dan wakker gemaakt. Ik moet dus wel een paar minuten weg van de wereld zijn geweest. Enfin, Sofie haalt me dus terug – ik weet nog dat ik dacht: “Moet dat nu? Ik lig hier zo goed!” – en ik hoor spreken over die ambulance. Het eerste wat ik gezegd heb, nog met mijn ogen dicht en niet in staat te bewegen, was: “Ik ben oké, ik ben gewoon flauw gevallen, het was een reactie van de nervus vagus, en het is allemaal niet erg”. Waarop Sofie dan de ziekenwagen heeft afgebeld, en een gerustgestelde Tibo naar huis is gegaan. Wat later heb ik dan ook tegen Hannah gezegd dat ze maar naar mijn huis moest rijden, de kinderen waren al thuis, en dat ze al moesten gaan eten, en dat mijn bankkaart gewoon op de tafel lag.

Wat was er nu precies gebeurd? Wel, iets waar ik al van mijn zesde last van heb, en waardoor ik in totaal toch al een keer of vijftig ben flauwgevallen: een vasovagale syncope. Ik heb een bijzonder gevoelige nervus vagus, en met de juiste prikkels en samenloop van omstandigheden (zoals wierook) ga ik plat. Heel vervelend, maar eigenlijk ook totaal ongevaarlijk, want het gebeurt niet zomaar, en ik heb vijf seconden waarschuwing, net genoeg om zelf te gaan liggen dus.

Het heeft wel nog een tijdje geduurd voor ik voldoende op mijn positieven was om recht te krabbelen – ik moest dan nog overgeven ook – en dan ben ik in serieus tempo en puur op wilskracht naar beneden gelopen, naar de zetel aan Sofies bureau, om daar eerst een tukje te doen. Want ook dat ken ik: mijn lijf wil na het flauwvallen altijd eerst even recupereren en dan slaap ik best even. Na een half uurtje ben ik dan, opnieuw puur op wilskracht, naar huis gereden, heb nog even de bloembak aan de voordeur bemest, en ben dan rechtstreeks naar de badkamer gelopen om te douchen. Ik was namelijk drijf- en drijfnat van het zweet, ook dat is een vast gegeven. Man, wat was ik andermaal dankbaar dat onze douche een zitje heeft…
Ik heb gedoucht, en ben gewoon met de handdoek om me heen gecrasht in Wolfs bed, klappertandend van de kou. Ik had wel mijn gsm bij, en heb Hannah even laten weten dat ik thuis was, en meteen ook Sofie en Tibo gerustgesteld.

Wolf was er bijzonder nuchter onder – die kent het intussen ook al – en kwam zodra hij thuis was, naar boven. Hij had meteen al een emmer bij, deed de rolluiken naar beneden zodat ik beter kon slapen, en ging een kersenpitje halen toen hij hoorde dat ik het koud had.

En dat was dat.

Een uur of twee later ben ik dan bij de rustig spelende kinderen en de immer fantastische Hannah gegaan, maar ik moet wel toegeven dat ik de rest van de dag mottig ben gebleven. Merel had bijzonder lief een boterhammetje voor mij gesmeerd, maar zelfs dat lukte niet echt.

In elk geval heb ik toch wel een paar mensen de stuipen op het lijf gejaagd, ben ik Hannah, Sofie en vooral Tibo bijzonder dankbaar, en heeft die laatste alweer een sterk verhaal om te vertellen. Want ja, wiens lerares Latijn valt nu niet zomaar flauw vlak na je mondelinge examen, hm?

 

Grieks

Je zal maar leraar Oud-Grieks zijn tegenwoordig. Maar, los van alle pro’s en contra’s wordt hier gewoon een gevaarlijk precedent gesteld, waarbij studierichtingen zonder veel omhaal gewoon worden geschrapt.

Dus, uit liefde voor het Grieks wil ik jullie vragen: lees dit even, en teken. Als het even kan.

http://www.kamariakerke.be/2016/06/12/behoud-het-grieks/

Rust?

Zoals ik al eerder schreef, kent mijn orthopedist mij intussen redelijk goed. Hij weet ook dat ik niet bepaald het stilzittende type ben. Toch heb ik, sinds ik mijn voet heb omgeslagen, mijn best gedaan om niet al te veel te stappen. Dacht ik toch: geen wandelingen meer langs de Blaarmeersen, geen wandelingetje met de kinderen ’s morgens naar school, dat soort dingen. Maar natuurlijk is er nog altijd mijn werk, mijn huishouden, boodschappen, rugby, muziekles, dat soort onzin. En ja, ik heb geen zittend gat. Maar ik was toch wel zelf versteld van de hoeveelheid stappen die ik, ondanks de ‘rust’, zet op een dag.

  • 6 mei, de dag na de verstuiking, op krukken doorheen de luchthavens: 2500
  • 7 mei, dagje spoed, krukken en looplaars: 2700
  • 8 mei, catechese en zo: 4500
  • 9 mei, terug naar het werk: 5000
  • 10 mei: 5700
  • 11 mei: 4400
  • 12 mei: 6100
  • 13 mei, met een presentatie en dan nog naar ons ma: 7600
  • 14 mei, communie en ziekenhuis: 7400
  • 15 mei: communiefeest en dan ziekenhuis: 7200
  • 16 mei: 6300
  • 17 mei, de dag dat ons ma gestorven is: 9000
  • 18 mei: 7800
  • 19 mei: 7500
  • 20 mei: 5100
  • 21 mei, terwijl Bart in Londen zat: 10800
  • 22 mei: 7600
  • 23 mei, overgeschakeld op brace: 5300
  • 24 mei: 7200
  • 25 mei: 7800
  • 26 mei: 6000
  • 27 mei: 6800
  • 28 mei, begrafenis: 7500
  • 29 mei: 7800
  • 30 mei: 4700

Ik doe dus echt mijn best, maar het wil niet zo hard lukken. Intussen ben ik gestart met kine, en gelukkig kent mijn kinesiste me ook nogal goed, want het is mijn nichtje. Ze schudde haar hoofd, en zei: “Ge moet dat ook niet verbaasd zijn als het niet vooruit gaat hé!”

Mja…