Gezapige zondag

Vandaag was zo’n zondag uit de boekskes, eentje zonder stress, met lekker eten en mijn vader over de vloer en zo.

Hij was er tegen elf uur en begon meteen te schaken tegen Wolf, iets waar ze allebei evenveel deugd van hadden, en bij momenten was het ook serieus spannend, zo bleek. Intussen maakte Merel haar huiswerk en was Bart aan het koken. En na het eten vertrok Merel naar de scouts, een babyvergadering.

 

Ik zette kaarsjes en stak de haard aan en we keken met zijn allen tv ’s avonds.

Zo van die zondagen, dat zijn er waarop niks speciaals gebeurt, maar die wel zorgen voor heerlijke herinneringen aan sfeer en gezelligheid.

Schaken

In 2016 waren mijn vader en Wolf beginnen schaken. Intussen was dat compleet stilgevallen, geen idee eigenlijk waarom.

Maar vorige zondag waren ze er plots weer over begonnen, en vandaag hadden grootvader en kleinzoon een schaak-date. Opa moest wat vroeger komen, had Wolf gezegd, en dus zaten ze tegen elf uur al aan de keukentafel met opa’s zestig jaar geleden zelfgemaakt bord.

Er werd gesakkerd en gediscussieerd, maar er werd vooral deftig gespeeld. En ik heb het gevoel dat ze er allebei intens van genoten. Wolf keek er in elk geval al naar uit: hij heeft zijn opa écht graag en vond het leuk dat ze op die manier ook samen iets konden doen.

En volgende week? Opnieuw diezelfde afspraak om te spelen. Persoonlijk vind ik dat de max.

Scouts

Bart had geen zin om vandaag te koken en had al op voorhand gereserveerd in de Mub’Art onder het MSK. Mij hoorde je niet klagen, want het is daar altijd dik in orde. Ik ging dus ons pa ophalen en reed meteen naar ginder. Geen idee wat er te doen was in het SMAK, maar we hadden wel enige moeite om er parkeerplaats te vinden.
Het eten zelf was, zoals altijd, zeer verzorgd en eigenlijk ook vrij snel. Maar goed ook, want zowel Kobe als Merel moesten nog naar de scouts om twee uur. Wolf eigenlijk ook, maar met zijn kapotte voet gaat dat nu een beetje moeilijk.

Hij is trouwens veranderd van scoutsafdeling, en is sinds dit jaar ingeschreven in Evergem. Hij vond niet echt aansluiting meer bij zijn takgenoten hier in Wondelgem, en ginder heeft hij twee van zijn beste maten. Kobe is intussen veranderd van school, tot Wolfs grote spijt, en zo zien ze elkaar tenminste nog.

En ach, die drie kilometer per fiets, daar gaat hij niet dood van. Als hij kan fietsen tenminste, want nu lukt dat natuurlijk niet. Mama taxi to the rescue dan maar weer, zeker? Ach, ’t is dat we ze zo graag zien, meneer…