Meh.

Beetje ziekjes. Als in: ik klink als een experte in Bulgaarse keel- en neusgezangen – zou ik eigenlijk moeten proberen, moest ik me zo mottig niet voelen – en de aandeelhouders van Kleenex bekijken me met onverholen adoratie.
Gelukkig valt het hoesten mee: ik hoef vooralsnog niet bang te zijn voor IJslandse zeehondenknuppelaars.
Maar het is vooral te hopen dat  het goed komt, want a) ’t is verdekke nog vakantie b) woensdag ga ik naar een festival!
Ik vermoed dat ik het van Wolf heb, want die is snipverkouden en met een stevige hoest teruggekomen uit Berria. Dubbel getest, corona is het dus niet, maar het blijft ambetant. En nu heb ik er dus van, ugh. Ik heb gelukkig geen koorts, maar ik ben gisteren al gewoon in mijn bed en zetel gebleven, en vandaag is eigenlijk niet veel beter.

Dat is het niet, nee.

Ik weet niet of het aan het weer ligt, aan de koude, of gewoon aan algemene malaise, maar feit is dat de rug al een paar weken moeilijk doet. Ik bedoel maar: al een week of twee ligt mijn stok standaard in de auto voor het geval dat het er tijdens het lesgeven ook echt gewoon inschiet.
Normaal gezien ben ik me er niet de hele tijd van  bewust dat ik een rug heb: zolang ik niks zwaars moet tillen of rare bewegingen uitvoer, doet die rug redelijk normaal. Maar nu doet hij al een tijd vrijwel continu pijn. Geen scherpe acute pijn, maar een voortdurende zeurderige soort pijn, waar ne mens serieus moe van wordt.

Vandaag ging het dan helemaal mis. Allez ja, niet dat het er echt in geschoten is, maar ik kwam thuis na twee uur lesgeven, en ik was op. Maar echt, doodop om een of andere reden, en ik had nochtans wel goed geslapen. Maar mijn kop zat vol snot, ik moest niezen en snuffelen en hoesten, en nee, het ging me niet. Ik ben in mijn zetel gekropen, maar slapen zat er blijkbaar niet in. Ik had nochtans nog veel te doen en vanalles gepland, maar nope, het is bingewatchen geworden, een aantal afleveringen van Marvel’s Agents of Shield.

Ik hoop maar dat ik er morgen weer kan staan, want er zijn al zo veel zieken onder de collega’s, en ik ben ook liefst mijn lessen niet kwijt. En ik hoop vooral dat die rug zich eindelijk eens begint te gedragen. Blah.