Stommiteiten van Rombaut: aflevering 5

* Stommiteiten van Rombaut #21

Ga een weekendje met uw lief naar Poperinge. Neem de fietsen mee. Zeg tegen uw dochter die naar zee gaat met een vriendinnetje, dat ze de zonnecrème van haar vriendin maar moet gebruiken want dat gij die goeie zelf van doen hebt. Steek de zonnecrème in de fietstas.

Vertrek zaterdag in de voormiddag met de fiets van Poperinge naar Watou. Stel vast dat het een ideaal fietsweertje is, met zon en wolkjes, een briesje en zo’n 25 graden. Denk er niet aan u in te smeren.

Geniet van Watou, van de kunstwerken, van de gedichten. Geniet ook van het heerlijke weertje, al is het een beetje warm.

Fiets naar kasteel de Lovie, zo’n 5 km verderop, waar ook een paar kunstwerken staan. Geniet van het briesje. Denk dat het misschien verstandig zou zijn u in te smeren. Wees daar te lui voor. Vraag aan uw echtgenoot of ge al rood ziet. Krijg een negatief antwoord. Smeer u niet in.

Fiets terug naar Poperinge. Stel vast, gelijk dat ge het stadje binnenrijdt, dat uw schouders gelijk toch zo’n beetje branden. Begin u te realiseren dat het misschien niet zo slim was om u niet in te smeren.

Kijk terug in het hotel in de spiegel. Realiseer u dat ge ferm onder uw voeten gaat krijgen van uw dochter. Besef dat ze groot gelijk heeft.

Zucht eens diep. Neem een lauwe douche.

* Stommiteiten van Rombaut #22

Heb een paar dingen nodig uit de Decathlon voor de dochter. Stel vast dat het een prachtige zomerdag is en dat ge evengoed met de fiets kunt gaan, da’s maar twintig minuten fietsen. Herinner u, vlak voordat ge de fiets op springt, dat ge nog een was moet buitenhangen. Leg uw handtasje en uw gewone bril uit uw handen, hang uw was op.
Fiets vrolijk naar de Decathlon. Vind deftige sportschoenen, een regenbroek, een minirugzakje en een fietsmandje. Wees oprecht opgetogen.
Kom aan de kassa. Stel vast dat uw handtas nog thuis buiten in de tuin ligt. Stel vast dat uw portefeuille in die tas zit. Stel vast dat uw bankkaart wel degelijk in die portefeuille zit. Stel vooral ook vast dat Decathlon theoretisch de mogelijkheid heeft tot Payconiq, maar dat dat van geen kanten werkt. Probeer een keer of tien. Vloek binnensmonds.
Spreek een aangenaam uitziend gezin aan met de vraag of gij hen het bedrag moogt payconiqen en dat zij dan voor u betalen. Voel uw dochter naast u cringen. Wees zeer dankbaar dat het gezin dat met plezier voor u doet.
Wandel uit de Decathlon met uw aankopen. Steek die netjes in uw fietstassen. Negeer de rode kop van uw prepuberdochter.

Zucht eens diep.

* Stommiteiten van Rombaut #23

Ga naar een megaconcert. Spreek af met een maat dat ge ergens gaat parkeren en dan de fiets gaat nemen. Pik de maat op met fiets. Rij vrolijk naar Oostende. Haal de fietsen van de drager, steekt uw gerief in de fietstassen, fiets vrolijk naar de fietsenparking. Heb er zin in.
Pakt uw gerief uit uw fietstassen, merk dat ge uw gewone bril precies niet mee hebt. Zoek nog eens grondig. Stel vast dat uw gewone bril wellicht nog in de auto ligt. Vloek grondig.
Woon het concert bij met uw zonnebril op, ook als het al donker is. Ga het terrein af met uw zonnebril op. Fiets de vier kilometer naar uw auto met uw zonnebril op. Kom aan de auto, doorzoek uw auto. Vind uw bril niet. Kijk rond op de parkeerplaats en onder de zetels. Vind uw bril niet. Vloek nog grondiger.
Rij naar Gent met uw zonnebril op. Wees blij dat hij niet echt verduisterend is, maar vooral schittering wegneemt.
Kom thuis. Vind uw bril niet op de tafel. Doorzoek uw huis. Vind uw bril niet. Doorzoek nog eens uw auto. Vind uw bril niet.
Ga uw tanden poetsen zo met uw zonnebril op. Kruip in uw bed. Slaap slecht omdat ge uw bril kwijt zijt en ge een dag later voor 9 dagen naar Italië vertrekt.

Sta op met uw zonnebril op. Ontbijt met uw zonnebril. Doorzoek nóg eens uw auto. Vind uw bril niet. Haal uw sjaal en vestje uit uw fietstassen.

Vind uw bril onder de bodemversteviging van uw fietstas. Vloek bijzonder grondig. Doe een facepalm. Realiseer u dat ge dus toch concert + fietsrit + autorit met uw gewone bril hadt kunnen doen.

Zucht eens diep.

* Stommiteiten van Rombaut #24

Wees op vakantie in Sorrento. Geniet van het landschap, het weer, het eten, het gezelschap, het prachtige uitzicht over de Baai van Napels en de Vesuvius.

Ontdek dat er vlakbij een geocache is, maar dat daar een stevige klim naartoe is. Stel vast dat gij op 110 m hoogte zit, dat de kapel waar de cache zit, op 160 m hoogte is met trappen daarnaartoe, en dat de rest van de 3 km wandeling nog stijgt tot 330 m. Maak uw kinderen enthousiast voor die wandeling, vooral de oudste. Denk dat ge dat wel gaat aankunnen.

Ga eten op 50 m, klim met uw volle maag terug naar de 110 m en begin dan meteen, bij 32°, aan de tocht naar de kapel. Stel vast dat uw kinderen jonge springers zijn en dat uw man dat precies ook nog wel een beetje is, maar dat ge uzelf schromelijk overschat hebt.

Maak een rekensommetje: 100+ trappen + 50 jaar oud + conditie -100 wegens kapotte rug en zo + 30 kg overgewicht + 32° + volle maag + misschien ook wel het neveneffect van die zware pijnstiller die ge genomen hebt om te kunnen stappen op uw kapotte voet = absoluut geen goed idee. Voel u halverwege de prachtige trappen duizelig worden. Ga even zitten. Ga even liggen. Geef toe dat ge beter opgeeft. Geef vooral ook toe dat ge het daar knap lastig mee hebt.

Laat de rest van het gezin de klim afwerken. Laat hen beloven om foto’s te nemen en die cache te zoeken.

Ga in uw eentje traagjes terug naar beneden. Ga in de friste op uw bed in uw hotelkamer liggen.

Beloof uzelf om op zijn minst iets aan dat gewicht te doen.

Zucht eens diep…

* Stommiteiten van Rombaut #25

Wees op vakantie in Sorrento. Geniet van het landschap, het weer, het eten, het gezelschap, het prachtige uitzicht over de Baai van Napels en de Vesuvius. Huur een auto. Krijg een Fiat 500 X die eigenlijk meer dan oké is.

Rij de eerste dag van de huur al meteen naar Napels. Stel vast dat alle taxichauffeurs zeggen dat als ge kunt rijden in Napels, ge echt wel een goede chauffeur zijt en dat dat niet overdreven is. Wees trots dat ge een goede chauffeur zijt, compleet met scheldpartijen en Italiaanse handjes naar idioten van andere chauffeurs die door het rood rijden, u de weg afsnijden en alle stommelingen op van die idiote brommertjes.

Vind een parkeergarage – allez, toch iets met die naam – in de buurt van het Museo Nazionale Archeologico. Rij in in de toch wel zeer smalle poort. Mispak u gigantisch aan de draaicirkel van die Fiat. Stop wanneer uw linkerflank nog vijf centimeter van de muur verwijderd is. Stel vast dat ge eigenlijk al op een serieuze helling staat. Panikeer lichtjes.

Probeer achteruit te rijden met die auto die ge absoluut niet gewoon zijt. Bol bij die poging nog een tien centimeter vooruit. Klop uw freins toe wanneer ge nog 1 centimeter van de muur verwijderd zijt. Stel vast dat ge nu nog dieper op de helling staat. Panikeer volop. Zie voor u al de gigantische beschadiging van de linkerdeur en de kosten die daaraan verbonden zijn. Panikeer nog meer.

Zie hoe de eigenaar/gerant/whatever van de garage naar u toekomt en teken doet dat ge achteruit moet rijden. Doe een of ander handgebaar naar die mens van “Duh!” en zeg dat dat niet gaat. Draag het raam open en zeg in het Nederlands : “Doet gij het maar!” Stel vast dat die mens u begrijpt en teken doet dat ge de motor moet afleggen. Leg, zwetend en stijf van de adrenaline, uw motor stil en stap uit.

Zie hoe die mens instapt, start en probleemloos achteruit rijdt, zijn draai wat groter neemt en de garage inrijdt. Vloek op uzelf, vind uzelf een domme gans.

Wees ongelofelijk opgelucht dat uw huurauto niet beschadigd is. Stel vast dat uw smartwatch de voorbije minuten een ongelofelijk goeie workout vond.

Zucht eens diep. Trek de stad in.

 

Kersenpitjeskussenperikelen

Amai, als dat zou aanvaard worden bij het scrabbelen…

Maar ja, wij zijn dus weer wat tegengekomen hier ten huize. Aangezien mijn rug niet echt wil meewerken, lig ik nogal veel gewoon plat in de zetel. Alle spieren zijn intussen verkrampt, en een kersenpitkussen kan dan behoorlijk wat soelaas brengen.

Ik vroeg dus aan Merel om dat op te warmen: 300 intikken in de microgolf, en dan op start. Wat zij, voorbeeldige en gedienstige dochter, ook meteen deed. En daarna vrolijk onnozel kwam doen bij mij. Tot ik begon te denken dat het precies wel lang duurde, dat opwarmen. Merel liep naar de keuken, en verkondigde: “Zeg mama, dat ruikt hier precies een beetje verbrand!” Waarop ik uit de zetel gilde: “Oh nee! Duw op stop! Duw op stop!” Waarop zij in paniek sloeg en vanuit de keuken gilde/huilde/krijste: “Maar ik weet niet wat ik moet doen!!!!!”

Waarop ik, iets rustiger qua stem – merk de beperking op – “Duw op de stopknop, meisje, en doe de deur open!”

Een rookwalm sloeg uit het toestel.

“Merel, neem een paar ovenwanten en pak het uit de microgolf, en gooi het buiten.”

“Maar dat durf ik niet, mama!” in een huilerig stemmetje.

“Roep dan Wolf van boven.”

“Woholf! Kan jij eens komen? En rap?”

Wolf stommelde de trap af, merkte de rook in de kamer op, kreeg de uitleg in een paar seconden, en kwam mij een bruinverbrand, smeulend kersenpitkussentje tonen.

En stinken. Stinken!

De vensters hebben opengestaan, er is gespoten met Oust, en nog stinkt het hier alsof een amateurbrandweerkorps hier ter plekke zijn jaarlijkse blusoefening heeft gehouden.

Man!

Maar bon, dat gaan we dus niet nog eens tegenkomen, zoveel is duidelijk.

Enfin, hoop ik toch.

Flipoven

Morgen wordt Wolf 10 jaar, en dus moet er vandaag cake gebakken worden. Zo hoort dat, hier ten huize De Waele. Die cake wordt dan ook nog uitgebreid versierd met rolmarsepein, en wordt daarna uitgedeeld aan de klasgenoten.

Na school togen Wolf en ik dus aan het werk: een grote en een kleine cake, eentje voor school en eentje voor de muziekles. Een quatre-quart van vier eieren volgens de Boerinnenbond, met een goeie scheut melk erbij, en dan op 180° een half uurtje in de voorverwarmde oven. Tot ik na een kwartiertje al onraad rook, en dat laatste mag u letterlijk nemen.

Verwonderd ging ik poolshoogte nemen, en jawel, de cakes zagen zwart. Ook dat laatste mag u letterlijk nemen. Ik vermoed dat de oven beginnen flippen is, want om een cake op 15 minuten zwart te krijgen, staat hij niet gewoon ietsje te warm, maar véél te warm. De binnenkant was nog niet eens helemaal gaar, maar gelukkig zat de smaak er nog niet in, en kon ik nog iets redden door het zwart aan alle kanten weg te snijden. Ja, zelfs de onderkant was zwart.

Wolf is dan maar bij de bevriende apotheker om een verse kilo suiker gelopen, en we zijn herbegonnen. Met dezelfde instellingen van de oven, en vooral met argusogen.

Geen problemen deze keer: prachtige, goudgele, smeuïge cakes. Helaas ook te warm om vanavond nog te versieren, dat zal voor morgenvroeg zijn.

Ten bewijze:

IMG_7890

Eigen schuld, dikke bult

De dag begon behoorlijk druk. Eigenlijk wilde ik, net zoals gisteren, te voet met de kinderen naar school gaan, met Merel in de buggy. Vandaar zou ik dan Merel naar de crèche brengen, en dan terug naar huis, een ochtendwandeling van alles bij elkaar drie kwartier. Helaas, vannacht is Wolf uit zijn bed gedonderd, met een Tom-en-Jerrybuil als gevolg (zo ene als een duivenei) en een serieus diepe snee in zijn voet, van tegen het nachtkastje te botsen. Don’t ask, dat doe ik ook niet. Hij loopt serieus te manken, en het ziet er ook wel pijnlijk uit. Ik heb ze dus maar met de auto afgezet, en heb daarna de kuisvrouw geholpen bij het opruimen.

Ha ja, want tegen tien uur kwam Sophie langs, een vriendin van bijna dertig jaar geleden. We hebben namelijk samen de eerste jaren van ons middelbaar gedaan, waren toen echt wel bffs, en zijn contact blijven houden. De laatste jaren was dat wat verwaterd, maar door omstandigheden hebben we de draad terug opgepikt. En dus zat ze deze morgen bij mij op het terras koffie te drinken, en kletsten we zoals vanouds, alsof we elkaar pas vorige maand nog hadden gezien, in plaats van negen jaar geleden.

Tegen half één trok ik richting Korenmarkt voor een twunch. Het eten zelf hebben we binnen gedaan, want op het terras was geen plaats voor een groep van acht, maar daarna hebben we buiten in de zon koffie gedronken. En man, ze brandde, die zon. Ik had nog al lachend gevraagd of ik geen zonnecrème zou meenemen, en dat had ik dus beter gedaan.

Tegen half drie ging ik even binnen in de Hema, keek of er Tshirts te vinden waren voor Wolf in de H&M, waaide even langs in de Steps, kocht twee ringen bij M.A.R.T.H.A., en was net op tijd thuis om de jongens op te vangen die van school kwamen. Ik reed het gras af, plantte wat bloemen uit, en stelde toen vast dat ik toch eigenlijk écht wel verbrand was op mijn bovenarmen en in mijn décolleté. Slimme. Ik had er eigenlijk gewoon niet bij stilgestaan. Het was zelfs op het randje van het pijnlijke, en ik was blij dat ik Flamigel in huis had.

Ik haalde Merel vrij vroeg op in de crèche, we aten buiten, en ik zorgde dat ik rond kwart na zeven met de jongens in de Weight Watchers stond. Ik liet me enkel wegen (man, zó’n slecht resultaat!) en reed meteen terug naar huis, om de kinderen in bed te steken.

En smeerde. Serieus gasten, dat weer hier, dat is echt alles of niks. Kunnen we niet eerst even rustig wat kleur opbouwen, nee?