Drukke dag. Beetje te druk, zo bleek.

Het begon allemaal redelijk rustig, met een deftige nachtrust en al. En dan Chantal een beetje meehelpen, rustig ontbijten, koffie drinken, de auto probleemloos starten, en naar de garage rijden. Daar moest ik een klein uur wachten, en betaalde ik ook de navenante prijs. Duur affaire, zo’n nieuwe batterij!

Een en ander zorgde ervoor dat ik veel later dan voorzien terug thuis was, en dat we dus maar de gisteren gekochte pizza’s opaten, in plaats van zelf nog hespenrolletjes te maken.

In de namiddag trommelde ik de kinderen op, vulden we de auto met brol en bucht, reden naar het containerpark, en aansluitend naar de kapper voor beide jongens.

Traditie vereist inmiddels dat we na de kapper een vieruurtje halen bij de Turkse bakker, en dat bleek in mijn geval een boterkoek met slagroom te zijn. I know, maar hij had niks met minder calorieën.

Enfin, we stopten nog bij de C&A om een paar nieuwe Tshirts voor Wolf te halen – ze zijn allemaal plots te kort qua mouwen – en sprongen meteen ook de Proxy Delhaize binnen om melk te halen, wegens acuut zonder gevallen. Thuis kabbelde de dag gewoon verder, we aten boterhammen, en nadat Merel in bed zat, installeerden we ons voor de tv met een kommetje borrelnootjes.

Film was gedaan, jongens gingen slapen, en ik begon naar Endeavour te kijken. En begon me misselijk te voelen. Mja, de nootjes waren vettig, maar toch ook weer zó erg niet?

Ik vluchtte richting het toilet met buikkrampen, vreesde het ergste, en jawel… Ik ging liggen, kon nog net Bart roepen, en viel flauw. Hoe lang ik buiten westen was, weet ik niet, dat zei Bart niet, maar het moet wel een paar minuten geweest zijn, alweer. Ik slaagde erin hem gerust te stellen, en vroeg om me gewoon te laten liggen, daar op de koude grond. Maar iets later moest ik hem toch roepen, en gaf ik nogal heftig over in de klaarstaande emmer. Meh. Duidelijk te veel vettigheid, waartegen mijn lijf grondig protesteerde. Ik slaagde erin om weer op het toilet te krabbelen, en ook de rest van de opgegeten brol verliet met enige spoed mijn lijf.

Ik heb nog wat liggen slapen daar op de vloer, tot ik me goed genoeg voelde om de twee verdiepingen naar boven te klauteren, en in mijn bed te vallen.

Blah.

Ik haat mijn lijf.

(En nee, het kan geen kwaad, dat is me door een neuroloog bevestigd. Ik moet alleen buikkrampen zien te vermijden.)