Berlijn, dag één

Het voordeel van zo’n slaaptrein is dat je nog een hele dag voor je hebt. Het nadeel van zo’n slaaptrein is dat je toch niet uitgerust bent, dat je nog een hele dag voor je hebt, en dat het pokkevroeg is.

Om zes uur maakte de treinbegeleider de hele trein wakker, we kregen een ontbijtje, en kwart voor zeven stonden we in Berlin Hauptbahnhof, jawel.

Compleet groggy namen we een taxi naar het hotel, alwaar de receptie pas openging om 7.00 uur en we dus nog eventjes moesten wachten. We mochten er sowieso onze bagage achterlaten, maar hoopten natuurlijk dat onze kamer al klaar ging zijn. En jawel, we hadden ongelofelijk veel geluk: we mochten meteen naar boven. En daar bleek onze kamer een suite te zijn: twee aparte kamers zonder tussendeur: aan de ene kant een zithoek met een keukenwand, aan de andere kant een groot bed met een badkamerwand en daarachter de douche, en een apart toilet en aparte dressing, en zelfs een balkonnetje. Dik, meer dan dik in orde!

Bart installeerde zich in de zetel, ik was zo moe dat ik prompt in slaap viel voor een meer dan stevige tuk. Enfin, om half elf gingen we de deur uit, naar de overkant, voor een ontbijtje. Ha ja, dat kan niet in het hotel omdat ze de ontbijtzaal net aan het verbouwen zijn. Ontbijt was goed, de oude kassa die hij er staan had, was nog veel beter.

En toen gingen we voor een eerste initiële verkenning van de stad. Ons hotel ligt op een steenworp van de Alexanderplatz, en dus wandelden we tot aan de Fernsehturm, wat verder langs de Mariënkirche, en zo vlotjes voorbij enkele caches richting Museuminsel.

Daar begon het er niet alleen bijzonder dreigend uit te zien, het begon ook eventjes stevig te regenen, zodat we aan de Berliner Dom gingen schuilen. Binnengaan hoefde voor ons niet, het is niet alsof we nog geen kerken gezien hebben. Eten deden we dan weer aan het Humbolt Forum: simpele Duitse dinges.

We wandelden het Museuminsel verder af, staken over en kwamen via een heel hippe buurt – allemaal merkenwinkels voor jonge gasten – terug richting ons kamer. Dat was eigenlijk geen beetje te vroeg, want opnieuw begon het heftig te regenen. Wij zaten gelukkig binnen, ideaal voor nog maar eens een tukje.

Gelukkig klaarde het daarna op, zodat we ongestoord tot aan de Fernsehturm konden wandelen, de lift naar het restaurant op meer dan 200 meter nemen, en daar genieten van een matige maaltijd met een prachtig, roterend uitzicht.

En toen – het was nog maar amper half tien – wandelden we over de Alexanderplatz zelf, voorbij het Weltzeituhr, terug naar het hotel. Alwaar het bed echt fantastisch bleek. Serieus.

(Boven op de meer close-up foto vanop de toren zie je ons hotel, dat ietwat inspringende witte gebouw, en het putdeksel hierboven bevat wel degelijk een geocache, als je goed kijkt…)