“… en een dikke zoen” van Showkoor Enchanté

Ik wist eigenlijk al jaren dat een van mijn favoriete oud-leerlingen, Femke, meedraaide in een showkoor. Ze had me al vaker uitgenodigd, maar ik was daar eigenlijk nog nooit op ingegaan. Jaren geleden had ze voor een van de voorstellingen een paar Crocs geleend en die waren nooit tot bij mij terug geraakt. Tsja.

Nu wilde ze, als Wiedergutmachung, Merel en mij gratis tickets bezorgen voor de zaterdagnamiddagvoorstelling, en aangezien Merel nogal fan is van films à la Pitch Perfect, gingen we daar graag op in.

Zaterdag fietsten Merel en ik vrolijk tot aan de Tinnenpot en namen, na even wachten, plaats in een snikhete Witte Zaal. Geen nood, had Femke gezegd, we verhuizen snel naar de andere zaal. Ah bon?

Dat bleek ook te kloppen. Intussen was ons ook het concept duidelijk: aan de hand van gekende en minder gekende nummers werd het verhaal verteld van een jonge vrouw die moest bevallen en dan haar kind moest afstaan, omdat ze zelf naar de gevangenis moest. Er wordt geen woord in gesproken, enkel gezongen en uiteraard ook gedanst of uitgebeeld.

De moeder schrijft doorheen het verhaal brieven naar haar dochter en eindigt die telkens “… en een dikke zoen”. Uiteindelijk komt ze vrij, zoekt ze een appartement en durft ze, pas na lang aarzelen, contact te zoeken met haar intussen volwassen dochter. Mij was het niet helemaal duidelijk of ze nu verenigd worden of de moeder zelfmoord pleegt, maar eigenlijk maakt dat niet uit.

Was het goed? Jazeker, zeker als je weet dat alle muziek live gespeeld werd. Maar – en ik zal dan wel een snob zijn, so be it – ik vond de zang wat teleurstellend. Niet alles was altijd even zuiver, maar vooral: het meeste was simpelweg eenstemmig, met af en toe een tweestemmige passage. Pas op, het is een hele uitdaging, tweeëneenhalf uur zang op een podium. Maar het niveau van de arrangementen mocht voor mij gerust wat hoger liggen, de lat net iets hoger mikken, het muzikale aspect net wat, tsja, meer.

Merel was echter helemaal verkocht, vond het fantastisch, en volgend jaar komen we terug met de nichtjes, als die vrij zijn natuurlijk.

 

Toneel in ’t stad

Toen ik hoorde dat Guido Vanderauwera opnieuw zijn Cicero speelde in theater Tinnenpot, zag ik het meteen zitten om met onze vierdes, vijfdes en zesdes Latijn ernaartoe te gaan. Directie vroeg meteen of dit niet kon voor alle vijfdes en zesdes, maar dat ketste ik meteen af, de voorstelling van 2012 indachtig.

Ik fietste dus vrolijk met een collega iets over enen richting stad, ging met hem iets eten op het terrasje van Boon, de vroegere Veneziana, en stelde vast dat het er lekker en wonderwel goedkoop is: 13.5 euro voor een stevig stukje quiche met slaatje en een hippe Wostok met abrikoos en amandel.

Netjes om twee uur stonden we me 53 leerlingen aan het theater, en tien minuten later stond Cicero het beste van zichzelf te geven. De bespreking volgt nog op de website van de school, maar is op zich niet zo verschillend van wat ik vroeger al schreef: een zwaar stuk dat toch wel enige voorkennis vereiste.

Aansluitend fietste ik nog even tot aan de Hema om extra pepernoten, en ging dan naar huis. Toch vreemd dat ik er vroeger zelfs niet aan gedàcht zou hebben om met de fiets te gaan, terwijl ik het nu de meest normale zaak van de wereld vind en er nog intens van geniet ook.

En straks dan naar Nederland, naar Lage Mierde, maar dat is voor morgen.

Claus

Toen een vriendin me vroeg of ik vanavond mee wilde naar de voorstelling ‘Claus’ in Tinnenpot, hoefde ik geen moment na te denken: uiteraard! Ik vind het Tinnenpot een bijzonder charmant theater, ik heb het wel voor de teksten van Hugo Claus, en ik zie Guido Vanderauwera best wel graag spelen.

Zij kwam met de dochter langs om pannenkoeken te eten, die installeerde zich daarna in de zetel bij mijn kinderen, en wij trokken ’t stad in. Tram was wegens de pijnlijke rug geen optie, maar we vonden, ondanks het lichtfestival, toch bijzonder vlot een plekje, oef.

IMG_1481

De enscenering – regie van Decaluwé, overigens – is eenvoudig maar bijzonder doeltreffend: een bank met boeken, een tapijt, een lezenaar, en centraal een beeldscherm met daarachter een projectiescherm. Vanderauwera brengt de monoloog heel sober: hijzelf speelt de figuur Claus die episodes uit zijn leven vertelt aan de hand van zijn verschillende vrouwen. Tussendoor leest hij zelf authentieke teksten van Hugo Claus voor – duidelijk te herkennen omdat hij dan aan de lezenaar staat. Regelmatig worden er ook gedichten die Hugo Claus zelf voorlas afgespeeld, terwijl de tekst geprojecteerd wordt. Of luister je naar de liederen van Kitty Courbois, Lisbeth List en anderen die de teksten van Claus zingen.

Ik kende  de teksten van Claus eigenlijk niet zo goed, maar echt, die man heeft pakkende, beklijvende dingen geschreven. Mooi, raak, to the point, soms scabreus. Ook dat maakt deel uit van de figuur Claus die jong was in de jaren ’60. Helaas maakte ook zijn rookverslaving deel uit van zijn persoonlijkheid, maar dat was nu niet echt een aspect waarmee ik graag wilde geconfronteerd worden. Een rokende acteur op scene had voor mij echt niet gehoeven, hoe kenmerkend dat ook was: ik had aan de teksten en het spel meer dan genoeg.

Laat me het zo samenvatten: deze voorstelling heeft me zin gegeven om in de bibliotheek een bundel van Claus te ontlenen en die langzaam te savoureren. Een aanrader voor wie van de teksten van Hugo Claus houdt of er graag kennis mee wil maken. Jawel.

De voorstelling speelt nog op 10 februari en 16/17 maart, in Tinnenpot.

 

Cicero in Tinnenpot

Toen ik tijdens de Gentse Feesten met de jongens naar een toneel ging, zag ik daar ook aankondigingen liggen van latere toneelstukken. Daaronder was een Cicero, met name de Catilinarische redevoeringen. Omdat ik dat lees met mijn leerlingen in het vierde jaar, wilde ik daar dolgraag naartoe. Vandaag hebben we dat dus gedaan: de vierde en vijfde Latijnse, en alle zesdes. Ik ben in alle klassen rondgeweest om een inleiding en uitleg te geven, en voor Gentblogt heb ik er een verslagje geschreven.

U krijgt het uiteraard ook hier.

Cicero[+]Ik geef het toe, ik ben een beetje bevooroordeeld. Als classica die al jàrenlang Cicero’s leven en carrière uit de doeken doet op school, die zijn redevoeringen uitvoerig bespreekt in het zesde jaar, en meer specifiek zijn Catilinarische redevoeringen vertaalt in het vierde jaar, ken ik wel wat van de man. Kan ik bepaalde van zijn speeches zelfs in het Latijn opdreunen, compleet met mimiek, intonatie en alles erop en eraan.

Toen ik deze zomer zag dat de redevoeringen tegen Catilina op de planken gingen gebracht worden in Tinnenpot, sprong ik er dan ook op als de duvel op Geeraard, en legde meteen een schoolvoorstelling vast.

Deze middag zat ik dan met 107 leerlingen en enkele collega’s in de grote zaal, en keek naar een decor dat op knappe manier was opgebouwd uit groene legertafels. Vooraan was een hele lange tafel bijna als een toonbank opgesteld, in het midden waren enkele tafels gestapeld tot spreekgestoelte voor de senaat, en achteraan was warempel een hele constructie gebouwd die een podium voor het Romeinse volk voorstelde. Meer decor was er niet, en meer was ook niet nodig.

Cicero[+]Cicero, knap gestalte gegeven door advocaat Guido Vanderauwera (in regie van Jo Decaluwé naar een tekst van Daniël Gybels), droeg enkel een toga boven een hemd en broek, maar had ook niet meer nodig dan dat. Op imposante manier vertelt hij zijn ideeën en twijfels over de volksmennerij in de politiek, over de sluwe manipulatie van het volk, en over de figuur van Catilina, die met een aanhang van geboefte en gespuis een staatsgreep probeert te plegen. De “politiek correcte puritein” Cicero krijgt een menselijk gelaat, te midden de intriges van macht, te midden politieke afrekeningen en te midden één van de meest groteske samenzweringen uit de wereldgeschiedenis.

Cicero stapt geregeld uit zijn “rol” en denkt na over de mens die achter de vijand schuilt en over de mens die hijzelf is… als hij zijn toga even vergeet. Zo blijken vijanden uiteindelijk vaak gelijkgestemde zielen te zijn. Zo zijn -als van alle tijden- zogezegd grotere belangen vaak pure eigen belangen. Zo worden zogenaamd dappere macho’s erg kwetsbare wezels en speelt in een mannenwereld van macht, de vrouw nog altijd, of toch meestal, de stille hoofdrol.

Gedeelten uit de Catilinarische redevoeringen, maar ook uit andere speeches van Cicero, worden naadloos in het stuk verweven. En daar wringt een beetje het schoentje: ik vermoed dat iemand zonder klassieke voorkennis heel veel moeite heeft met dit stuk. Het taalgebruik is al vrij archaïsch en intellectueel, en daardoor soms moeilijk te volgen, maar ook de geschiedenis op zich is niet eenvoudig. Er zijn uiteraard parallellen te trekken naar de huidige politieke situatie, en hoe sommige leiders zich moeten voelen bij het nemen van moeilijke beslissingen. Maar hoe goed Vanderauwera het ook brengt, het blijft een zwaar stuk.

Zou ik het aanraden? Als je zelf iets afweet van de Romeinse geschiedenis, en je op school ooit nog door de De Catilinae Coniuratione van Sallustius hebt geworsteld: zeker. Maar als consuls in het Imperium Romanum jou niks zeggen, dan denk ik niet dat je het stuk zal smaken.

En dat zou jammer zijn, zowel voor jezelf als voor de gedreven Cicero daar op het podium.

Cicero
nog op maandag 12, woensdag 14, maandag 26 en woensdag 28 november om 20.00u
Theater Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21
09/225.18.60