Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, geef ik mijn vijfdes om de zoveel jaar op hun examen een tekenopdracht. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de bizarre creaturen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit; in 2018 werd het dit, en in 2021 dit.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Getekende zeeslangen

Om het voor mezelf wat plezanter te maken, maar ook omdat ze op die manier tonen of ze hun tekst begrepen hebben, heb ik mijn vijfdes op hun examen een stukje doen tekenen. Ja ik weet het, ik heb een slecht karakter. Let wel, het gaat hier absoluut niet over hun tekenkunsten, wel over het kunnen uitbeelden wat er in de tekst staat.

Het gaat over het paard van Troje, en hoe de priester Laocoön, als hij durft twijfelen aan de goede bedoelingen van de Grieken met dat paard, verscheurd wordt door twee enorme zeeslangen. De tekst van Vergilius gaat als volgt:

Ecce autem gemini a Tenedo tranquilla per alta
(horresco referens) immensis orbibus angues
incumbunt pelago pariterque ad litora tendunt;
pectora quorum inter fluctus arrecta iubaeque
sanguineae superant undas; pars cetera pontum
pone legit, sinuatque immensa volumine terga.
Fit sonitus spumante salo; iamque arva tenebant,
ardentesque oculos suffecti sanguine et igni,
sibila lambebant linguis vibrantibus ora.

Mijn eigen vertaling: “En kijk, daar kwamen echter uit de richting van Tenedos over de kalme zee (ik krijg nog koude rillingen bij de gedachte alleen al) twee slangen in enorme kronkels. Ze stortten zich in de zee, en trokken zij aan zij naar de kust. Hun tussen de golven opgerichte borst en hun bloedrode kammen staken boven het zeeoppervlak uit; de rest van hun lijf streek achteraan over de zee, en deed hun enorme ruggen kronkelen in een bocht; je kon het geluid horen in het schuimen van de zee. En reeds bereikten ze de kust, en hun brandende ogen waren doorlopen met bloed en vuur. Ze likten met hun trillende tongen hun sissende muilen.”

Opdracht: teken minstens één beest. Ik wilde dus zien: een kam, een uit het water opgerichte borst, rode vlammende ogen, een tong, en een lijf dat achteraan kronkelde over het wateroppervlak.

Juist ja. Ik heb me een breuk gelachen met sommige van de amechtige meelwormen die ik gekregen heb, maar dat maakte niet uit voor hun punten: het is per slot van rekening Latijn, en geen tekenles. Ik heb dat trouwens in 2012 ook al eens gedaan, en toen kreeg ik dit, en in 2018 werd het dit.

Maar je moet echt eens kijken: er is er eentje bij die meer op een krokodil lijkt, eentje heeft een Fabiolakapsel en er zijn er zelfs bij met lachende smileys. Juist ja.

Dit is hoe ik ze doorgaans aan bord zet. Een beetje afgelikt, misschien, maar bon.

Bedanking

Eigenlijk wordt dat al jaren niet echt meer gedaan, je leraars bedanken in het middelbaar. Niet dat dat hoeft voor mij, hoor, we doen per slot van rekening onze job, maar het is echt wel fijn om die appreciatie te krijgen. Waar ik bijvoorbeeld apetrots op ben, is het feit dat twee van mijn elf laatstejaars overwegen om Latijn verder te studeren aan ’t unief, en dat er dit jaar eentje afstudeert in de richting Klassieke Talen. Zegt veel, toch?

Een paar dagen geleden kreeg ik een berichtje van een van mijn eerstes: of ze me nog even kon zien. Ik gaf door wanneer ik nog op school was, en jawel, vandaag stond ze daar. Met een doosje zelfgemaakte koekjes en vooral een tekening. Een strip, nota bene, over Rombaudus en Rebus, waarin ze het verhaal vertelt van de Romeinse tweeling met alle eigenaardigheden en onnozele grapjes die ik er altijd insteek (zie de post van gisteren met de foto van de dag).

Ik vind het fantastisch hoe ze alle detailtjes onthouden heeft, en vooral, hoe ze er zo veel tijd in willen steken heeft. Ik vind ze gewoon zalig, die tekening! En hoe ze mij dan treffend typeert, net op het moment dat ik er toch wel weer een cliffhanger kan insteken.

Awel, dat doet deugd. Echt. Zeker als het komt van een van de leerlingen van de twee uur. Weliswaar eentje die, zoals Kobe vorig jaar, voor de twee uur heeft gekozen omdat de andere modules ook zo interessant waren, maar toch.

Bij deze nog eens bedankt, Kaat!

Sjabloon

Merel heeft op haar geboortekaartje een prachtige tekening gekregen: designer Stephen had goed geluisterd naar mijn briefing dat ik van goth en paars houd, en had er een heel mooi ontwerp op gemaakt.

Ik heb die tekening dan ook op Merels slaapkamermuur gezet:

Alleen… ze heeft uiteraard blond haar intussen. En eigenlijk wou ze graag die tekening om zelf eens iets mee te doen, zoals blond haar en appelblauwzeegroene kleren geven. Ik kon die gewoon overtekenen voor haar, maar dan kon ze er zelf niks mee, of ik kon, tsja, een sjabloon maken. Met karton en een graveerpen.

Et voilà!

Of hoe de quarantantie mensen tot creativiteit dwingt, toch?