Film: “Knives Out”

Zoals elk jaar gaan we met de tweede en de derde graad na de examens van kerstmis naar de film. Dit jaar koos de leerlingenraad voor “Knives Out”, en jawel, een goeie keuze.

Al hield ik het eerste half uur mijn hart vast: de film begint bijzonder traag. De leerlingen begonnen dan ook te wriemelen, ik zat in een zaal met vierdejaars. Maar dan komt de eerste onverwachte wending en waren ze plots wel allemaal mee. In essentie is het een echte whodunit, zelfs eentje in de stijl van Cluedo. In het begin worden de personages, aka. de verdachten voorgesteld met elk hun versie van de feiten. Want ja, de moord krijg je van in het begin mee. En dan begint het mysterie zich beetje bij beetje te ontrafelen met heerlijke oneliners, fijne wendingen en de slechterik die vrolijk op zijn bek gaat.

Meer kan ik niet vertellen zonder dingen weg te geven, maar het zit heerlijk luchtig in elkaar. Verwacht geen zware filosofische gedachten, zelfs geen gedachten tout court, alleen een heel fijn cluedomysterie. En nee, het was niet de butler met de kandelaar in de bibliotheek.

Mijn hoofd loopt om…

Om het maar eens met een mooie Hollandse uitdrukking te zeggen. Het zijn ook van die rare dagen: de examens zijn gedaan maar er moet nog vanalles gebeuren.

Deze morgen stond ik om kwart over negen per fiets in ’t stad, meer bepaald met drie, vier, vijf en zes aan de Sphinx voor ‘A Star is Born’: niet bepaald het soort film dat ik thuis zou bekijken, maar ik was wel onder de indruk van zowel Lady Gaga – dju dat mens kan toch echt wel zingen! – als Bradley Cooper. Knappe vent, met een goeie stem. Uhhuh.

Daarna dweilde ik nog even door ’t stad op zoek naar een leuke en betaalbare kersttrui, maar helaas. Ik vond wel nog een paar andere leuke dingetjes, en was tegen half twee thuis. De kinderen hadden tegen dan al gegeten, oef.

Na nog een hoop klassenraadwerk reden Merel en ik alweer richting ’t stad, met de auto deze keer, voor haar blokfluitles. En daarna liepen we nog even samen naar de Korenmarkt, want ze had nog geen vieruurtje gehad. Het werden dus maar churros, en erg dat ik dat vond!

En na het eten ging ik nog even een kijkje nemen bij ons pa, maar die stelde dat prima. Nog steeds even duizelig, maar wel ferm content en op zijn gemak daar in ’t ziekenhuis. Oef.

Fillem

Toen ik hoorde dat onze tweede en derde graad, zoals elk jaar na de kerstexamens, naar de film gingen, had ik terloops tegen Peggy, onze personeelsverantwoordelijke, gezegd dat ze me gerust mocht inschakelen, mocht er een tekort aan begeleiders zijn. Ze waarschuwde me wel dat ik nog steeds officieel in ziekteverlof ben, en dat ik dus niet verzekerd ben, mocht ik iets tegenkomen. Maar dat zou ik, mocht ik gewoon naar de film gaan, ook niet zijn.

En jawel, een ingeschakelde collega had op hetzelfde moment ook klassenraad in een andere school, en dus nam ik zijn plaats in. Ik had wel aan de verantwoordelijke laten weten dat ik niet echt op voorhand ging aankomen omdat ik wilde vermijden dat ik lang ging moeten rechtstaan, maar dat ik gerust wilde patrouilleren tijdens de film zelf. Mijn reputatie gaat me vooraf, en in mijn bijzijn durven ze toch geen kik geven. Waar ik helaas niet aan gedacht had, was dat ze aan het werken zijn aan de Kapiteinstraat, en dat de omleiding voor nogal wat problemen zorgt. Als in: een kwartier aanschuiven. Ik was dus een kwartier te laat, maar was toch nog net op tijd voor de film zelf.

En daar moest ik tot mijn scha en schande vaststellen dat het me niet lukt om twee uur in een cinemazetel te zitten. Echt niet. Ik  heb rondgelopen, gepatrouilleerd, rechtgestaan, tegen de muur geleund, opnieuw gezeten… En alles nog eens opnieuw.

Zucht.

En de film? Battle of the sexes, over de tennisster Billie Jean King en haar wedstrijd tegen Bobby Riggs. Niet slecht, maar ook niet wow. Tsja…

Niet opgeven…

Koppig zijn, ’t is ook niet altijd gemakkelijk. Neem nu gisteren. Ik wilde mijn examenpunten binnen hebben voor middernacht, ook al kon het eigenlijk ook nog deze namiddag. Maar rond negen uur ’s avonds begon mijn rug weer serieus veel pijn te doen, en besloot ik dat het beter was om te gaan liggen, en het voor gezien te houden. De lumbago op zich zit weer op zijn plaats, maar alle spieren errond doen gemeen veel zeer. Ik ben maandagnamiddag nog naar mijn kinesiste – mijn lieve en zeer bekwame nichtje – gegaan, toen er daar iemand had afgebeld, en ook gisterenmorgen mocht ik nog langsgaan. Eigenlijk had ik toen toezicht op school, maar nadat de directie me had zien rondlopen, compleet scheef, met een grimas van de pijn, leunend op mijn stok en af en toe even gaan liggend in de zetel, vond die het helemaal geen probleem dat ik niet drie uur op een stoel kwam zitten. Want dat is nog steeds het ergste: zitten. Rondlopen en staan doen pijn, maar doen ook veel goed, want het is maar zo dat alles weer op zijn plaats komt. Dankzij de stevige massages trokken alle spieren minder tegen, en kroop de vermaledijde discus terug op zijn plaats.

Enfin, gisteren rond negen uur ben ik dus languit in de zetel gaan liggen, en heb ik naar iets op tv gekeken. En toen begon het toch weer te kriebelen om die laatste negen examens alsnog te verbeteren. De rugpijn was weer zo goed als weg, ik vond dat ik dus nog wel even mee kon.

Om tien voor middernacht was ik rond, oef. En dacht ik: de commentaren voor de klassenraad zullen toch voor morgen zijn, en ik zette dat ook op Facebook. Waarop een vriend commentarieerde: “Allez, tien minuutjes pauze dus”. Ik repliceerde: “Nee jong, echt niet”. En effectief een goeie tien minuten later zette ik erop: “Och zwijgt!” Ik lag effectief in bed om kwart voor één, maar met alle vakcommentaren ingetikt en alle klassenraadcommentaren doorgestuurd. Oef.

Deze morgen was het iets rustiger: ontbeten met de kinderen, rustig mijn spullen samengeraapt, en richting ’t stad gereden, voor Fantastic Beasts and where to find them, de film in de wereld van Harry Potter. Heerlijke, pretentieloze avonturenfilm met prachtige beestjes, en vooral ook rustige leerlingen. En daarna naar huis gereden, snelsnel macaroni met hesp en kaas voor de kinderen, een collega en mezelf gemaakt, en naar school gereden met de twee kleinsten mee.

Voor de eerste keer was er namelijk op woensdagnamiddag zelf kinderopvang voorzien voor ons. Want als leraars zijn we natuurlijk doorgaans zelf thuis op woensdagnamiddag, en ook al zit je te verbeteren of voor te bereiden, je bent er wel voor je kinderen. Niet als je klassenraden hebt, natuurlijk. Directie had drie zesdejaars bereid gevonden om te komen babysitten, en Merel en Kobe zagen dat compleet zitten. Ze hebben film gekeken, spelletjes zoals Twister gespeeld, pannenkoeken gegeten, enfin, blijkbaar zich goed geamuseerd vooral.

De klassenraden waren net op tijd gedaan om naar huis te rijden, de jongens zich te laten omkleden, boterhammen te smeren, en richting rugby te rijden. Voor Kobe was het een teambuilding avond: klimmen, in plaats van rugby spelen. Merel en ik hebben hem daar afgezet, hebben mijn fototoestel in iemands handen gestoken, en zijn zelf in de motregen gaan picknicken. Het heeft wel iets, in het pikdonker onder een grote paraplu boterhammen zitten eten… We reden terug naar het clubhuis, pikten er een klein stukje training van Wolf mee, reden terug naar huis, en ik ging plat. Als in: in slaap gevallen na een half uur.

Tsja…

 

Qu’est-ce qu’on a fait au Bon Dieu!

Wie zin heeft in een complexloze, maar toch niet geheel inhoudsloze typisch Franse komedie, die moet echt naar deze film gaan kijken. Serieus.

Deze morgen waren de collega’s en ik namelijk van toezichtsdienst bij de leerlingen van de derde graad in de Sphinx. De film was gekozen door de leerlingenraad, maar wij dachten er het onze van: “Het zal wel weer wat zijn…”

Wel, ik heb gegniffeld, gegrinnikt, gegierd en tranen gelachen. Echt waar. De film is heerlijk Frans, ongelofelijk herkenbaar, en ongemeen amusant. De hele zaal leerlingen was dan ook stil, we hebben geen enkele opmerking moeten maken (het kan ook zijn dat de ‘zware gevallen’ lagen te slapen natuurlijk, maar bon).

Ik geef u even de korte inhoud mee, geplukt van Cinenews.be:

Claude en Marie Verneuil zijn afkomstig van katholieke ouders uit de grote provinciale bourgeoisie en nogal conservatief. Maar ze zijn altijd ruimdenkend geweest. Het was echter even slikken toen hun eerste dochter trouwde met een moslim, hun tweede met een Jood en de derde met een Chinees. Hun hoop dat hun laatste dochter toch voor de kerk trouwt wordt aangewakkerd wanneer ze vernemen dat ze een brave katholieke jongen heeft ontmoet.

Of zoals mijn collega het formuleerde: “Dit is de ideale film als je even een winterdipje hebt, wanneer je behoefte hebt aan een gulle lach, en een oppepper nodig hebt.”

Ik geef haar volledig gelijk.