Historisch moment!

Jawel, voor Bart en mij is dit een historisch moment! Dit was namelijk de eerste zondag dat we in de namiddag drie uur vrij hadden! Vrij als in: zonder kinderen. Begrijp me niet verkeerd: ik zie mijn kinderen doodgraag, wie hier al een tijdje komt lezen, weet dat. Maar man, het kan zo ongelofelijk deugd doen om eens kinderloos te zijn! Twee jaar geleden waren we nog samen op weekend op die manier, vorig jaar was dat gepland maar had Bart zijn knie gebroken, en dit jaar, tsja, is het er niet eens van gekomen.

Dat is de enige reden waarom ik jaloers kan zijn op gescheiden mensen: de kinderloze weekends!

Op dezelfde hoogte staat het feit dat Wolf nu al kan babysitten, en wij dus makkelijker een avond weg kunnen. Niet dat dat zomaar lukt: op maandag en woensdag heeft Bart les, op donderdag heb ik koor, en om de twee weken op dinsdag Cthulhu. Daarbij komt dat Wolf op dinsdag naar de gitaarles moet gebracht worden tot half acht, en dat er op woensdag en vrijdag tot half acht rugbytraining is. Maar bon, het is het principe.

Aangezien het overgang was, waren de jongens al van negen uur weg, en om twee uur heb ik ook Merel naar de scouts gebracht. Man, wat een bende! Ze zijn met 55 kapoenen, maar ook met tegen de 50 kabouters, dacht ik. Enfin, een gigantische groep.

img_1977

Tegen kwart na vijf waren ze alledrie weer thuis en doken ze prompt in bad. En als u vraagt wat Bart en ik in de tussentijd hebben gedaan? Ik heb in alle rust en stilte voor school gewerkt, en Bart heeft geslapen. Spannend, he!

Een rustige zondag met een hectisch begin!

Een zondags begin om niet snel te vergeten! Wolf moest om half acht gepakt en gezakt (letterlijk) aan het station staan, om te vertrekken op tiendaags tentenkamp. We waren op om half zeven, ruim op tijd om te douchen, de croissants te bakken en op te eten, en te vertrekken. Bijzonder gemoedelijk eigenlijk, want we waren geen van beide echt wakker. Toen ik om 7.32u de Albertlaan opreed om parkeerplaats te zoeken, ging mijn telefoon: de leiding. Ik vond dat wat voorbarig, zo amper 2 minuten te laat en al bellen. Maar toen bleken ze gisterenavond rond zes uur nog een sms gestuurd te hebben dat de trein vervroegd was, maar dat hadden we niet gezien. Ze hadden afgesproken om 7.15u, want de trein vertrok om 7.40u, en ze stonden intussen al op perron elf. Juist ja. Ik heb me de Kiss&Ride ingeschoten (op zijn Gents: de lek-en-vertrekzone), me daar geparkeerd, de rugzak op mijn schouders getild, en ben beginnen snelwandelen, met Wolf en Merel in mijn kielzog. En uiteraard kon het niet spoor twee zijn, maar moest het spoor elf zijn. Enfin, de trein stond er al, de scouts zaten er al op, maar Wolf kon er gelukkig nog bij, en ook Quinten, die net na ons aankwam en die ook de sms niet gezien had. De leiding stelde ons gerust, Wolf zwaaide nog even, en ik pufte uit. En dat was dat. Zo efkes een half spurtje trekken, op zondagmorgen om half acht, met dertien kilo op uw schouders, het is gelijk dat zo niet.

Soit, thuis was er rust en koffie, en een lange voormiddag ^^

We hadden ook Barts ma al verschillende keren uitgenodigd om op zondag hier te komen eten, maar ze zag zich op de rit van 45 minuten, zeker nu haar heup nog aan het herstellen is. Maar bon, vandaag verplichtte ze zichzelf, want anders zou ze al helemaal niet meer buiten komen. Met een uur of twaalf stuikten hier dus beide overblijvende grootouders toe, terwijl Bart in de keuken stond, en ik in vuile kleren de wildernis achteraan aan mijn bureau probeerde in te tomen.

Maar ik werd dus gesommeerd aan tafel te komen, en Bart zette ons, na een voorgerechtje van garnalen, een succulente rosbief voor. We zaten buiten onder de schaduw van de nieuwe parasol, en genoten.

Mijn pa reageerde ontgoocheld toen hij hoorde dat er geen vers ijs ging zijn, en aan de ronk van schoonma hoorde ik dat ook zij daar geen nee tegen zou zeggen. En dus, tsja, maakte ik toch maar weer ijs, want het was er wel het weer voor, ja. Voor de koffie met taart zijn we zelfs binnen gaan zitten, want het werd toch te warm…

Tegen vijven waren ze beiden weg, was het hier muisstil, en las ik nog een beetje. En kuiste een schuif uit, dat ook, ja.

En ’s avonds, ’s avonds ben ik met mijn echtgenoot een fietstochtje gaan maken, van de Dries naar het rusthuis, dan naar de Neptunus, en terug. Waar zo’n Pokémon Go al niet goed voor is, zeker? Ik klaag niet, en geniet. Zowel van het fietsen als van het spelletje :-p

Zomaar een zaterdag.

Fantastisch lang geslapen, en dan gewoon wat rondgedrenteld in huis, meer moet dat niet zijn voor de voormiddag. Bart had gisteren al boodschappen gedaan en was van plan – hou u vast aan uw bretellen, want hell just froze over – te barbecuen. Alleen wilde het weer niet meewerken: de vorige dagen waren misschien warm en zonnig, vandaag zag het er volledig grijs uit, en dreigde het zelfs te regenen. Op mijn aanraden hebben we ’s middags brood gegeten, en gewacht tot ’s avonds. En jawel, de beloofde opklaringen kwamen erdoor!

Intussen trok ik met de kinderen naar de Decathlon, om een deftige rugzak voor Wolf, want die vertrekt morgen voor tien dagen op kamp. We zochten en vonden een goeie rugzak, meteen ook waterschoenen, we keken eens naar de prijs van paardrijgerief voor Merel, liepen nog even langs de rugbystand, en grabbelden nog een zakje mee van vijf euro om de gsm aan een fietsstuur vast te maken. Ha ja, voor Pokémon Go, dat maakt het meteen een stuk veiliger.

Ik gooide de kinderen af thuis voor een vieruurtje, en reed naar de Brico, want daar was alles met 21% korting vandaag. Ik kwam terug met verf, zowel primer als kleur, voor de betonplaten achteraan, een zeer grote bloembak en bijhorende teelaarde om de passiflora buiten te kunnen planten aan mijn bureau, een nieuwe grote parasol in felrood (en aan 25% korting), en nog wat vijsjes en lampjes allerhande. Happy mens, ikke.

Thuis had Bart – jawel! – alles klaar gezet voor de barbecue. De kinderen vinden dat zo wijs, en dus had Bart maar toegegeven. De tafel stond gedekt, het vlees lag klaar, de groenten waren gesneden, het slaatje gemaakt, het rooster afgewassen, alleen… Het vuur brandde nog niet. Ik ben hier zo’n beetje de huispyromaan, en dus was het aan mij om van vuurtje stook te doen. Dat zo’n barbecue in het begin veel te heet is, en dat je best een uurtje wacht, dat was bijzaak. Tsja. Een en ander resulteerde in een paar zwarte kantjes links en rechts, maar de zalm was fantastisch, en ook het vlees moest eigenlijk niet onderdoen. En je mag zeggen wat je wil: de smaak van barbecue is toch helemaal anders dan die van de pan.

Alleen moest ik nu nog samen met Wolf zijn rugzak maken voor morgenvroeg. Ha ja, als ge 12 zijt, kan dat blijkbaar niet vroeger. Gelukkig had ik wel al eens op voorhand gekeken, en wist ik dat alles in huis was. Nog die chance. Maar nee, het was niet met mijn goesting, nee.

Voor de Gentse Feesten had ik al helemaal geen goesting. Gewoon rustig thuis in mijn eigen kot, en dan morgen vroeg op. Oh, en lezen, natuurlijk. Ik ben momenteel keihard in mijne lees, en ik vind dat best aangenaam, ja.

Cliché zondag

Dat ik soms niet vaker de mist in ga, ik snap het zelf niet. Maar vandaag was het toch wel bijna van dat.

Ik was netjes om half negen opgestaan, had ontbeten met de kinderen, Kobes lunchpakket gesmeerd, en tegen half tien reden vrolijke scout Kobe en ik samen naar het scoutslokaal voor de groepstocht. Alleen… ik rook al onraad toen ik de straat inreed en geen extra verkeer zag, laat staan toestromende kinderen. Hmm. Toen ook het hek gewoon dicht bleek, reden we vliegensvlug terug naar huis, waar ik de betreffende mail opentrok, en bleek dat er om half tien aan het Dampoortstation diende gestaan te worden. Juist ja.
Racen is een groot woord, maar aan een fluks tempo spoedden we ons richting het station, terwijl ik probeerde de verantwoordelijke aan de lijn te krijgen. En jawel, de bus was pas om tien uur, meer dan tijd genoeg. In een heel wat rustiger tempo gooide ik Kobe af bij zijn vriendjes, en reed terug naar huis om een snelle koffie te drinken.

Half elf was namelijk weer catechesetijd, en Wolf werd er netjes met de rest van zijn vriendenbende afgezet door Wouts mama, bij wie hij dus was blijven slapen. Ik observeerde hem van een paar rijen verder, en stelde vast dat hij toch maar “piepoogjes” had. Er zal weer veel geslapen zijn, net zoals op de voorbije week in Center Parcs. Tot mijn grote verbazing wilde hij tóch naar de scouts, want “anders is Lucas daar alleen, hé mama!”. We reden naar huis, ik smeerde zijn lunchpakket, en vrolijke scout Wolf en ik reden samen naar Puyenbroeck. Een telefoontje later wist ik dat ze net op de speeltuin zaten, gooide ik Wolf daar af, en dat was dat.

Bart ging Merel eigenlijk ook nog meenemen naar Ronse zodat ik de middag in alle stilte helemaal voor mij alleen had, maar dat zag Merel dan weer niet zitten. Ze heeft wel prachtig alleen gespeeld, zonder me te storen, en ik heb zowaar een tukje in de hangmat gedaan, heerlijk in de zon.

En toen waren er nog toetsen, was er de razend spannende Parijs-Roubaix, waren er kinderen die van het station moesten gehaald worden, was er eten, en plots was de vakantie gedaan. Zomaar.

Tsja.

 

Rust

Ik ben duidelijk toe aan vakantie: ik krijg mezelf er niet toe om meer poot uit te steken momenteel dan eten te maken – Bart heeft de griep, normaal gezien kookt hij in het weekend – de was te doen, en wat Diablo te spelen. Die toetsen zullen moeten wachten, en het opruimen van het huis ook.

En het weer nodigt ook al niet uit om veel actief te zijn, vind ik. Daarnet kwam Wolf nog huilend thuis van de scouts: ze hadden een verrassingsactiviteit waarvoor ze hun fiets nodig hadden. Bleek het om een speurtocht te voet te gaan, en het ging echt niet ver zijn. Blijkbaar is vijf kilometer – wat op zich inderdaad niet overdreven is – toch te veel voor Wolfs voet. En toen hadden ze nog emmerbal gespeeld ook, iets waarvan ze altijd weer compleet onder de modder zitten. Op zich vind ik dat niet erg, maar deze keer was het wel serieus koud, Wolf was doorweekt, en moest dan nog met de fiets – die ze dus niet nodig hadden gehad – naar huis. Neem daarbij dat hij geen scoutswintervest meer heeft – hij droeg een dikke pull met een regenjas over – en hij voelde zich ellendig.

Ik heb hem hier thuis zijn modderkleren afgestroopt, crocs gegeven om toch de gang proper te houden – de modder zat tot in zijn onderbroek, gene zever –  en een kwartier onder een hete douche gezet. Daarna kreeg hij warme chocomelk met kleine marshmallows in, droeg zijn dikke kamerjas over zijn pyjama, en kreeg van Kobe nog een kersenpitje.

Het leed was snel geleden dus, maar ook hij is aan rust toe. Zoals wij allemaal, heb ik zo het gevoel.

Het laatste loodje

Dat het een zwaar was, dat laatste loodje vandaag.

Om half negen zat ik alweer op school: vergadering voor het fotoproject van de vijfdes. Tegen half tien dienden de eerste leerlingen zich aan om hun examen in te kijken, en dat bleef wel eventjes zo. Maar twee uur is voor velen te lang, als ze geen problemen hebben. En dus zat al gauw mijn klas vol met kletsende leerlingen, waaronder zelfs twee die geen Latijn meer doen, maar telkens weer bij mij komen zitten babbelen. Eigenlijk best wel fijn…

Enfin, ik deed nog wat administratie, kletste wat met collega’s, en ging om één uur naar de mooie en best wel ontroerende afscheidsspeeches van twee collega’s die met pensioen gaan. Ze zullen allebei gemist worden, zoveel is zeker, ook door mij. Er volgde heel kort een receptie, want om twee uur zat er alweer een ouder voor een gesprek met mij en de directie: zelf een leerkracht zijnde had ze gisterenavond ook oudercontact en kon ze dus niet aanwezig zijn. Tsja…

Enfin, een uurtje later werkte ik de administratie af, en reed ik naar de kinderen. Om eerlijk te zijn: ik was doodop. Maar ik gaf hen een vieruurtje, verwerkte de foto’s van vandaag, en bracht Wolf tegen vijf uur naar de muziekacademie. Opnieuw thuis zat ik Kobe behoorlijk stevig achter zijn vodden zodat die klaar was voor zijn kerstfeestje van de scouts om zes uur, spoelde mijn antibiotica door met een Dafalgan, gooide Kobe af op de scouts, en reed met Merel door naar Evergem, voor Wolfs kerstconcert. We luisteren tot Wolf klaar was met spelen, muisden er vanonder, gingen snel eten, en Wolf ging om zeven uur naar zijn scoutsfeestje.

En om acht uur ging ik Kobe weer ophalen aan de scouts. Het is gelukkig niet ver, maar ik laat Kobe toch liever nog niet te voet in het donker gaan.

En toen? Toen trok ik een losse broek, dikke sokken en een wollen gilet aan, en plofte in de zetel. Vakantie? Vakantie! Oef.