OpenSchoolDag

Jawel, wat ik gisteren al voorspeld had, werd bewaarheid: het was een beetje te zwaar voor mijn rug vandaag.
Maar bon, voor ons is dit een extreem belangrijke dag: alleen dan kunnen we leerlingen – en hun ouders – ervan overtuigen Latijn te doen. Uiteraard is er een aantal leerlingen dat al besloten heeft, maar de twijfelaars kunnen we dan over de streep trekken.

Lucie had alles netjes ingericht, Ellen stond klaar om met leerlingen Romeinse balletjes te maken en dipsausjes, Lucie is degene die vooral de uitleg doet, en ik, ik verkocht mede en gaf mee uitleg.

Het was bij momenten zeer druk, er kwam ook een aantal oud-leerlingen langs, en ik had er wel een goed gevoel bij, ja. Maar de rug, die had dat gevoel niet zo meteen. Gelukkig heb ik zalige, maar echt zalige leerlingen en kinderen en echtgenoot  die zich om vier uur aanboden om alles te helpen opruimen, zodat we om kwart na vier konden zeggen dat het lokaal weer perfect bruikbaar was als lokaal, met alles netjes opgeruimd, weggeborgen, teruggebracht naar het oorspronkelijke lokaal en meegenomen. Het zag er properder uit dan voordien.

Een “officieel verslag” met stapels extra foto’s kan u hier op de schoolwebsite bekijken, ik voeg hier gewoon nog even de recepten van de hapjes toe zodat we ze zeker niet kwijtraken.

Thuisgekomen ben ik gaan liggen en heb ik – alweer – geen vin meer verroerd. Het gaat een bijzonder rustig weekend worden, me dunkt.

Moussaka

Ik heb stomweg geen foto’s genomen, maar ik wil hier wel voor mezelf nog eens min of meer het recept onthouden.

Ik heb namelijk nog eens zo’n maaltijdpakket gekocht, zoals eerder al voor de curry madras. Deze keer was het de moussaka, en dat vind ik een moeilijke: als er te veel aubergine in zit, vind ik het gewoon niet meer lekker.

Maar deze is eigenlijk best wel oké:

Opslaan dus voor een volgende keer, waarbij ik dan eventueel zelf de ingrediënten verzamel. Al is de meerwaarde eigenlijk vooral de kruidenmengeling of het sausje dat erbij zit, en dat kan je niet apart kopen natuurlijk.

Suikerwafels

Toen ik half december vanillewafels had gebakken, had ik daar ook de foto van op Facebook gezet. Een van mijn aangetrouwde nonkels had gereageerd: “Volgens het recept van je grootmoeder?” “Nee”, had ik daarop gerepliceerd, “dat is voor gewone wafels”. Dat klopt ook: mijn grootmoeder heeft het allerbeste recept voor echte gistwafels.

Prompt kreeg ik een berichtje via messenger, zonder woorden, maar gewoon een foto van een recept. Duidelijk een erfstuk, want beduimeld en in het handschrift van mijn grootmoeder, jawel! Ik wist dus niet dat oma ook een recept had voor suikerwafels, die heeft mijn ma ook nooit gemaakt. En het recept zat duidelijk bij Luc en Richard, maar nu ook dus vereeuwigd hier. Nog eens merci, Richard!

Ik denk dat ik weet wat ik deze vakantie ook nog eens zelf ga bakken.

Ik zal u in elk geval op de hoogte houden van het resultaat.

Curry Madras

Zo koken op woensdag, ik heb daar meestal niet zo veel zin in, om eerlijk te zijn. Ik ben in de voormiddag dan wel thuis, meestal ben ik volop bezig met schoolwerk en dan komt dat koken er slecht tussen. En inspiratie heb ik al helemaal niet…

Gisteren, toen ik in de Okay passeerde na de kine, zag ik een pakket staan: enkel nog kip en rijst toevoegen, en je hebt alle ingrediënten voor een curry Madras. Ha, voilà, inspiratie!

Awel, het is voor herhaling vatbaar, vind ik.

En vooral: het is iets dat niet verpietert als het twintig minuten moet wachten tot een van de kinderen het belieft thuis te komen…

Ham-preigratin

Toen ik donderdag bij Mireille bleef eten, had ze een receptje uit het magazine van de Albert Heyn gemaakt, simpel, snel en lekker. Beetje zwaar, misschien, maar bon.

Gisteren had ik geen inspiratie en maakte ik het dus maar opnieuw, maar wel met zalm in plaats van ham. Dik in orde, ik mag het nog maken, zei het gezin hier. Ik deed het wel met gemalen mozzarella in plaats van jonge kaas, maar bon ^^

Eventjes dus het recept toevoegen voor mezelf, en uiteraard ook voor u.

Zoute karamel en aanverwanten

Nog maar eens een druilerige vakantiedag, en dus sloegen Merel en Kobe aan het bakken.

Kobe maakte nog maar eens die flinterdunne wafeltjes waarvan ijshoorntjes zijn gemaakt en vouwde ze tot kommetjes. Intussen maakten we ook voor het eerst zelf zoute karamel. Niet moeilijk, gewoon een werkje van geduld, want je mag er eigenlijk echt niet in roeren.

Het resultaat is super! Boterzacht, nog net vloeibaar…

Ik draaide intussen vers vanille-ijs, en Merel sneed snel ook nog een paar bananen in schijfjes. Ik geef het u op een briefje: wat een zalig vieruurtje! Versgedraaid ijs in een zelfgebakken wafelkommetje met schijfjes banaan en zelfgemaakte, nog warme karamel.

De calorieën tellen we niet, en dit is echt wel voor herhaling vatbaar.

Kaneelbroodjes

Geen idee waarom, maar plots kreeg ik zin om nog eens zelf iets te bakken. Op tv hadden ze het gehad over kaneelbroodjes, mmm. Alleen lusten ze hier thuis niet echt kaneel. Maar van die zoete broodjes zonder kaneel: toch ook lekker, toch?

Ik vroeg Bart rozijnen en pecannoten mee te brengen, en toen we met zijn allen naar de film ‘Soul’ begonnen te kijken, zat ik deeg te kneden. Goh ja, ne mens moet iets doen, zeker?

Het recept pikte ik van leukerecepten.nl:

Ingrediënten
1 ei
320 gr bloem + om te bestuiven
125 ml melk, warm (niet te heet)
30 gr suiker
1 zakje vanille suiker
1 zakje a 7 gram gedroogde gist
Snufje zout
40 gr boter
Vulling
4 eetl rozijnen
100 gr bastersuiker donkerbruin
2 theel kaneelpoeder
50 gr pecannoten, grof gehakt
40 gr zachte boter + in te vetten + om te bestrijken
Materialen
Ronde ovenschaal of springvorm van ca 22 cm doorsnede
Schone vochtige theedoek
Mixer
Bereiding
Doe de gist bij de warme melk en roer een paar keer om zodat er klonters ontstaan. Smelt de boter en mix deze samen met de suiker, zout, vanillesuiker en het ei tot een romige massa. Schenk de melk met gist er bij en mix kort. Voeg de bloem er bij en kneed met je handen tot een soepel deeg. Bestuif een kom met een beetje bloem en doe de deegbal er in. Dek af met een schone vochtige theedoek. Zet de kom op een warm plek en laat het deeg ongeveer 45 min rijzen. Mocht het niet lukken dan kun je de (ovenbestendige) kom ook in de oven zetten op 35 graden totdat het deeg verdubbeld is.
kaneelbrood1
Bestuif een werkblad met bloem en rol de deeg bal uit tot een rechthoek van 20 x 30 cm. Bestrijk de bovenzijde met zachte boter. Meng de rozijnen, basterdsuiker, kaneel en pecannoten door elkaar en verdeel over de laag boter. Rol het deeg vanuit de lange kant op en druk de naden zachtjes tegen elkaar. Snijd de deegrol met een scherp mes in 8 stukken. Leg ze op hun kant in een ingevette ronde ovenschaal of springvorm. Leg er eentje in het midden en leg de andere deegrondjes er om heen, laat wel een paar cm afstand van elkaar. Bedek met een vochtige theedoek en laat nog 30 minuten op een warme plek rijzen.
kaneelbrood2
Verwarm ondertussen de oven op 200 graden. Bak de broodjes in 18 minuten goudbruin. Haal ze uit de oven en bestrijk met een beetje boter voor een mooie glans. Ze zijn het lekkerst als ze nog een beetje warm zijn. Om te bewaren kun je ze het beste afdekken met aluminiumfolie en de volgende dag en paar minuutjes opwarmen in de oven.
Bij mij zag dat er dan zo uit:
Ik vond ze wel lekker, maar nogal zwaar en naar de droge kant. Tsja.
Maar ze zijn op geraakt hoor!

Pasta vongole

Ik had dat al een paar keer op restaurant gegeten, en ik was eerlijk gezegd niet zo’n fan van pasta vongole.

Maar vandaag kondigde Bart aan dat hij dit op het menu had gezet. Ik trok de wenkbrauwen op, dat geef ik toe. Maar ik was wel dankbaar dat hij, zoals vrijwel elke dag, kookt voor het gezin. Niet dat ik niet wil koken, hé, ik kookte tot hiertoe altijd standaard zelf op woensdag en in de vakanties. Maar koken is iets zoals pakweg de was doen: het hoort erbij, ik haat het niet, maar het is niet alsof ik sta te juichen. En ik gebruik ook vaak deze boutade: ik maak eten, Bart kookt. Pas op, soms maakt hij ook doodgewoon worst met wortels en puree, daar niet van, maar op zondag maakt hij er bijvoorbeeld altijd iets speciaals van, met een klein voorgerechtje en speciale sausjes en zo. En hij zal al zappend al eens op Njam! blijven hangen, zoals ik op Dobbit TV. Tsja…

Maar sinds het begin van de coronacrisis is Bart dus véél meer thuis en koken ontspant hem, zegt hij: hij doet het graag, het verzet zijn gedachten, hij verwent zijn gezin en hij wordt er rustig van. Hij zal zelfs zelden of nooit de keukenmachines gebruiken: groenten met de hand snijden is zen.

Soit, pasta vongole dus. Hij had venusschelpen en mosselen voorzien, maar de mosselen gingen te veel geweest zijn. Awel, bijzonder, bijzonder lekker! Echt!

Ik had er iets van op mijn Facebook gezet en ik kreeg prompt vragen naar het recept. Toen ik even polste bij Bart, krabde die even in zijn haar: het was grotendeels improvisatie, zei hij. Maar het ging toch ongeveer als volgt:

– in wat olijfolie en boter een ajuintje en knoflook fruiten, dan de schelpen erbij, wat witte wijn en water, een drietal minuten laten koken tot ze open gaan.
Na één minuut er de zeekraal bij zodat die blancheert.
– Alle vaste dingen uit de pan vissen en het vocht met wat room, peper, zout, verse basilicum en citroensap indikken.
– Alles er weer inkieperen en vermengen met gekookte linguine.

Ongeveer. Zoiets.

Proberen.

Pitapizza’s

In de categorie “snel klaar en super lekker” de pitta-pizza van Weight Watchers.

Het is vreselijk simpel en snel klaar: je zet je oven op 180°, legt vier pitabroodjes of kebabbroodjes, waarin je met een scherp mes een kruis in hebt gesneden, op een bakplaat, je wrijft ze in met een klein beetje olijfolie, en belegt ze zoals een pizza. Vijf minuten later: voila!
Het recept van Weight Watchers is met rode ui en spinazie: twee rode uien in ringen, met twee fijngesnipperde teentjes knoflook bakken in een een beetje olijfolie, en dan een ganse zak spinazie erbij laten slinken. Daarmee de pita’s beleggen, afwerken met geraspte fontinakaas, en klaar. Simpel, snel en lekker. En zelfs nog vegetarisch.

Ik had geen rode uien, en het werden dus gewone uien, en er zat bij mij nog hesp bij, en de fontina werd vervangen door mozzarella, maar het was minstens even lekker. En klaar op een kwartiertje.

Dik in orde!

Worstjes met boontjes en patatjes

Sommige recepten zijn zo van die nostalgische dingen, gerechten die ons ma maakte, die misschien niet altijd even verantwoord zijn, maar die wel ongelofelijk hard onder de noemer comfortfood vallen.

Iets waar wij kinderen ongelofelijk zot van waren en dus gigantisch vragende partij, was dus worstjes met boontjes en patatjes. Ons ma kon dat niet genoeg maken, als het aan ons lag. Gelukkig is het iets dat niet zo veel tijd of werk vraagt.

Eind augustus bleef ons pa bij ons eten op een doodgewone woensdag, en ik dacht: waarom maak ik dit niet? Hij was enthousiast, en de kinderen ook trouwens.

Bon, recept dus. Allez ja, richtlijnen ^^

  • gebakken patatjes. Best de gekookte patatjes eerst goed laten afkoelen voor je ze bakt. Ze mogen goed lekker bruin gebakken worden.
  • boontjes. Ik neem, voor ’t gemak, altijd een blik bonen, maar ik stoof eerst een stevige ui voor ik er de bonen bij kiep om ze op te warmen. Peper en zout uiteraard ook.
  • worstjes: doodgewone zwanworstjes in drie stukjes gesneden. Ik weet het, dat is eigenlijk niet echt verantwoord vlees, maar geef toe, dat is toch machtig lekker voor een keertje?

Wanneer alles goed warm is, gewoon samen in één pot kieperen en opdienen. Om een of andere reden deden wij daar thuis massa’s azijn bij. Wolf vond dat vreemd, maar probeerde het even, en gaf ons groot gelijk: met azijn bij is dat extra lekker.

Laat eens weten of je het uitgeprobeerd hebt, en of het in de smaak is gevallen.