Gedichtendag 2013

Het wordt zo langzamerhand een traditie om hier op gedichtendag ook een gedicht te posten.

Vorig jaar was het Horatius, twee jaar geleden een anoniem Oud-Grieks gedicht, het jaar daarvoor Cees Buddingh, vier jaar geleden Paul van Ostaijen, in 2008 Hans Andreus, zes jaar terug Catullus, en de eerste keer eigenlijk diezelfde Catullus met mijn allerfavorietste gedicht.

Nu stond ik in dubio. Er zijn zoveel prachtige gedichten, dat ik door de bomen het bos niet meer zag. En daarom heb ik, op aangeven van mijn allerliefste, gekozen voor een gedicht van Jan Engelman, die het in 1932 schreef na het zien van het optreden van een Braziliaanse zangeres. Het is een prachtig staaltje van poésie pure. De titel was ik vergeten, maar het gedicht kende ik wel nog.

Vera Janacopoulos

cantilene

Ambrosia, wat vloeit mij aan?
uw schedelveld is koeler maan
en alle appels blozen

de klankgazelle die ik vond
hoe zoete zoele kindermond
van zeeschuim en van rozen

o muze in het morgenlicht
o minnares en slank gedicht
er is een god verscholen

violen vlagen op het mos
elysium, de vlinders los
en duizendjarig dolen