Het ga je goed, Chantal!

Chantal is een deel van ons leven geworden. Chantal, dat is de kuisvrouw die op dinsdag en donderdag ons huishouden even overneemt, in de vakantie de kinderen uit bed zet, zorgt dat de vuilbakken buiten staan, de planten water hebben, de katten een extra stokje krijgen en eigenlijk gewoon gans ons huis proper houdt.

Chantal, die komt al sinds ik hoogzwanger was van Merel, dus een kleine twaalf jaar. Elke week twee keer, trouw op post, tenzij een week of twee in augustus en een paar maanden toen de knie het niet meer deed.

Chantal, diezelfde Chantal, is nu 60 geworden en gaat met pensioen. Meer dan oververdiend, het is ook op. De andere knie wil niet meer, de rug doet ook lastig en de koppijnen zijn niet meer te tellen. Niet dat je dat zag aan de kwaliteit van het schoonmaken, daar is ze veel te trots en te koppig voor.

Maar Chantal, onze Chantal, we gaan ze missen. Ja, er komt een andere kuisvrouw, maar dat zal nooit meer hetzelfde zijn. Want gaat die nog willen koffie drinken met mij en een klapke doen bij een koekske? Over de dochter en de twee kleindochters, over Marc, over het nieuwe huis in Laarne, over de hond van de dochter, over de vakanties, over… alles, eigenlijk.

Chantal, geniet er maar van. Ge hebt het verdiend, echt waar. Maar dat neemt niet weg dat wij u liever nog wat zouden houden. Zo nog een klein beetje, zo. Zo een jaar of 12 extra. Ja toch?

Mijn pensioen?

Onlangs zag ik bij Niet Nu Laura een webcomic:

Ik moest lachen, maar vroeg me eigenlijk ook af wanneer ik zelf met pensioen zou kunnen gaan. Geen idee van, eigenlijk.

Tot mijn grote verbazing blijk ik al eind 2034 met pensioen te kunnen gaan, over twaalf jaar al, op mijn 63ste! Môh!! En met echt wel een royaal nettobedrag.

Werk ik anderhalf jaar langer, dan krijg ik 15 euro per maand extra. En werk ik tot 1 december 2038, tot mijn 67ste, dan verdien ik toch 40 euro per maand extra.

Muhahahahaaa! Twaalf jaar, da’s niks!

23 jaar, al de helft, en wellicht nog maar de helft

In oktober kreeg ik een berichtje van Linked In: dat ik al 23 jaar aan het lesgeven ben.

Hmm. Da’s eigenlijk niet weinig, nee.

En toen merkte Bart op: “Ge zijt dus al de helft van uw leven aan het lesgeven”.

Dat stemde even tot nadenken. Zeker toen ik daarop liet volgen: “Yup. En da’s waarschijnlijk nog maar de helft, want wellicht moet ik er nog 23 jaar bij doen”.

Ik vermoed namelijk dat onze pensioenleeftijden nog wel zullen opgetrokken worden. Dan zal ik er 69 zijn. Ik zie me al staan, voor de klas.

Tsja.

’t Zijn dinges.