Rondje dokters met de kinderen

De examens zijn gedaan – voor Wolf was er gisteren de laatste les voor de blok begint – en dus was er tijd om langs enkele dokters te gaan. Ik moest voor mijn halfjaarlijkse controle bij de oogarts en nam meteen ook Merel mee, omdat het al vijf jaar geleden was dat haar ogen gecontroleerd waren. Wolf was er ook, want die moest zijn oogdruk laten controleren, omdat bij ons glaucoom zo sterk aanwezig is in de genen. Mijn ogen zijn stabiel, Wolfs ogen zijn perfect in orde, Merels bril was ook nog zoals het moet, maar haar oogdruk is net op de grens van te hoog. Verwonderlijk, want ze beginnen dat meestal pas te controleren vanaf 40, en niet wanneer je dertien bent. Maar Dr. De Valck wou toch even nakijken voor de zekerheid, en gelijk had ze. Nu, er is nog geen enkel probleem hoor, en het kan ook een momentopname geweest zijn. Ze wil Merel terugzien in januari, zodat ze opnieuw kan controleren. Enfin, blij dat we geweest zijn.

En ’s avonds zat ik met de drie mormels bij de orthopedist: Merel was aan nieuwe steunzolen toe wegens al lang geen nieuwe meer, Kobe heeft een rare verende manier van lopen en naar eigen zeggen platvoeten, en Wolf heeft vaak pijn in zijn ene been bij het lopen en is ervan overtuigd dat zijn ene been langer is dan het andere.

Na een kort intermezzo in de wachtkamer – waarover later meer – bekeek een geamuseerde Wouter hen alle drie. Merel heeft nog steeds licht x-benen en krijgt effectief nieuwe steunzolen, maar dat was alles. Bij Kobe is er inderdaad die licht verende tred, die kan veroorzaakt worden door een licht verschil in beenlengte, maar daar was hij niet zeker van. Hij wil zijn skelet laten scannen en op die manier uitmeten. Met steunzolen moet hij dus nog even wachten.

En Wolf? Ja, die heeft inderdaad een stevig verschil in beenlengte, zelfs ik kon dat duidelijk zien wanneer hij neerlag. Het maximum dat er kan bijgepast worden met steunzolen is 6 millimeter en dat krijgt hij dan ook. Het zou moeten helpen bij het lopen, maar daarnaast moet hij ook naar de kine om eventueel zijn bekkenstand te compenseren. Het juiste verschil heeft hij niet bepaald: dat is op zich ook niet relevant, want zolang het minder is dan drie centimeter, bestaat daar toch niet echt een behandeling voor. Pas vanaf drie centimeter verschil kunnen ze nogal ingrijpend te werk gaan, door zijn bot te breken en dat dan te laten toegroeien met extra botaanwas. Lijkt me vooral een zeer pijnlijk iets te zijn.

Enfin, ook hier was het dus echt wel nodig dat we gingen. En die scan voor Kobe, die moet ik nog regelen…

 

Oogarts

De afspraak van ons pa en mij bij de oogarts vandaag stond al anderhalve maand of zo vast. Wist ik toen veel dat hij nu in het ziekenhuis ging liggen…

Gisteren had ik naar haar gebeld om mee te delen dat het enkel ikzelf zou zijn, dat ons pa in het ziekenhuis lag waar zij ook werkt, en of het mogelijk was om hem daar eventueel eens op consultatie te nemen. Euh, blijkbaar is De Valck van de rappe soort, want een half uur na mijn telefoontje was hij al onderzocht. Ze had namelijk net twee afzeggingen, en dus riep ze haar assistente toe dat die onmiddellijk naar geriatrie moest bellen om mijn pa op transport te zetten. Ons pa werd ook op zijn nest gepakt: “Gij moet nu naar de oogarts!” “Euh maar… ” “Zwijgen en meekomen gij!” Gelukkig werd dat laatste met een grote glimlach geponeerd.

Enfin, ik was dus alleen in Beke, stelde vast dat het toch echt wel warm is, dat oogartsen duur zijn, dat mijn glaucoom stabiel is, en dat ik duidelijk een nieuwe bril nodig heb want dat deze iets te zwak en vooral volledig gekrast is.

En toen was het nog steeds heet, maar zag ik dat er twee caches in de buurt lagen, elk aan een mooie wegel. Dus wandelde of reed ik even tot ginder en stelde vast dat Lovendegem algelijk toch mooi is. En heet.

Oh, en zei ik al dat het heet is?

 

Wat. Een. (Kut)dag.

Echt serieus, wat een dag was dat zeg!

Het begon gelukkig rustig met een wakkerwordknuffel van Merel rond een uur of zeven, en wat schoolwerk daarna. Rond negen uur reed ik naar de lagere school hier wat verderop om er flyers van onze school af te geven en stopte ik even in de LIDL om melk te halen – we waren acuut zonder gevallen en dat vind ik niet zo fijn, geen melk in mijn koffie. Alleen had ik er met mijn domme kop niet bij stilgestaan – Bart doet altijd de grote boodschappen – dat 12 liter melk uit een rek pakken en in mijn kar leggen, misschien niet zo heel erg rugvriendelijk is. Met andere woorden: het zei krak, en daarna zei ik auw.

Ik ging thuis nog heel even liggen, goot een koffie met melk naar binnen en sprong tegen tien uur in de auto om mijn vader op te halen en kwart voor elf met hem in Beke te staan, bij de oogarts. Zijn ogen zijn wel wat achteruit gegaan, de mijne zijn behoorlijk stabiel gebleven.

Eenmaal buiten hadden we nog eventjes tijd voor Bart het eten zou klaar hebben, zodat we evengoed meteen naar Lovendegem konden rijden om de brilglazen te bestellen. Een andere bril hoeft op zich niet, zei ons pa.

Allez hup dan maar, bril meteen geregeld. Tegen kwart over twaalf waren we in Wondelgem, waar we onze voeten maar onder tafel hoefden te schuiven. Toch de max, die man van mij?

Ik liet ons pa achter met een berg kousen en een computer met mijn blog en ging lesgeven. Oef.

Alleen was ik al de hele tijd druk bezig geweest en deed mijn rug behoorlijk pijn, waardoor ik een redelijk kort lontje had. En toen mijn klas eerstes dan ook lastig deed, ben ik gigantisch uitgevlogen en heb ik ze een straftoets gegeven. Neh. Helemaal onterecht was het zeker niet, maar ik was toch wel opgelucht toen bleek dat die toets – allez ja, de oefening waar we mee bezig waren, op punten – toch wel goed was. Oef.

Ik werd nog even tegengehouden door de directie voor een vraag, sprintte naar huis, riep tegen ons pa dat hij zijn jas moest aantrekken want dat we weer weg moesten, en deed toen iets waar ik me eigenlijk nog steeds een beetje voor schaam. Ik had ’s morgens uit de Lidl namelijk ook donuts meegebracht, had die in de kast gelegd en had aan de kinderen een whatsappje gestuurd dat ze die moesten nemen als vieruurtje. Wolf en Kobe waren nog niet thuis, Merel lag in de zetel, had dat berichtje niet gezien, en had uiteraard al iets anders genomen. Ik ben beginnen roepen en heb, als een rasechte dramaqueen, de donuts met zak en al in de vuilbak gekieperd. Merel zat me met grote ogen aan te kijken, en dan ben ik nog harder beginnen brullen dat ze die donuts maar weer uit de vuilbak moest halen en opeten, godverdomme!

Enfin, ik heb me ’s avonds wel geëxcuseerd, want toen Kobe thuis kwam, is ze prompt beginnen huilen, begrijpelijk. Maar toen zat ik alweer met ons pa in het Jan Palfijn. We waren een paar minuten voor half vijf in de inkomhal, en normaal gezien moet je dan enkel je identiteitskaart inlezen en krijg je je ticketjes en dergelijke en kan je meteen naar je afspraak gaan. Hoe raad je het: we moesten ons aanmelden aan de balie. Iets met de facturatie: of ze nu één of twee consultaties moesten aanrekenen, want er was een gezamenlijk consult… Het resultaat was nu wel dat we twintig minuten te laat boven waren, maar er was toch alweer een stevige vertraging, dus dat gaf niet zo. Ons pa kreeg een paar testjes waarvoor ze naaldjes in zijn hoofdhuid staken, en dan een consultatie.

De neurologe was eigenlijk behoorlijk positief: hij was stabiel gebleven en ze ging niks aan zijn medicatie veranderen, op voorwaarde dat hij “bleef” wandelen. Juist ja.

Aansluitend konden we bij de psychiater terecht, en wow, wat een vrouw. Elke keer weer zijn we beiden onder de indruk van haar. Zij luisterde aandachtig en concludeerde, samen met ons, dat ons pa licht depressief was. Zijn stabilisatoren doen het gelukkig prima, er zijn geen pieken en dalen, maar zijn algemene lijn ligt momenteel onder nul, en dat is nu ook weer niet de bedoeling. Ze heeft hem een ‘booster’ voorgeschreven, iets dat niet interageert met zijn parkinsonmedicatie, maar dat ervoor moet zorgen dat hij zich beter in zijn vel begint te voelen.

Bon, toen we buiten stonden was het twintig voor zeven, en ik moest nog drie dingen doen: ons pa naar huis brengen, eten en boodschappen doen voor Marleen. Dat laatste moest sowieso ten laatste om kwart over zeven, of de winkels zijn dicht. Ik moest dus één van de twee andere voorlopig laten vallen en dus reed ik met ons pa naar ons eigen huis en bleef hij gewoon bij ons eten. Ik liet hem zonder plichtplegingen achter aan tafel, deed Marleens boodschappen, kwam kwart over acht thuis en crashte even in de zetel, want de rug wilde écht niet meer mee. Maar tegen twintig voor negen bracht ik toch nog ons pa naar huis, en toen ik tegen half tien thuis kwam, was Bart net gaan slapen, want hij had een ongeveer even hectische dag achter de rug.

Nee. Zo’n dagen hoeven niet meteen voor mij, nee bedankt.

Oogarts

Voila, eindelijk nog eens bij de oogarts geraakt. Ik had er een half jaar geleden eigenlijk ook moeten staan, maar ik ben dat eigenlijk feitelijk gewoon vierkant vergeten. Shit happens, zeker?

In elk geval zijn mijn ogen goedgekeurd: een druk van 14 in elk oog, een perfect gezichtsveld, en niks te merken aan de oogzenuw. Voorlopig is de glaucoom dan toch al 25 jaar onder controle.

IMG_1476

Oogartsperikelen

Twee jaar geleden was het, dat ik nog naar de oogarts geweest was. Voor mij is dat eigenlijk geen goed idee, want door mijn glaucoom moet ik eigenlijk elk half jaar gaan.

Voor de mensen die dat niet weten: er mag een bepaalde druk op je oog staan (liefst wel of het blijft niet bol), maar die mag echt niet te hoog worden, of je oogzenuw raakt beschadigd. Dat heeft dan weer als gevolg dat je tunnelzicht krijgt, en op de lange duur blind wordt.

Het fenomeen waarbij je oogdruk continu te hoog is, heet glaucoom, en is een erfelijke ziekte. Ik zal het geweten hebben: mijn overgrootmoeder was blind, mijn grootmoeder is het intussen ook, en mijn ma druppelde meer dan de helft van haar leven, net zoals al haar broers. En ik, ik werd voor de zekerheid ook maar eens getest op mijn 25ste (waar ze normaal gezien pas testen vanaf 40) en yup, ook ik had het zitten. Nu, gelukkig kan je het perfect onder controle houden door ‘s morgens en ‘s avonds een druppeltje in je oog te doen, maar je mag dat ook liefst niet vergeten. En voor alle zekerheid toch maar om het half jaar op controle.

Maar nu was mijn oude vertrouwde oogarts, een studievriendin van mijn ma, met pensioen, en haar vervangster had me zodanig arrogant behandeld, dat het voor mij daar niet meer hoefde. En dan blijf je – enfin, ik toch – de zoektocht naar een nieuwe oogarts uitstellen. Uiteindelijk heb ik een afspraak gemaakt in het Jan Palfijn, want ik zit daar toch al voor alle andere rommel. Bon, een gewoon nazicht, een OCT (mét uitleg en verantwoording deze keer, want die test kost 40 euro, niet terugbetaald, en dat had de vorige arts niet nodig gevonden te vermelden, zelfs niet te verantwoorden) en een gezichtsveldmeting later bleek alles nog prima in orde te zijn. Mijn linkeroog is qua zicht lichtjes achteruit, maar nog niet in die mate dat mijn bril moet aangepast worden.

Alleen wou ze me geen Nasonex voorschrijven, principieel. Nu, ik snap wel dat ze nu niet direct de pil gaat voorschrijven, maar die neusspray? Ik worstel met een heftige verkoudheid, en een gewone, voorschriftvrije neusspray zoals Sofrasolone of Nesivine of zo mag ik niet gebruiken, omdat zo’n vasoconstrictor  een nefaste invloed heeft op de oogdruk, en zelfs, bij glaucoompatiënten, acute beschadiging kan veroorzaken. Het is dus duidelijk omwille van een oogprobleem dat ik enkel die mometasone mag nemen, maar nee, geen voorschrift, ik moet er speciaal weer voor bij de huisarts langs, als ik een neusspray wil.

Zucht.

Maar bon, ik ben weer goed voor een half jaar, en eigenlijk beviel voor de rest de aanpak van die artse me wel: direct, geen blabla, én met heldere uitleg. Ik denk dat ik nog wel eventjes daar bij dr. De Valck blijf.