Uitspraken

Als ze kleuters zijn, doen kinderen nog veel grappiger uitspraken, maar als ze wat groter zijn, zijn ze soms toch ook verdomd spitsvondig.

Zo waren Merel en Kobe een elandenverzorgingstehuis aan het spelen. De hele zetel lag vol elanden, er waren baby’tjes bij, en blijkbaar ook een paar zieke elanden. En ik hoor Merel zo zeggen tegen eentje die blijkbaar moest geopereerd worden: “Je moet niet bang zijn, hoor, het zal geen pijn doen, denk maar gewoon aan je lievelingd… Euh, denk maar gewoon aan je lievelingsmens.”

En Kobe, da’s dan weer een geval apart. Zo komt hij vrolijk aan de schoolpoort, en zegt een van zijn vriendjes: “Ha, Kobe, heb je mijn nieuwe Youtubekanaal al gezien?” Negenjarigen aan de schoolpoort, jawel.

En dan vertelde hij dat bijna de hele klas ‘gestraft’ was voor hun houding in de les wiskunde, en dat ze daarom allemaal een soortement bijles kregen over de middag, behalve hijzelf, Jasmine en Emma. “Ha ja, mama, maar Emma gaat naar huis gaan eten, en dus zijn het alleen Jasmine en ik op de speelplaats. Maar da’s eigenlijk geen probleem, want dan spelen we gewoon Hoblorharstar.”

Hoblorwatte?

“Hoblorharstar, mama, da’s een spelletje dat we zelf hebben uitgevonden, een kruising tussen de Hobbit, de Lord of the Rings, Harry Potter en Star Wars. Da’s toch logisch?”

Euh…

Elke zichzelf respecterende geek krijgt instant darmkrampen bij het idee alleen al, maar aan de andere kant… Hoe geeky kan een negenjarige zijn, zeg? Zeker als hij daar vriendjes én vriendinnetjes in vindt? Zalig toch?

Prachtig rapport

Nee, ik heb het niet over dat van Kobe – die mag eens wat minder beginnen vertrouwen op zijn fenomenale geheugen in de klas – of dat van Wolf – die heeft er namelijk geen – maar wel dat van Merel. Tot hiertoe schatte ik haar in als de minst sterke van de drie, maar toch nog steeds bij de betere helft van haar klas.

Mja.

Haar laagste cijfer is een achtje, en ze haalt ganse reeksen tienen, onvoorstelbaar. Ik kan niet vergelijken met Kobes rapport omdat die het eerste heeft overgeslagen, maar ik ben er zeker van dat het beter is dan dat van Wolfs eerste studiejaar. Merel is vooral een keiharde, consciëntieuze werker. Ze zijn nog niet gans thuis, of die boekentas is al uitgeleegd, en die agenda ligt onder mijn neus om te tekenen. Nog nooit heb ik haar moeten aanzetten tot het maken van haar huiswerk, en vaak maakt ze zelfs meer dan opgegeven.

Is het nu omdat ze twee verstandige broers is tegen wie ze moet opboksen? Want opboksen doet ze, gewoon omdat die twee een pak ouder zijn en dus per definitie zo goed als alles beter kunnen dan zij. Maar ze laat zich gelukkig niet kennen, en doet dat fantastisch.

Zo trots op mijn dochter, echt waar.

Compliment, of toch niet?

Merel kwam daarstraks tegen mij aangekropen.

– ‘Mmm, mama, jij bent zo lekker zacht!’

– ‘Ja hé. Ik vind dat alle mama’s zo lekker zacht zouden moeten zijn. Dan ligt dat zo lekker voor alle kindjes!’

– ‘Dat niet alleen, he mama, ze moeten ook dik zijn, zoals jij!’

– ‘Euh?’

– ‘Ja, want jij bent ook zo’n leuke trampoline! Daar kunnen mijn popjes dan zo lekker op springen!’

Wolf rolde uit de zetel van het lachen, die kwam niet meer bij.

Zucht…

Lentegevoel

Nu die vrieskou voorbij is en de zon erdoor komt, lijkt het wel even lente. Enfin, woensdag en gisteren toch: zestien graden, en een vrolijke Merel op de schommel. Meer moet dat toch niet zijn?