Mijn dagje niet…

Nee, het was vandaag mijn dagje niet. Op een bepaald moment zat ik in de auto en had ik veel zin om eventjes keihard te roepen tegen mijn stuur. Ik heb het maar niet gedaan om mijn stem niet te beschadigen…

Er is uiteraard mijn gewone job: ik moest vier uur lesgeven vandaag, niks speciaals. Nog wat voorbereiden voor de extra lessen in het vierde jaar wegens een zieke collega, maar op zich is dat niet erg. Maar die extra uren lesgeven vragen wel een fysieke inspanning voor mijn rug.

Toen om half vier de directeur me vroeg of ik alsjeblief een handje kon toesteken en twee dringende brieven wilde opstellen omdat zij en de adjunct er gewoon niet toe kwamen, zei ik dan ook volmondig ja: voor mij duurt dat niet zo lang.

En toen reed ik naar Zomergem: ons pa is al meer dan een week ziek. Hij moet overgeven, eet nauwelijks, heeft een raar soort hik, maar de huisdokter was er nog redelijk gerust in. Die had hem antibiotica gegeven op basis van zijn bloedonderzoek en zei dat het wel snel moest beteren. Niet dus. Ons pa lag in zijn bed te zieltogen, en daar kan ik dus hoegenaamd niet tegen. Hij was ook al een week niet gewassen: hij had de verpleging gewoon weggestuurd. Soit, vers onderlaken, verse pyjama, en hemzelf heb ik naar de keuken gestuurd voor een boterham en vooral ook zijn medicatie, want een nieuwe psychose, dat is het laatste wat we kunnen gebruiken. Dat ging nog redelijk, al bleek slikken blijkbaar vrij moeilijk en had hij genoeg met één schamel boterhammetje. Hmmm. Ik heb hem gezegd dat, als het tegen donderdag niet beter is, hij alsnog richting ziekenhuis vliegt, want dit is niet meer normaal. Ondertussen heb ik nog even met zijn apotheker gebeld om zeker te zijn wat zijn psychofarmaca zijn, want hij wilde niet al zijn medicatie nemen. Zij verschoot nogal, want die medicatie is nogal belangrijk…

Bon, terwijl ik daar was, ging de telefoon: Bart. Kobe was tijdens de middagpauze gestruikeld en met zijn hoofd tegen een boom geknald. Hij had wel nog een uur Frans en een uur fysica gevolgd, maar was lijkbleek thuisgekomen en was beginnen overgeven. Bart wilde weten wat hij moest doen. Euh, de dokter bellen? Die stuurde hen prompt richting spoed voor scans en dergelijke. Juist ja.

Ik verzorgde verder mijn pa en zei dat ik daarna gerust naar de spoed wilde komen, voor het geval dat Bart nog naar Ronse wilde, naar zijn moeder die daar in het ziekenhuis ligt na een val. Het is een bezigheid, die ziekenhuizen. Maar Bart had het onder controle, gelukkig maar. Ik belde wel nog even naar school voor de juiste verzekeringspapieren en kreeg die prompt doorgemaild.

Terwijl ik naar huis reed, belde Marleen: haar vaste vrijwilliger die haar boodschappen doet sinds het fout is gegaan met mijn voet, was ziek. Of ik nog eens haar boodschappen kon doen? Uiteraard, maar niet vandaag, zei ik, het ging voor morgen zijn, en dat was prima.

Thuis ging ik even nog Wolf een knuffel geven: die is volop aan het stressen voor zijn examen morgen, en daarna plofte ik in de zetel want, ja, die twee brieven voor directie moesten nog geschreven worden.

Ugh.

Maar de boom is gelukkig in orde.

Opnieuw thuis

Meer dan een maand heeft ons pa opnieuw in het ziekenhuis gespendeerd. Tsja.
Het probleem zit hem in zijn medicatie, of beter: het niet nemen van die medicatie. Niet moedwillig hoor, nee, maar als je je eerste pilletje moet nemen om zeven uur, dan een ganse resem om acht uur, en dan verspreid over de dag nog eens drie, waarbij de spreiding en de dosering echt van belang is, dan moet het juist zijn. En als je dan slaapt tot tien uur en dan pas de eerste pillen neemt, waardoor er al eens een en ander wordt overgeslagen, dan draait het in de soep, kan je stellen.

Ons pa had beloofd zijn leven te beteren, maar dat had hij de vorige twee keren ook beloofd. En dat is toen een aantal weken prima gegaan, maar op een bepaald moment begon hij slechter te slapen waardoor hij ’s morgens langer bleef liggen en liep zijn medicatieschema in het honderd. En dus ook de controle over zijn bipolaire stoornis.

Nu is hij dus gelukkig weer thuis, maar wel onder deels toezicht. Als in: ’s morgens komt er een verpleegster hem wekken en zijn medicatie geven, en ervoor zorgen dat hij ook effectief opstaat. ’s Avonds  komt er opnieuw iemand langs om te checken of hij alles genomen heeft zoals het hoort.

Ik hoop maar dat het deze keer goed loopt, want met de juiste medicatie zou hij nog serieus lang in staat moeten zijn om gewoon thuis te blijven wonen, want voor de rest is eigenlijk alles nog in orde. En vooral: dan hoeven we ons niet voortdurend zorgen te maken.