Puyenbroek

Vandaag had Kobe verkeerseducatie als voorbereiding op zijn fietsexamen vrijdag. De school had een bus ingelegd, maar die was niet groot genoeg voor alle leerlingen – don’t ask – en dus werden er ouders gevraagd om te voeren. Aangezien ik op maandag geen les geef maar thuis werk, kon ik wel rijden, ja. Om negen uur werden vier jongens dus vakkundig afgegooid, en wilde ik van het prachtige weer – om negen uur was het nog niet te warm, maar wel al heerlijk – gebruik maken om nog een wandelingetje te maken, lees: een geocache op te pikken. Voor een ganse multicache had ik niet de stamina, zo de dag na een larpweekend, maar een relatief korte wandeling van een kilometer of drie moest wel kunnen.

Ik parkeerde aan het molengebouw, en liep langs de oevers van een toch wel redelijk brede waterloop. Schitterend… Nooit geweten trouwens dat vogels op bepaalde momenten zó luid en zó schel kunnen kwetteren dat je er koppijn van krijgt…

Helemaal zen en helemaal blij liep ik terug naar de auto, en besliste toen dat ik eigenlijk nog wel een extra uurtje kon missen – carpe diem, weet je wel – om te gaan geocachen op de terugweg.

Tegen half twaalf was ik weer thuis, klaar om de wereld aan te kunnen. Ik ben toch echt een geluksvogel…

Sportplattelandsklassen

Gisterenavond was er de info voor Kobes sportplattelandsklassen volgende week. Bizarre combinatie? Goh, de locatie maakt het ideaal. Ze gaan namelijk naar Puyenbroeck, een groot provinciaal domein met excellente sportvoorzieningen, te midden van het platteland in Wachtebeke. Dus ja, er gaat sport zijn, veel sport: zwemmen, rolschaatsen, schermen, bumperball, boogschieten, hoogteparcours, klimmen, BMXen, en ik zal er nog wel een paar vergeten zijn. Maar daarnaast gaan ze ook kijken in een melkveebedrijf, een vleesveebedrijf en een molenaarsmuseum, waar ze ook brood gaan bakken.

Mja.

’t Zag er wijs uit. En Kobe heeft er ongelofelijk veel goesting in. En ’t is vooral dat dat telt.

En, hoe is het op school?

Die vraag krijg ik natuurlijk van alle kanten. Logisch, want zowel Wolf als Merel zijn van school veranderd. Bij Merel was dat niet echt ingrijpend, maar het is wel van de kleuter- naar de lagere school, en dus een andere speelplaats, andere gebouwen, andere juffen.

Wel, Merel stelt het prima. Het feit dat ze er niet veel over vertelt, zegt op zich genoeg. De eerste woordjes zijn een feit, en ze schrijft ze ook zowat overal. Ze kan eigenlijk niet wachten tot ze zelf kan lezen. En ze zit met Lieze en Julie in de klas, en da’s meer dan voldoende.

Kobe heeft ook nog niet veel verteld, en dat is ook een goed teken. Hij zit bij een nieuwe meester, meester Mathieu, en ik heb het gevoel dat het wel klikt, ja.

En Wolf? Wel, die is ongelofelijk blij dat hij weg is uit zijn klas van vorig jaar, en hij heeft blijkbaar het geluk om, volgens collega’s toch, de braafste klas van het eerste te zitten. Hij is al drie keer een map vergeten, en dan heeft hij het geluk dat zijn mama dat ziet liggen en het meebrengt naar school. Tsja. Maar zijn huiswerk wordt bijzonder consciëntieus gemaakt, gepland, op voorhand geleerd, herhaald, enfin, voorbeeldig dus. En volgens de collega’s doet hij dat prima in de les, werkt hij mee, stelt hij vragen… Ik herken mijn Wolf weer. Al heb ik ook wel het gevoel dat hij een beetje een haantje de voorste is. Na de eerste twee kennismakingsdagen vroeg ik hem hoe de klas was, en ik kreeg een prompt antwoord: “Goh, ik denk dat Quinten en ik zowat de populairste zijn, mama.” Juist ja.

Het doet wel raar om hem daar te zien lopen, maar aan de andere kant: op school ben ik een leraar, en we doen elk ons ding. Hij gaat alle dagen met de fiets naar school, en ik zie hem dus niet noodzakelijk. En dat is niet slecht ook.

En ik? Goh ja, ik heb dit jaar eerstes en tweedes, en dat is gigantisch wennen. Ik heb jaren eerstes gegeven, maar dat is ook alweer 12 jaar geleden, en het is soms moeilijk. Neem nu die agenda: in een zesde jaar zeg je gewoon wat ze moeten doen, in een eerste moet je dat echt dicteren, en dat durf ik al eens vergeten.

Goh ja, dat komt wel terug zeker?

Twee proclamaties op een dag

Dat dat toch niet echt handig is, late communicatie. Zaterdag zei Wolf langs zijn neus weg: “Ha ja, mama, ik moet woensdag gitaar spelen op de proclamatie”. Hoe proclamatie, wat proclamatie?? Ik wist van niks? De school had nog steeds niks laten weten, pas maandagavond kreeg ik een briefje in mijn handen dat er twee dagen nadien een proclamatie gepland was, met alles erop en eraan. Simultaan met de proclamatie van onze school, waar ik een van de organisatoren van ben. Juist ja. We hebben last minute nog een andere fotograaf gezocht voor tijdens de plechtigheid, ik heb een collega aangesproken om te helpen met de instrumenten, en de rest was eigenlijk allemaal al voorbereid. Hmpf. Ik heb me dus tegen zes uur naar onze school gehaast, de groepsfoto’s van de verschillende klassen genomen, en tegen zeven uur zat ik op een stoeltje in de sportzaal van de lagere school, netjes op tijd om The Teachers een half concert te horen geven, de leerlingen zelf ook nog even aan het woord te horen, Wolf gitaar te zien spelen, en hem zijn diploma te zien krijgen. Terwijl Bart met de kinderen nog heel even op de receptie bleef, haastte ik me terug naar mijn school, waar de plechtigheid al even afgelopen was en ik eigenlijk de leerlingen die ik nog wou zien, gemist had. Blah. Ik heb er nog op de valreep een paar gezien, heb nog wat foto’s genomen, en ben dan maar naar huis gegaan.

Ik ben achtergebleven met een heel onvoldaan gevoel, meh.

Uitvaart 2016 (100-dagen)

Oef, hij zit er ook weer op, die Uitvaart. En ik moet het toegeven: hij was best geslaagd!

Ik heb er gisterenavond nog tot acht uur gezeten, bij de leerlingen, en ook deze morgen was er generale repetitie. Daar heb ik een stuk van gezien, maar ben halverwege weg gegaan, want blijkbaar ging ik erin voorkomen. En wat ik had gezien, was gestructureerd en in orde, en dan ging de rest ook wel zo zijn.

Enfin, daar heb ik toch het grootste deel van de ochtend aan gespendeerd, ben me dan thuis gaan omkleden in chiquere kleren – het thema was galabal – en dan was er natuurlijk de show. Daar kan u foto’s van bekijken en een verslagje van lezen op de schoolwebsite. En ook dit jaar werd er zonder morren, met man en macht gewerkt om alles zo snel mogelijk proper te krijgen, en was alles netjes weg tegen vier uur. Chance voor mij, want ik wilde voor vier uur op de lagere school zijn, want daar organiseerden de zesdes hun koffiestop voor Broederlijk Delen. Dat had ervoor gezorgd dat ik gisterenavond om half negen Wolf nog instructies stond te geven hoe hij twee cakes met chocoladestukjes moest maken. Ha ja, want ik was niet eerder thuis. Toen ik opperde dat hij het toch ook aan Bart had kunnen vragen, keek hij me stomverbaasd aan. Zo ver had hij gewoon nog niet gedacht, want dat soort dingen komt altijd bij mij terecht. En nochtans is Bart de kok hier in huis…

Enfin, geslaagde Uitvaart, geslaagde koffiestop, net op tijd bij de kinesist om half vijf, en tegen zessen netjes met picknick in de rugby. En dan eindelijk tijd om eventjes adem te halen.

Rustige zaterdag

Donderdagvoormiddag ging de telefoon: Merel was beginnen overgeven, of ik haar niet kon komen ophalen.

Bart kon gelukkig overnemen in de namiddag, en dat was dat, dacht ik. Want meestal is zo’n buikgriepje een eendagsaffaire, en is ze de volgende dag weer helemaal in orde.

Helaas. Dat bleek dus niet het geval, want toen ze ’s morgens opstond, nam ze één hap van een boterham, en ging daarna terug naar de zetel. En het glas water dat ze daarna vroeg, was goed voor een impersonatie van ‘The Excorcist’. Helaas was ze net op mijn schoot gekropen, en mocht ik dus zowel de zetel, het parket, Merel als mezelf schoonmaken. Een goeie douche later voelde Merel zich duidelijk wat beter, maar nog echt niet in orde. Hmpf. Geen les dus voor mij.

Tegen ’s avonds voelde ze zich echt wel pakken beter, en dus gingen we picknicken. Ik lette er wel op dat het niet te ver en niet te lang was, en tegen kwart voor zeven waren we al in het clubhuis. Waar ze een soepje dronk, wat foto’s nam, gigantisch blozende kaken kreeg, en tegen half acht half lag te slapen op een paar stoelen.

Reden te meer om deze morgen Merel niet mee te sleuren richting Schaarbeek voor de rugbymatchen van de jongens: Bart was niet thuis, en om dan een paar uur in de kou te gaan staan met een half zieke kleine, nee bedankt. Ik gooide de jongens af op het clubhuis rond acht uur, en Wolf stond te glunderen: zijn eerste match van het jaar! Nog wel onder sterk voorbehoud en maximaal vijf minuten per keer op het plein – gelukkig zijn er onbeperkt spelerswissels bij de rugby – maar toch wel al match. En daarna mocht hij mee met Ian, Amy en vooral Stijn naar de rugbymatch België-Nederland in de Heizel, en dat vond hij minstens even leuk. Ik had hem gelukkig wel pijnstillers meegegeven, en dat was blijkbaar ook nodig.

Enfin, een en ander zorgde dus voor een heerlijk rustige voormiddag met enkel Merel, en in de namiddag er enkel nog een even rustige Kobe bij. En wat doet ne mens dan in een opwelling? Vanillewafeltjes bakken, en een stapeltje ervan inpakken als bedanking voor het meenemen naar de rugbymatch.

Om kwart over zes ging ik Wolf oppikken, pikte thuis dan de rest van de familie op, en reed richting lagere school voor de Culinaire Wereldreis. Veel te veel wijze leuke kleine hapjes gegeten, en vooral ook heel enthousiaste kinderen moegespeeld in hun bed gestoken.

Fijne dag, en ik had vooral de rust eens nodig.

365 – 26 december 2015 – soksneeuwman

Op 16 december zette Bart het volgende op zijn Facebook:
“Eet voort! Kleedt u aan! Maar ik heb geen zin in boterhammen. Maakt uw boekentas! Ik moet vandaag een zak rijst en een witte kous meebrengen. Eet dan cornflakes! Ik vind mijn schoenen niet. Hier, rijst en een kous. Mag ik een liedje zingen voor u? Uw schoenen staan nog boven in de badkamer! Ik ben vergeten dat we vandaag gaan zwemmen. Ja schat, da’s een mooi liedje. Maak dan eerst uw zwemzak!
En eet voort!
Nooit een gebrek aan ambiance ’s ochtends ten huize De Waele.”

Een en ander resulteerde in dit:

365-dec26