Broederliefde

Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe Wolf voor zijn zusje zorgt. Of hoe hij eigenlijk in het algemeen buitensporig zorgzaam en verantwoordelijk is.

Zo komen ze zo goed als elke dag te voet naar huis na school. Ze worden door de juffen in een rij begeleid tot aan het begin van de woonwijk, en dan moeten ze geen enkele drukke straat meer over. Maar het valt op hoe Kobe altijd ergens ofwel een tiental meter voorop loopt, ofwel een eindje achterblijft. Merel loopt steevast aan de hand van Wolf, netjes langs de kant van de huizen, terwijl hij meestal ook nog in zijn vrije hand haar boekentasje draagt.

Intussen heeft Merel haar fietsje ontdekt. En dan bedoel ik niet de echte fiets met steunwieltjes, maar het evenwichtsfietsje zonder trappers dat ik vorig jaar heb gekocht om Kobe eindelijk te leren fietsen. Kobe kan intussen meer dan behoorlijk fietsen: het heeft wat overredingskracht gekost om hem weer aan het fietsen te zetten, maar zodra hij merkte dat de fiets die vorig jaar eigenlijk nog een ietsiepietsie te groot was, nu perfect past, zag hij het helemaal zitten. Enfin, het was goed weer vorige week, en dus gingen ze samen fietsen. Samen als in: ook Merel. Het was prachtig om zien: Kobe op zijn felgele fiets die vrolijk heen en weer crosste, Merel op het kleine groene wiebelfietsje op het voetpad, en Wolf die met een engelengeduld aan vier per uur naast haar op straat fietste op zijn grote blauwe fiets.

Ik geloof dat ze meer dan een half uur zijn weggebleven, en alle drie kwamen ze met glinsterende ogen en rode kaken terug. Ze hadden ook ergens in een boom geklommen, vertelde Merel, en Wolf had haar de hele tijd vastgehouden. Zalig, toch?

365 – 30 april 2014 – loopfiets

365-120

Omdat Kobe nog steeds niet kan fietsen omdat hij zijn evenwicht niet vindt, ben ik zaterdag in Ledeberg een tweedehandsloopfietsje gaan halen. Het is wat klein voor hem, maar het werkt wel. Zodra hij hier lange stukken mee kan rechtdoor rijden, schakelen we weer over naar zijn echte fiets.