Lepelblad

De lockdown is versoepeld voor restaurants, maar vorige week was er gewoon niks meer vrij. Gisterenavond had Bart wél nog een plekje kunnen bemachtigen, meer bepaald in het Lepelblad, Barts vaste stek toen hij nog met zijn bedrijf aan de Ajuinlei zat, en de locatie waar Merels geboortedrink doorging.

Helemaal in onze nopjes gingen we dus, eindelijk, op restaurant. Het concept van het Lepelblad is wel veranderd: enkel de menu met de keuze uit maar een paar gerechten meer, geen uitgebreide kaart met pasta’s en slaatjes, maar veel beknopter, en ook wel wat prijziger, ja. Maar wel nog steeds zeer lekker, en nog steeds dezelfde mensen.

We hebben er in elk geval van genoten, mijn lief en ik. Het deed eens deugd, opnieuw gewoon met ons tweetjes op stap. Het voelde bijna normaal aan…

 

Familiedagje in eigen stad

Wolf moest naar de Poel vandaag, maar om een of andere reden had ik hoegenaamd geen zin om rond te lopen vandaag. Enfin, nu toch nog niet. Ik snuisterde wat rond in de Avalon, kocht me een knap paar zilveren oorbellen, en ging koffie drinken en lezen in de Labath. Alwaar mijn oudste zoon me iets over elven vervoegde voor een stevige warme chocomelk, en waar zelfs de kaart af en toe een knipoog bevat.

Meteen daarna zetten we er stevig de pas in: de Sint-Michielsbrug over, langs het Sint-Baafsplein, verder langs het conservatorium, en dan naar de Reep. Om er te eindigen bij de Scaldissluis aan de Reep om daar een geocache weg te steken. Altijd een leuke bezigheid!

Zodra de missie volbracht was, repten we ons terug: we hadden namelijk om twaalf uur afgesproken met Bart en de kleintjes in het Lepelblad. Amper vijf minuten te laat konden we aanschuiven en genieten van een stevige maaltijd. Heerlijk, zo met het ganse gezin, en het voelt daar nog steeds als een beetje thuiskomen.

Daarna gingen we zelfs met het hele gezin op wandel, wat zelden gebeurt: Bart wou bijzonder graag eens naar de Cru, de delicatessenzaak van de Colruytgroep aan de Kouter. Man man, wat zag die er gelukkig uit zeg! Hij stond te glunderen en te keuren, en zou bijna de hele winkel hebben leeggekocht, mochten de prijzen niet navenant zijn. Omdat we hem in alle rust wouden laten genieten zonder op zijn zenuwen te werken, gingen wij alvast weer naar buiten, rustig op een bankje.

Bon, Bart en de kleintjes gingen huiswaarts, Wolf en ik wilden nog een andere cache wegsteken, onderhoud doen aan cache aan de Sint-Jorissluis, eindelijk dat scoutshemd voor Kobe halen, en een verse cache steken op de Gaardeniersbrug, want die was blijkbaar verdwenen.

Het cachegedeelte lukte wonderwel, maar de Hopper (scoutswinkel) was nog maar eens gesloten. Ha ja, wie maakt de brug nu niet, zeg? Zucht… Ook de cache in het Coyendanspark liet zich niet vinden, maar ik had wél een bijzonder fijne middag. Het voelde echt als vakantie!

 

Van vriendschappen en taart.

Er zijn zo van die vrienden die je maar één keer in de zoveel jaar ziet, vrienden van vroeger. Neem nu Sophie: we hebben samen op het internaat gezeten de eerste drie jaar van ons middelbaar, zijn elkaar dan zowat uit het oog verloren, maar altijd op één of andere manier toch vaag contact gehouden.

De vorige keer dat ik haar zag, was in april 2013: toen zaten we gezellig bij mij thuis op het terras. Nu koos ik ervoor om samen ergens iets te eten, want ik kreeg het anders gewoon niet meer in mijn planning. Deze morgen hielp ik een examen opstarten, had ik daarna een lang gesprek met een ouder en de directie, reed ik daarna door naar de gynaecoloog, en stonden we netjes op tijd in het Lepelblad. En opnieuw was het alsof we elkaar minstens elke maand zagen. We kennen elkaar nog steeds door en door, ik bleef vroeg regelmatig bij haar slapen, en ken dus ook haar achtergrond en dergelijke. Ik ben ooit zelfs nog met haar familie meegegaan op vakantie naar Frankrijk. Zalig!

Enfin, we hebben fantastisch gekletst, zijn dan verhuisd naar Julie’s House voor een heerlijk stukje taart, en waaiden bij het naar de parking lopen nog even binnen in de Inno voor extra Tshirts voor Bart. Daar bleken we de gynaecoloog van ’s morgens tegen het lijf te lopen, en die had speelgoed mee uit de Fnac. Tiens, verkopen ze daar ook speelgoed? Blijkbaar wel, en ze hadden er zelfs nog Lego, dus wij binnen in de Fnac, zodat we elk nog met extra cadeautjes buiten kwamen.

Ik was behoorlijk moe toen ik thuis kwam, maar ik had wel een bijzonder fijne middag gehad, en een hoop cadeautjes gescoord.

Dik in orde!

Een dagje van helemaal niks. Of toch bijna

Ik geef toe, ik zat laat in mijn bed – half vier, dat ben ik niet meer gewoon – maar slapen tot elf uur, dat overkomt me eigenlijk nooit, zelfs niet als ik zo laat ga slapen. Ik moet echt wel hondemoe geweest zijn. Bart had me laten slapen, en als ik nu nog naar de winkel moest, moest koken en zorgen dat Kobe om twee uur op een verjaardagsfeestje was, ging het echt wel stresserend worden. Dat had Bart ook gezien, en hij stelde voor om op restaurant te gaan. Hier in de buurt was er niet echt iets deftigs open – ik wilde eigenlijk een grote salade met alles erop en eraan, lekker en gezond – en dus reden we naar ’t stad, rolstoel in aanslag, om naar het Lepelblad te gaan. We laveerden met Bart tussen de mensen door, en installeerden ons in het restaurant. Jongens, ik heb hier echt van genoten! Gewoon met mijn gezinnetje dat ik afgelopen week nauwelijks had gezien, en lekker rustig. Heerlijk gewoon.

En in de namiddag heb ik eigenlijk niet veel anders gedaan dan de boodschappen en de was. Dat was eigenlijk al meer dan genoeg, voor een lekker luie zaterdag. Poeh.

Rozebroeken

Vorige week kwam Bart plots af: “Zeg, als ik nu dinsdagnamiddag eens vrijaf neem, zodat we samen naar de Rozebroeken kunnen gaan zwemmen? Wat denk je?” De jongens sprongen een gat in de lucht. Ik had sowieso gepland om vandaag te gaan zwemmen met hen, maar met papa erbij is dat nog véél leuker!

Merel moest in de crèche blijven, het dutske, want ook al speelt ze heel graag in het water, zo’n recreatiebad als dat van de Rozebroeken is niks voor haar. Enfin, er zijn wel genoeg plonsbadjes met speelgoed, maar dan moest er altijd een van ons bij haar blijven, en dat was niet de bedoeling.

We gingen eten in het Lepelblad

lepelblad

en reden daarna naar het zwembad.

Ik schreef er een uitgebreide bespreking over voor Gentblogt, en die kan u, mét foto’s, hier lezen:

Gentblogt: zwembad Rozebroeken

Daarna wilden we wel een vieruurtje, en trokken we de trap op naar Rest-eau-Café. Best gezellig zitten daar, overigens.

rest-eau

Wolf wilde een ijsje, Kobe nam een pannenkoek (drie euro voor twee grote pannenkoeken met suiker, goeie deal!), Bart ging voor verse fruitsla, en ik, ik twijfelde. Ik had nog wel wat Weight Watcherspunten over, en had wel zin in een dessertje. En toen zag ik ‘ijssoezen’ staan. Hmm. Meestal is dat dan een coupe met een soesje of vier, overgoten met wat chocoladesaus. Ach ja, dat moest wel kunnen.

En toen kwamen ze met dit af:

rest-eau2

Om te weten hoe groot die soezen wel waren, moet je maar eens naar de vorken kijken. En nee, dat zijn geen dessertvorkjes. De slagroom heb ik laten liggen, net zoals een deel van de chocoladesaus, maar de rest heb ik toch binnengespeeld. En ’s avonds heb ik één boterhammetje en wat fruit gegeten. Meer was trouwens niet nodig, na die soezen had ik nauwelijks nog honger. Amai zeg.

Enfin, het was een fijne middag. Welzeker.

En nog zo’n drukke dag.

Het begon gelukkig allemaal vrij relaxed, met ontbijten en was ophangen en dat soort onzin. Tegen elf uur moest ik bij de kapper zijn, voor een update van mijn kapsel, want het werkte serieus op mijn zenuwen. Mijn kapster is al twintig jaar dezelfde, in Sint-Amandsberg.

En toen bedacht ik dat ik eigenlijk beter de Antwerpse Steenweg verder kon rijden richting Lochristi, want ik wilde een mooie azalea voor mijn schoonmoeder, en waar kan je dan beter zijn? Ik passeerde er meteen ook een Shoe Discount, en scoorde daar voor 9 euro een paar zwarte stoffen schoenen met witte zool voor Barts zeilavontuur. Go me!
Op aanraden van de kapster ging ik tuincentrum Van Eeckhout binnen, en ik was meteen zwaar onder de indruk! Man, zo’n oppervlakte! En zo’n gigantische hoeveelheid soorten en al! Ik koos er voor vijfentwintig euro een prachtige witte azalea (de lievelingskleur in bloemen van de schoonmoeder) waar mijn armen niet eens rond konden. En ik weet waar ik moet zijn, als ik in het vervolg nog een chique plant wil :-p

Enfin, tegen half een thuis met die schoenen en de bloemen, ik blij 🙂

In de namiddag heb ik dan eerst een vriendin geholpen om de juiste rode accessoires bij een nieuw kleedje uit te zoeken, en dan heb ik de jongens op sleeptouw genomen, richting Brantano (Wolf moest nieuwe schoenen hebben, in de vorige zat een gat. En hij koos toch wel van die Skechers met van die lichtjes in, zeker? Ik heb voor één keertje maar toegegeven, maar het is niet bepaald mijn smaak. Hij is er zot van.) en dan naar de Game Mania voor elk een nieuwe Skylander. Ja ik weet het, ik verwen die gasten veel te veel. So be it :-p

Daarna eventjes thuis, om tegen half zeven te vertrekken naar ’t stad. Het Lepelblad zat vol, helaas, maar de tonijnsteak in Café Rene was ook niet te versmaden. Van de crème brûlée blijf je er beter af, maar dat verslag volgt later nog wel eens (eerst op Gentblogt, uiteraard).

En dan The Avengers in de Kinepolis. Ik denk dat het meer dan een jaar geleden was dat we er nog geraakt waren, in de cinema. Maar een film zoals de Avengers, met veel actie en spektakel, superhelden, suspension of disbelief en een goeie dosis fantasie, da’s nog altijd het leukst in een grote zaal met groot scherm en dito geluid. Wel, ik heb ervan genoten. My kind of movie. Goed gelachen, knappe stunts gezien, en ik heb het toch wel voor dat soort rechttoerechtaan verhalen als ik een avondje ontspanning wil.

Al bij al een geslaagde, zij het vermoeiende dag, jawel.

Zo van die zalige namiddagen

Dan geef je les tot vijf over twaalf, rij je in de stralende zon naar ’t stad, en spreek je af met een van je beste vriendinnen, die je alweer een tijd niet hebt gezien.

Dan ga je eten in het Lepelblad, altijd een voltreffer, kan je buiten op het terras zitten, en geniet je van een heerlijke salade. Ondertussen klets je bij, en geniet je van het gezelschap. Daarna ga je nog heel even de Veldstraat in, op zoek naar kousjes voor het meisje van je vriendin, even oud als je eigen dochter, en daarna trakteer je haar en jezelf op een ijsje, dat je opeet op een bankje aan de Ajuinlei.

En dan moet je allebei je kinderen afhalen, en is de middag weer veel te kort. En beloof je elkaar dat je dat snel opnieuw zal doen, zo afspreken, en weet je dat het toch weer een hele tijd zal duren voor het er effectief van komt.

Het leven, meneer, dat gaat zo vreselijk snel, meneer.