Zo’n dag dus, die nog min of meer goed kwam

Het begon eigenlijk al goed vanmorgen: ik stond netjes om half tien bij de kinesist, die me met een verwonderde blik aankeek. Ik stond niet in haar agenda? Tiens, want dat had ze me nochtans zelf gedicteerd vorige donderdag. Maar ze snapte al wat er gebeurd was: aangezien ik nogal flexibel ben qua uren, had ze me eruit gegooid, en ging ze me bellen voor een nieuwe afspraak. Wat ze prompt vergeten was. Juist. Maar ze gaf me wel een nieuwe afspraak om half drie, en meteen eentje voor vrijdag om half twee.

Ik deed dan maar wat boodschappen, sakkerde op de vervloekte regen, en reed naar huis. Op zo’n momenten mis ik ons ma, en dan vooral een telefoontje van haar om eens goed te zagen over dat grijze weer dat maar aanhoudt, en het gebrek aan zon, en die verdomde regen, en… Ik zette iets gelijkaardigs op mijn Facebook, en prompt ging de telefoon: een vriendin van me die eens lekker wilde zagen over dat vervloekte weer! Zalig gewoon! Ik fleurde zowaar helemaal op van dat telefoontje. Enfin, telefoon, want we bleven denk ik een half uur kletsen.

Intussen was trouwens ook de zon er eindelijk doorgekomen en genoot ik intens. Iets later ging dan ook nog de bel: een lieve collega die in naam van al het personeel een kaartje en bloemetje kwam brengen. Awel, dat doet deugd…

Ik moest me nog haasten om te eten, want om half twee stond ik dus opnieuw bij de kinesist. Die me alweer met een verwonderde blik aankeek: ik was een uur te vroeg? Godver, inderdaad, in al mijn haast had ik me nog vergist ook. Dju toch.

Intussen was de zon volop aan het schijnen, was er een stralend blauwe lucht, en voelde het buiten zowaar lenteachtig aan. Ik ben niet naar huis gereden in dat uurtje, maar een eindje verder in Evergem een cache gaan zoeken die een halve kilometer ver in een boerenslag lag. Mijn jas heb ik zelfs in de auto laten liggen, een dikke gilet was voldoende. Alleen had ik nieuwe schoenen aan, en in die half overstroomde, modderige slag was dat niet bepaald mijn beste idee, maar bon, het was wat het was. Met enige moeite heb ik de modderige cache gevonden, maar ik heb wel een uur lang lopen genieten, daar buiten in de zon.

Om de cache te vinden had ik een oude riek meegebracht, want hij lag begraven onder een heel dun laagje. Ik denk dat ik toch eerst een baksteen of vijf heb opgegraven, voor ik erop uit kwam, en ik was blij dat er hier en daar serieuze plassen stonden waarin ik mijn handen kon afspoelen.

Enfin, al bij al werd het toch een bijzonder aangename dag.