Namiddagje Lembeke

Zoals elke zondag was ons pa hier, en voor het eten speelde hij nog even schaak met Merel.

IMG_3980

Maar voor het eerst dit jaar scheen ook de zon – toch min of meer – en dus was ik vast van plan om nog eens buiten te komen. En wat is er dan leuker dan te gaan geocachen? Ik wilde richting Lembeke, dan kon ik meteen ook een babycadeautje binnensteken bij een oudleerling van me.

En wis en waarachtig, zelfs ons pa wilde mee! Toen hij hoorde dat het telkens korte stukjes wandelen zijn, en tussenin telkens een stukje auto, zag hij dat helemaal zitten. Lang wandelen is sowieso niet aan mij en Wolf besteed, en dus gingen we met zijn viertjes vrolijk cachen.

Het begon helaas niet zo goed: de eerste cache van de dag, RR11, liet zich niet vinden. Tsja… We reden dan maar iets verder, en vonden er drie op rij van de Zoekerwtjes, die alle drie heel leuk gedaan waren: een eekhoorntje met een touwtje hoog in een boom, een stekkerdoos op een elektriciteitscabine, en een holle afgezaagde tak… Leuk!

Nog wat verderop stopten we in een heus stukje Lembeekse bossen, en vonden er een ongelofelijk mooie cache met een gans zoeksysteem. Dat systeem hadden we bijzonder vlug door, maar toen Wolf het nog even wilde laten zien aan Merel, sprong er een touwtje. Ook al had Wolf echt geen kracht gezet, we voelden ons toch een beetje schuldig, ja. Een beetje verder lag er dan nog een opgeloste mysteriecache, die verdomd goed begraven lag, maar die we dankzij de spoilerfoto’s toch vrij snel konden lokaliseren.

We reden Lembeke binnen, gaven het cadeautje af, en pikten meteen nog een laatste cache mee in het Scheutbos tussen de kasten van villa’s. Een moeilijke, bijna opgegeven, maar uiteindelijk toch nog gevonden.

IMG_3989

En toen was het welletjes: tegen vijf uur waren we thuis voor koffie en verrukkelijke merveilleuxtaart. Heerlijke namiddag gehad, intens genoten van de buitenlucht en het feit dat het eens niet aan het regenen was, en af en toe zelfs niet grijs was!

 

 

Lembeke

Eigenlijk was het plan om vandaag samen met Gwen en de kinderen te gaan picknicken en zwemmen aan de vijver. Helaas, mijn rug is absoluut niet beter, integendeel: ik loop zo krom als wat, heb serieus veel zeer, en vanavond heb ik een sessie met de kinesist geboekt. Gwen schoot in de lach toen ze het hoorde: ze zag al meteen Bart en mij naast elkaar voortstrompelen. En zij, zij mag lachen, ze kent me al 26 jaar…

Maar ze stelde voor om de picknick te vergeten, en na de middag naar Lembeke te rijden, naar het huis van haar ouders. Die hebben een pracht van een tuin, met zwembad en alles erop en eraan, en zijn momenteel op reis. Ze ging ons komen halen met het busje, zodat ik ook niet zelf hoefde te rijden, en we zouden fruit en koekjes meenemen. Eerlijk gezegd: ik was opgelucht. Ik zag het inderdaad echt niet zitten om naar de vijver te gaan, laat staan alles van een picknick mee te sleuren. Maar daar heb je dus vrienden voor ^^ Gwen zei achteraf dat ik er zelfs getrokken van de pijn uitzag. Kan ik geloven.

Om twee uur stond ze hier met haar vier kinderen, en een half uur later stonden we met ons negenen in Lembeke, en nog drie minuten later lagen de eersten al in het zwembad.

Haar ouders hebben inderdaad een fantastische tuin: er is het stuk aan het huis zelf, er is een boomgaardje met een fijne tafel waar wij ons installeerden, er is het zwembad, en een eind verder is er nog het vroegere voetbalveld, met daarnaast de vroegere kantine, het schildersatelier van Gwens vader.

Pepe Octaaf werd weggeplukt van de koers om mee te komen koffiedrinken, en genoot daar zichtbaar van. Er werd cake en stapels aardbeien verorberd, er moest duidelijk in bomen geklommen worden, en ik, ik merkte dat de “allergie”-medicatie begon te werken, want ik had probleemloos mijn lenzen in (na twee maanden) en had zelfs geen koppijn, laat staan dat ik nog moest niezen of snuiten. En ook de rug genoot duidelijk van het nietsdoen, want het begon toch wel te beteren, ja.

En daarna, daarna werd er nog meer gezwommen, respectievelijk gekletst, en hebben we ons nog behoorlijk moeten reppen om Leander op tijd bij de voetbal te krijgen. Heerlijk rustige namiddag, volop vakantie. Merci, Gwen!

En nog een dagje zonder de kinderen te zien, of toch nauwelijks

Het is de laatste werkdag, en het is maar best ook, want mijn pijp is uit. Enfin, morgen of overmorgen kom ik nog wel eens terug, wellicht, maar officieel is het vandaag.

Deze morgen zat ik al om half negen met de leerlingen van de vierdes op school, om rapporten uit te delen en stand by te zijn om de boeken te laten ophalen. Om half elf mochten de leerlingen dan hun examen komen inkijken en bespreken. Omdat er sowieso weinig animo was – de laatste dag + de warmte – kon ik ondertussen toetsen en dergelijke sorteren. Ambetant werk, maar het moet wel gebeuren.

Om half één mochten we de leerlingen de laan uit sturen, en werden we verwacht voor een algemene personeelsvergadering waarop algemeen directeur Brynaert ons zou toespreken. Ik zat al eventjes op hete kolen: wie ging onze nieuwe directie zijn? Want ik heb dit jaar heel fijn samengewerkt met Anja, maar vooral met onze nieuwe adjunct Marino. Helaas… Anja wordt effectief de nieuwe directeur – yay! – maar we zijn Marino wel kwijt: hij wordt directeur van de middenschool van het Lyceum. Op zich een mooie promotie, maar toch sterk gemengde gevoelens. En toen viel ik van verbazing bijna van mijn stoel. Want uiteraard werd ook de nieuwe adjunct aangekondigd, en dat werd, totaal onverwacht voor mij, de vrouw van mijn neef, zijnde Sofie Vercoutere! Een vriendin en familie dus! Ik stuurde haar onmiddellijk een smsje, en ze zei dat ze inderdaad niks had mogen zeggen. Kan ik wel begrijpen, maar man, wat een verrassing! Enfin, ik weet nu al dat ze dat heel goed zal doen, ik heb er het volste vertrouwen in.

Daarna zijn we met een aantal blijven picknicken in de binnentuin, waar het in de schaduw heerlijk toeven was. De broodjes kwamen misschien wel wat laat, maar smaakten des te beter.

Ik ben nog heel even langs huis gegaan om een brood te gaan brengen. Ha ja, ik kon er de jongens niet om sturen, want die waren na school opgehaald door Barbara, een ander nichtje, die Barts kinesiste is en wier zoontje vandaag een verjaardagsfeestje gaf. En niet zo maar een verjaardagsfeestje: een heus bosspel met alles erop en eraan! Dat kan, als je in de Lembeekse bossen woont natuurlijk!

Ik repte me terug naar school voor het oudercontact, waar ik toch de volle vier personen heb gezien op drie uur tijd. Maar tegen het einde kreeg ik knallende koppijn. Een Panadol van een gram haalde blijkbaar zelfs niks uit, maar toch nog bedankt aan de gulle collega die me probeerde te helpen. Ik reed naar Lembeke, en zag intussen ronduit scheel van de koppijn. Ginder heb ik een boterhammetje gegeten in de hoop dat dat iets zou uithalen, maar helaas.

De hele weg terug heb ik keihard op mijn tanden zitten bijten om me toch maar op de weg te concentreren, maar zodra ik thuis kwam, ben ik richting toilet gespurt en beginnen overgeven. Tsja. Daarna heb ik me op de zetel gelegd, met een kussen op mijn kop, en heb me twee uur niet verroerd, kotsmisselijk. En toen was het plots voorbij. Compleet. Zomaar. Ik heb zelfs nog met Bart naar tv gekeken en een ijsje gegeten. Bizar. Ik vermoed dat het migraine was, als ik het zo hoor. Bleh.

Maar nu is er dus vakantie. Of, zoals Wolf blijkbaar had verkondigd tegen Barbara: “50% kans dat mama morgen of overmorgen ziek wordt. Het is elk jaar van dat.” Juist ja.

Vakantie, zegt u?

Van boswandelingen en honderdjarige verhalen

De dag begon heerlijk gezapig, zoals een vakantiedag hoort te zijn. Ik had in mijn hoofd dat ik rond een uur of drie nog naar mijn grootmoeder wilde, maar er werd hier ten huize zo fantastisch – en stil – gespeeld, dat ik het over mijn hart niet kreeg om de kinderen te roepen.

Pas toen ze joelend en dansend naar beneden kwamen om een vroeg vieruurtje, nam ik hen op sleeptouw. Meer dan een giletje was niet nodig, op deze onmogelijk warme bijna-novemberdag. We reden voorbij het rusthuis, liepen de bossen van Lembeke in, en zagen hoe het zonlicht de duizenden spinragdraden tussen de bomen deed glinsteren.

We speelden, we renden, we dansten, we bekeken paddenstoelen, we ritselden door de blaadjes, en we genoten vooral.

En met een uitgewaaid hoofd waaiden we binnen bij mijn grootmoeder, die over een maand 103 wordt. Ze keek met een gelukzalige glimlach naar de kinderen, en herleefde helemaal. En toen stelden de jongens vragen over honderd jaar geleden. Of ze zich nog iets herinnerde van de eerste wereldoorlog.

Ze hoefde geen moment na te denken. Jazeker, knikte ze vol overtuiging, ze herinnerde er zich nog behoorlijk wat van. Bij het begin was ze drie, maar tegen het einde was ze nog net geen zeven. De blik in haar ogen werd tegelijk peinzend en vurig. Hoe ze als kind op het bankje aan de straat zaten, en de mensen met stootkarren en handkarren en pak en zak zagen voorbijkomen. En hoe haar vader, de brouwer, vroeg waarom ze wegtrokken. “Ha, moar ’t es oorlog, meniere!” Waarop hij antwoordde dat de Duitsers toch geen mensen opaten. En hoe zij op het bankje zat, en toekeek.

Of – en toen schoten haar ogen werkelijk vuur – de geluiden. Dat kon ze nog steeds horen, zei ze: hoe de Duitsers op een dag zonder een woord uitleg met een grote camion het erf opreden, en hoe zij buiten kon horen hoe de Duitsers de grote koperen brouwersketels aan stukken sloegen, om het koper mee te kunnen nemen. En hoe haar moeder huilde. Dat geluid, zei ze, van de hamers op die koperen ketels, dat kon ze nu nog steeds horen. Ondanks alle hoorapparaten.

Mijn zonen zaten erbij met open mond. En probeerden zich  voor te stellen hoe het zou zijn om je geluiden van honderd jaar oud te herinneren. Geluiden, indrukken en gezichten die je nooit vergeet, ook al doe je er nog honderd jaar bij. Het lukte hen niet.

En dus gaven ze omoe een warme knuffel, en dansten de warme herfstavond in. Waar het intussen al donker geworden was, zonder dat iemand het gemerkt had.

IMG_2365

IMG_2356

IMG_2371

IMG_2373

IMG_2377