Energievreter

Intussen zijn we een half jaar ver in het schooljaar, enfin, toch een semester, en weet ik beter waaraan ik begonnen ben. Welja, ’t is niet alsof ik veel keus had: met die modules moet al het Latijn parallel lopen, en alle drie de leraars Latijn op school geven dus een eerstejaar. Mezelf incluis.

Op het einde van vorig schooljaar waren we het er in de vakgroep over eens: ik was de beste van de drie om twee keer de twee uur Latijn te geven, ervan uitgaand dat ik hen het beste kan enthousiasmeren.

Hoe ik het gedaan heb, weet ik niet, maar ik weet wel dat ik qua leerplan bijna even ver sta als de leerlingen van de vier uur. Dat leerplan is namelijk redelijk ongenadig: het is een graadsleerplan, en of je nu in het eerste jaar twee uur of vier uur Latijn geeft, op het einde van het tweede jaar moeten alle leerlingen even ver staan. En dus geef ik gas, ook al hebben ze bijvoorbeeld enkel les op vrijdagnamiddag. Dat betekent elke week toets, dat betekent ook dat ik geen ruimte heb voor gezellige babbels, of hen zelf verhalen kan laten vertellen.

Ik hou de inleiding wat beknopter, maar ze moeten hetzelfde leren als de vier uur. Ik geef dezelfde cultuur rond dezelfde teksten, alleen lees ik maar drie teksten in plaats van zeven in het Latijn. Ik geef dezelfde grammatica, leg die even lang en breed uit, maar maak minder oefeningen. Qua woordjes leren scheelt het wel: ze zien de helft van die van de vier uur. Aan de andere kant zal zich dat wreken in het tweede jaar, als ze verder doen met Latijn tenminste: wat voor die van de vier uur herhaling is, zal voor hen vaak nieuw zijn qua woordenschat. Tsja.

Maar één ding weet ik wel: die lesuren vréten energie! Ik merk het op dinsdag, maar ik merk het nog veel beter op vrijdag. Ik ben gewoon steendood op vrijdagavond. Ik stop met lesgeven om half vier, en moet zorgen dat Kobe om vier uur in zijn fagotles is in Evergem. Om vijf uur haal ik hem weer op, en om zes uur moeten we alweer op de rugby staan, tot half acht. Ik geef het toe: de rugby is er op vrijdag al een paar keer bij ingeschoten, en dat lag dan grotendeels aan mij.

Dus nee, geen verdere activiteiten meer op vrijdag: ik ben kapot.