Zo’n typische woensdag

Het was me weer het dagje wel, vandaag. Beetje druk, zou men durven denken. Ik moest gelukkig maar om 10.10 uur op school zijn, zodat ik nog tijd had om pompoensoep te maken. Ha ja, want ’s middags was er de Latijnolympiade, en dan breng ik altijd verse soep mee.

Soit, eigenlijk moet ik ten laatste om tien uur in de auto zitten, wil ik op tijd zijn. Deze keer wachtte ik met de computer in de aanslag tot tien uur, want dan ging de opgave voor de olympiade online komen. Quod non.

Ik reed naar school, zette mijn spullen in het lokaal, liet de leerlingen zich installeren en ging de tekst downloaden, want ook al zijn er maar twee leerlingen die officieel meedoen met de olympiade, het was voor iedereen een goeie toets. Maar nee hoor, geen tekst te bespeuren. En de verantwoordelijke van de olympiade nam zijn telefoon niet op. Grrr. Ik ging ze dan maar de tekst van vorig jaar laten vertalen, maar net toen ik die ging uitdelen, kreeg ik telefoon van Guido en stuurde hij me de opgave per mail door. Problemen met de server, zo bleek. Murphy dus, voor een keer dat ik zesdes heb op woensdag en ze dus al om tien over tien kan laten beginnen, in plaats van in de namiddag.

Bon, tegen goed half elf konden ze allemaal starten en kon ik ook zelf de tekst vertalen.

Door het hele gedoe was ik pas na twee uur thuis, maar gelukkig had ik mijn kine sowieso al afgezegd, want het ging nipt worden.

Ik kreeg eventjes respijt thuis, en twintig voor vijf stapte ik met Merel in de auto voor haar muzieklab om vijf uur. Ik wilde echter nog snel in de H&M voor haar verjaardag morgen een groene strik halen voor in haar haar, want die wilde ze graag. Alleen wilde ik daarna nog een koffie drinken in de Labath, en die nemen maar bestellingen op tot half zes. Ik ben dus in sneltempo naar de Veldstraat gestapt, heb daar die strik gekocht, en zag dat ik nog een zevental minuten over had om in de Arpeggio een set snaren te halen voor een ukulele – later daarover meer, want dat is een verhaal op zich.

Nog net op het nippertje plofte ik neer in de Labath, waar ik eigenlijk zelfs niet meer moest vragen wat ik wilde. Enfin, rustig even gelezen, om vijf voor zes mijn bestelling in de Arpeggio opgehaald, en dan met Merel naar huis.

Echt koken hoefde niet, want zoals vrijwel altijd had Bart nog meer dan genoeg eten voorzien en konden we gewoon opwarmen.

En toen repte ik me naar het Westveld in Sint-Amandsberg om er de quiz te spelen. Echt fijn om opnieuw te quizzen, ik doe dat eigenlijk echt graag, en mijn team is ook de max van een groepje idioten. Ik voel me helemaal thuis!

Iets voor twaalven was ik thuis en kon ik nog het huis beginnen versieren voor Merels verjaardag: slingers, ballonnen en al haar cadeautjes.

Yup, beetje druk, zei u?

Sportdag en fluitmoment

Jawel, uitgerekend vandaag hebben wij een sportdag voor onze eerstes en tweedes! Begin april kan het inderdaad al eens slecht weer zijn, als in: een graad of tien en regen, maar 3 graden en sneeuw? Nee, dat hadden we nog niet gehad.

We hadden ze heel grondig de levieten gelezen: dat het de hele dag buiten op het veld naast de school ging zijn, en dat ze zich verdomd goed moesten inpakken, en regenbestendig en met waterdichte schoenen. Uiteraard was er dan eentje – nota bene ene die gezegd had: “Mevrouw, ge zijt al de derde, jullie kunnen nogal zagen!” – die enkel een iets te kleine sportbeha aan had en een trainingsvestje. En dan, vreemd genoeg, kou had. Of eentje die afkwam: “Mevrouw, mijn sportschoenen zijn plots te klein!” Euh, wat had hij gedacht dat ik daaraan kon doen? Ze plots groter toveren?

Ik had de geërfde mouton retourné uit de kast gehaald, mijn combats aangetrokken, een muts en handschoenen, en me met een paraplu in een visserstoeltje geïnstalleerd. Frisjes, ja, maar doenbaar.

Maar we zagen de leerlingen – sommige toch, zeker niet allemaal – beetje bij beetje verkleumen. Enkele hadden we zelfs onderkoeld bij het secretariaat afgedropt, waar ze konden opwarmen. Ik had van thuis drie kersenpitkussentjes meegebracht en die werden gretig gebezigd.

Gelukkig moest ik zelf maar twee uurtjes toezicht doen op de sportdag: daarna was ik ingeschakeld bij een bijzonder amusante sessie bij de derdes met een 3D-pen. Wijs, zo’n speelgoed!

Tegen half vijf stonden Merel en ik dan aan de Poel: ze had een blokfluittoonmomentje, waarbij ze eindelijk, na enkele maanden, haar eigen vertrouwde juf terug had. Niet dat de vervangster niet goed was geweest, maar haar eigen juf had ze toch liever.

En toen was het tijd voor een koffie, respectievelijk een warme chocomelk. Een ideale manier om de vakantie in te zetten, toch?

Vriendjesdag

Voor haar laatste blokfluitles mocht Merel een vriendinnetje meenemen, en dus reed ik rond een uur of vijf met twee giechelende meiden op de achterbank naar de Poel.

Erg vond ik dat absoluut niet, want de café Labath is weer helemaal open en dus kon ik rustig binnen genieten van mijn koffietje, mijn boek en voor de gelegenheid zelfs een stukje taart. Dat had ik verdiend, vond ik, na een lange dag deliberaties.

Maar na de les waren we eigenlijk niet gehaast, zodat ik de magische woorden sprak: “Zeg dames, wat denken jullie van een ijsje?” Het antwoord was iets tussen een sprong, een gil, een lach, of alles tegelijk.

Een dikke vijf minuten later zaten we, zoals de traditie het vereist, op het muurtje van de Graslei. Ik had geen ijsje meer genomen, die taart was al welletjes. Maar de gezichten spraken boekdelen.

Hartjesmelk

Ik schreef het twee weken geleden al: op donderdag ga ik tijdens Merels blokfluitles meestal rustig naar de Labath een caffé lattè drinken. Soms ga ik in ’t stad, maar ik moet lang niet altijd iets hebben natuurlijk.

Vorig jaar waren we een half uur later en ging de Labath dicht op het moment dat haar les klaar was, maar nu is ze klaar om half zes, net op tijd voor de last call. En Merel neemt dat met beide handen aan: ze komt vrolijk richting het café dartelen, staat dan aan de overkant te springen tot ik haar zie – ik probeer het natuurlijk in de gaten te houden – en dan steek ik haar over op het zebrapad. Op zich zou ze dat zelf moeten kunnen, maar dat is daar een zodanig gewriemel van voetgangers, fietsers, auto’s en bussen, dat ik dat liever niet heb.

En dan komt ze met een grote glimlach bij mij zitten en bestelt een warme melk met honing. Véél honing, want die zit in zo’n “ketchupfles”, zoals ze het zelf noemt.

Dat zijn zo van die kleine gestolen momentjes tussen mijn dochter en mij, en ik geniet er volop van.

Koffie met de deftige dames

Altijd leuk als een vriendin komt koffieleuten!  Voor de lunch was het wat laat, maar koffie kan altijd natuurlijk. En dus viel Annick hier in de namiddag binnen voor een oergezellige babbel, terwijl er grote koppen koffie geconsumeerd werden. Ze had ook een allerschattigst cadeautje mee voor Merel, oorbelletjes!

Om half vijf had Merel blokfluitles, wat betekende dat we gewoon verschoven naar de Labath om daar koffie te drinken. Eerst waren we wel nog even gaan “shoppen”: ik wilde nog pepernoten met zo’n chocoladelaagje halen in de Hema, en Annick zei daar ook geen nee tegen.
En toen moesten we nog voorbij de Avalon passeren en hadden we allebei een keicoole magnetische broche mee, ideaal om een sjaal op zijn plaats te houden, bijvoorbeeld.

En ja, uiteraard was er toen nog koffie. En een warme melk met veel honing voor Merel.

Yup, het heeft zo wel wat, op stap met de meisjes. Moet ik vaker doen.