Stommiteiten…

Vanmorgen was het een pak relaxter: ik had zelf mijn wekker gezet, en iedereen was netjes op tijd wakker en op tijd klaar, no stress. Oef.

Toen ik terugkwam van de Blaarmeersen, was ik net op tijd om Chantal even mee te helpen en dan samen met haar koffie te drinken: een vast ritueel, als ik thuis ben. En wat vond ik op de keukentafel bij het opruimen? Juist, Kobes lunchpakket. Zucht. Ik dronk rustig koffie, verzamelde een hoop gerief voor Zomergem, en reed met Merel naar de Blaarmeersen, om een blijk Kobetje zijn boterhammen te brengen.

Merel en ik maakten een klein wandelingetje, en reden toen naar Zomergem om daar nog wat kleren van ons ma op te ruimen. Die doen dus echt een hele toer: ik sorteer en vouw op, en neem mee wat ik zelf wil. Maar ons ma was kleiner dan ik, en vooral slanker, en er zijn dus niet veel dingen die ik kan gebruiken. Ik laat de stapeltjes netjes op haar bed liggen, en dan kijkt Martine (zwaai, want ik weet dat ge dit ook leest), de kuisvrouw, ook alles eens na op bruikbare dingen. Dan neem ik het mee naar Wondelgem, waar mijn kuisvrouw, die wel dezelfde maten heeft als ons ma, ook nog een keertje kijkt of er dingen bij zitten die ze leuk vindt, en dan gaat alles naar de dekenij in Zomergem. Daar is een inzamelpunt voor kleren: zij delen uit aan mensen onder de armoedegrens, aan vluchtelingen, en eventueel aan missiewerk. In ieder geval wordt alles prima gebruikt. Ik ben er vandaag een hoop dozen gaan afzetten van hier bij mij thuis: oude Tshirts en broeken van Bart, dingen van mij die ik toch niet meer draag, oude dekbedovertrekken, kleuterboekentasjes, dat soort dingen, een halve koffer vol.

Enfin, het liep dus tegen kwart voor een toen we weer thuis waren, en wat zie ik op de keukentafel staan? Wolfs brooddoos, gene zever. Blijkbaar had hij die op het aanrecht gevonden, en Chantal had die dus in het zicht gezet. Alleen… tegen dat ik ooit aan de Blaarmeersen zou zijn met die doos, was het één uur, en tegen dan is hun middagpauze voorbij en beginnen ze weer te sporten. Hmpf. Niet dat Wolf honger had geleden hoor: hij had van overal wel een stuk boterham gekregen, en had uiteindelijk meer dan genoeg gegeten. Merel at met veel smaak Wolfs sandwichen op, en dat was dat.

Tegen half drie stonden we bij de dokter: de kattenbeet was intussen serieus pijn beginnen doen, stond gezwollen en voelde warm aan. Beginnende ontsteking dus, en navenante antibioticakuur en tetanosspuit. Joepie.

Nog een chance dat het vooral niet warm is en we er dus geen last van hebben. Zucht…

 

Rugbykamp en kattenbeet (maar niet gerelateerd)

De jongens hebben deze week de hele week rugbykamp, onafhankelijk van elkaar. Kobe kon naar een trainingskamp van de GRFC zelf, de club dus, met een schitterende Nieuw-Zeelandse trainer, gecombineerd met omnisport. Wolf gaat op hetzelfde moment naar een rugby-omnisportkamp van de Stad Gent uit. Hij kon niet meer deelnemen aan dat van de GRFC omdat hij daar net te oud voor is, maar geen nood dus. Ik heb vanmorgen de rugbytrainer van het kamp gezien, en da’s een ex-speler van ons die nu in Antwerpen woont en daar ook speelt. Toevallig zitten ook Ralph en Rhune, twee vrienden van de jongens, op datzelfde kamp. Ik heb dus een auto vol naar de Blaarmeersen gebracht deze morgen, terwijl Merel rustig tv keek thuis. Enfin, rustig… Zij wel, wij iets minder: Wolf had zijn wekker gezet om kwart over zeven maar was daar rats doorheen geslapen. Juist ja. Merel maakte me wakker om vijf over acht, en we moesten zeker om half negen in de auto zitten. Er is hier dus gecrosst, gelopen en gevlogen. Bart had gezegd dat hij wel sandwichen ging halen, en was dat ook vergeten. Wolf heeft hem gebeld terwijl ik in de douche stond, en hij is nog speciaal teruggekomen van ’t werk om broodjes te brengen. Enfin, we waren zo nog vreselijk nipt op tijd, oef.

Ik ben benieuwd voor de rest van de week, eigenlijk: ze geven voortdurend boven de 30°, en als je dan de hele dag moet sporten in openlucht, ja santé.

Maar bon, ik had intussen hier het rijk alleen, heel erg rustig, want Merel speelt doorgaans op haar eentje boven. Tot ik plots een onaards gemiauw/gegrol hoorde buiten, en toch even ging kijken. Ik zag Gandalf midden op ’t straat op een twintigtal centimeter van een andere kant staan grollen, klaar om aan te vallen. Hmm. Ik vond dat niet zo’n goed idee, en liep ernaartoe, in het gedacht dat de katten dan wel zouden weglopen. Niet dus, ze negeerden me compleet. En toen had ik zelf een niet zo goed idee, namelijk om Gandalf met mijn voet weg te duwen. Duidelijk vond mijn dominante ex-kater dat ik me niet te moeien had, en prompt viel hij mij aan, waarbij hij zich vastklauwde rond mijn been en zo hard beet als hij kon door mijn jeansbroek. Euh… Ik schudde hem met enige moeite los, en liep naar binnen, waarna ik de schade opmat. En jawel vier diepe sporen van zijn hoektanden, daartussen een stevige bloeduitstorting en achteraan de krabben van zijn klauwen.

Ik waste alles voorzichtig uit, en hoopte dat het bloeden snel ging stoppen, maar het ene gaatje is wel vier uur blijven bloeden, met doorweekte lakkertjes tot gevolg. Ik ga zien wat het tegen morgen geeft, en desnoods naar de dokter gaan. Vandaag nog even afwachten.

Intussen ging ik even langs school langs, wat uitliep tot meer dan twee uur, en Merel was de liefheid zelve: braaf, rustig, aan het lezen, zonder een woord te zeggen of te klagen. Toen we na school langs de Aldi gingen voor boodschappen, kreeg ze dan ook een pluchen lammetje van me, en was ze helemaal door het dolle heen.

Fien (de mama van Ralph en Rhune) is dan de jongens gaan ophalen, en ik vond dat nog wel zo gemakkelijk. En verder? Heb ik vandaag eigenlijk vooral nog gelezen. Heerlijk, zo vakantie.