Haar

Ik had deze middag een kappersafspraak want mijn haar was veel te lang aan het worden naar mijn goesting en viel aan geen kanten meer. Toen Merel dat hoorde, keek ze zeer beteuterd: ze wou ook dringend naar de kapper! Maar als ze me dat niet zegt, kan ik dat niet weten natuurlijk.

Soit, ik belde naar Songül en Merel mocht meekomen, maar ze kon niks beloven want eigenlijk had ze mij er al min of meer tussen genomen. Merel dolgelukkig, en tegen twee uur stonden we samen met de fiets bij de kapper. Mijn haar werd onder handen genomen en was zoals het moest.

En dan mocht Merel alsnog in de stoel: haar haar was weer prachtig lang aan het worden, maar ze wilde het af naar een eindje onder haar schouders: ze vindt dat mooier en ik vind het zo jammer, maar zij is baas over haar eigen haar.

Ze liep in elk geval te stralen, en dat is uiteindelijk wat telt voor mij. Ik zal wel in stilte een traantje laten over die lange blonde lokken.

Vinderhoutse caches en vondsten

Vandaag ben ik met ons pa, zoals de vorige keer, naar Vinderhoute getrokken: we moesten de rest van het rondje “Ontdek Vinderhoute” nog doen én een ijsje gaan eten in dat tuincafé ’t Wegeltje.

Het had nochtans niet veel gescholen of ik had ons pa met zijn klikken en zijn klakken thuis afgegooid: we zaten al in de auto toen ik plots merkte dat ik vergeten was zijn haar bij te werken. Martine, zijn kuisvrouw, is nen crème van een mens, maar een kapper is ze niet… Hij had nochtans bij haar aangedrongen, enkele weken geleden, om zijn haar te doen, maar zijn nek was niet uitgeschoren, zijn bakkebaarden waren scheef en er stonden hier en daar gewoon nog plukken terwijl hij voor de rest bijna kaal was. Volgende week is er het communiefeest van Marie-Julie en ik wilde dat hij proper was. Ik had hem gesommeerd om naar de kapper bij hem om de hoek te gaan, maar dat wilde hij niet, want ‘hij kende die mensen niet’. Nooit geweten dat mijn pa schuchter was, maar bon.

Ik zag het niet zitten om nog terug naar huis te rijden om het te doen en zei dat hij toch maar naar die kapper ging moeten. Waarop hij een pruillip trok en zei: “Gij gaat dus mijn haar niet doen? Ik vind dat erg…” Ik keek eventjes ongelovig opzij, waarop hij herhaalde: “Ik vind dat erg…” En toen ben ik gigantisch uit mijn krammen geschoten. Ik ben echt beginnen roepen tegen hem, dat hij niet beschaamd was, alsof ik nooit iets deed voor hem, alsof hij niet elke godse zondag bij ons mag komen eten en nog eten mee krijgt, alsof ik niet vanalles regel voor hem en met hem naar alle mogelijke dokters en zo loop… Ik heb mijn remmen toegeslagen, mijn kar gekeerd en ben richting Zomergem beginnen rijden, vastbesloten om hem zonder meer bij hem thuis af te gooien. Maar toen had ik een nog beter idee: het was zondagnamiddag, maar de lokale Turkse kapper, Classmen, is open. Normaal gezien is het na afspraak, maar soms kan ne mens geluk hebben, zoals vandaag: de assistent was nog bezig, maar Ibrahim zelf had twintig minuten tijd voor zijn volgende afspraak. Ik ben daar binnen gestoomd, heb ons pa in die stoel geplonkt en heb Ibrahim wel vijf keer bedankt.

Twintig minuten later en  25 euro armer zag ons pa er weer bijzonder convenabel uit: netjes geknipt, nek uitgeschoren, oren en neus ontdaan van haar, wenkbrauwen kort gezet, soit, weer helemaal proper. En twintig minuten bleek ook voldoende te zijn om mijn woede te doen zakken, zodat we alsnog naar Vinderhoute  zijn gereden en een bijzonder aangename middag hadden. Ik heb er zowaar een pracht van een kasteeltje ontdekt dat ik helemaal niet kende, met blijkbaar de dikste eiken van België.

Eindigen deden we effectief in ’t Wegeltje, waarvan bovenstaande foto de naamgever is. We namen elk een stevige ijscrème, maar ons pa kon voor de foto precies niet lachen, ik weet niet goed waarom. De andere foto is nochtans genomen toen we allebei aan het schateren waren en hij een poging deed om zijn lach onder controle te houden.

We pikten nog een laatste cache op onder Bierstal brug en besloten dat het goed was. Yup, dit zijn van die aangename zondagen. Zonder de kappersperikelen dan…

Kapper

De rug is al genoeg gebeterd – lang leve de kine – dat ik vandaag voorzichtig met Merel naar de kapper kon gaan. Mijn haar moest dringend af, en ook Merels haar moest grondig worden bijgeknipt. Daarnaast kreeg ze ook opnieuw highlights (baléage) voor haar lentefeest.

Zelf had ik het mijne al opnieuw gekleurd, maar het was veels te lang geworden.

En toen was het dringend tijd om opnieuw te gaan platliggen. Maar ik ben wel blij dat het gelukt is en dat de rug toch zo ver nog wilde meewerken. Oef.

Vanitas vanitatum

Ik moest al eventjes naar de kapper, en ook Merels topjes moesten dringend bijgeknipt worden om het haar weer gezond te zetten.

Toen ik daarbij de suggestie maakte om mêches, ofte highlights, zoals het nu standaard genoemd wordt, in haar haar te steken, begon ze gewoon letterlijk op en neer te springen.

En dus zaten we deze namiddag bij de kapper en zat Merel te glunderen dat het niet meer mooi was. Of eigenlijk net wél mooi.

De kapper had het niet gebrusht omdat Merel sowieso had afgesproken met Lieze en Julie om te komen zwemmen en dat dan een beetje overbodig zou zijn.

Na een kwartier dook er plots nóg een vriendinnetje op: Kobe had aan Kaat gevraagd of ze ook niet kwam zwemmen. Ze hadden beiden blijkbaar geen zwaar examen, zodat dat zwemmen wel moest kunnen. Tsja…

Tegen ijsjes werd er ook geen bezwaar gemaakt.

En Merel viel tegen de avond gewoon uitgeput in de zetel. Hoe zou dat komen, denk ik?

Nog meer kappers

Ook al had ik niet echt last van een coronocoupe, de rest van de huisgenoten, goh, toch wel een beetje, zou je kunnen zeggen met enig gevoel van understatement.

Barts haar had ik tussendoor al zelf eens moeten doen met de tondeuze, maar toen de kappers weer open gingen, was hij bij de eersten om alsnog langs te gaan en zowel haar als baard eens grondig te laten verzorgen. Het was nodig.

Wolf had zijn haar tussendoor laten aanpakken door Arwen, met goed gevolg. Maar blijkbaar wou ze dat geen tweede keer – het had drie kwartier geduurd en ze was dood van de schrik iets verkeerds te doen – en dus liep hij met een nogal lang gordijn voor zijn ogen. Hij mocht gelukkig vandaag langsgaan, niet bij de Turkse kapper hier wat verderop – daar was hij echt niet gelukkig met de verkregen snit de vorige keer – maar bij de Keratos. Duurder, maar wel dik in orde.

Kobe was dinsdag al geweest, tot mijn grote vreugde. Die heeft heel veel, heel dik en blijkbaar ook heel snelgroeiend haar, waardoor hij langzamerhand op een kruising leek tussen Samson en zo’n Vileda dweilsysteem. Echt.

Hij kwam terug met een korter, fris kopje, wellicht effectief een halve kilo lichter, en hij zag er meteen ook een stuk ouder uit: niet meer het kleine jongetje, maar echt op weg naar een man. Hij is intussen even groot als Wolf en echt aan het veranderen. Hij is nog steeds aan het groeien, nog net niet zo groot als Wolf, maar hij zal hem wel voorbij steken. Alleen is hij nog vooral lange armen en benen, in de breedte is er nog werk aan.

Yup.

Mijn kinderen worden groot. Maar gelukkig wel met deftig haar, intussen.

Toch nog kapster

Het is niet alsof ik echt last had van een coronacoupe: mijn haar groeit zodanig traag dat dat allemaal nog bijzonder hard meeviel.
Toch was ik blij dat ik deze namiddag ook nog eens naar de kapper mocht: vooraan was het behoorlijk lang geworden en vooral als het waaide ging het alle kanten uit.
Songul heeft het meteen goed kort gezet, vooral achteraan, en het ziet er, goh, redelijk speciaal uit, maar wel leuk. Alleen ben ik compleet vergeten een foto te nemen :-p Het voelt in elk geval wel alsof er een halve kilo haar af is. Wat niet kan, overigens, want ik heb niet eens zo veel haar…

Ik ga het meteen dan ook maar kleuren maandagmorgen: vorige week, met mijn ‘langere’ haar zijn er al een aantal presentaties voor de OpenSchoolDag opgenomen, de rest is voor maandag en dinsdag, en dus moet het er meteen goed uitzien.

Voor en na, zeker?