Hubris

Ik ben het stilaan zat om hier opgesloten te zitten, en toen een vriendin voorstelde om samen te gaan lunchen, twijfelde ik. Was dat wel een goed idee? Ik had nog nooit langer dan een kwartier deftig gezeten, maar bon, in de auto was 35 minuten me ook gelukt… Allez hup, deftig aangekleed, wat schmink op mijn toot, en hier een paar straten verder naar de Koe-Vert, waar het altijd in orde is. We gingen niet voor de daglunch, maar bestelden allebei een Italiaanse croque, zijnde met Italiaanse ham, mozzarella en pesto. Drie grote mooi bruingebrande driehoeken verschenen met een slaatje op ons bord, en intussen zat ik te wiebelen en te schuifelen op mijn stoel. De vriendin merkte op dat ik niet op mijn gemak zat, en zo zou je het inderdaad kunnen noemen. Niet dat ik echt veel pijn heb, maar de druk is immens, en dus kan ik niet goed zitten.

Enfin, een klein uurtje en een bijzonder gezellige babbel later lag ik opnieuw in mijn zetel, happy te wezen.

Om vijf uur moest Wolf dan naar de kinesist, en Merel, die zich verveelde, wilde mee. En ik, met mijn stomme kop, besloot dan maar om niet bij de kinesist te blijven, maar met Merel naar de Zeeman te rijden omdat haar kattendiadeem gebroken was. Helaas, ze hadden die niet meer binnen. We namen dan maar een rode mee, en nog wat sneakersokken voor Wolf, en waren net op tijd om Wolf weer op te pikken en naar huis te rijden.

Concreet betekende dat wel dat ik eigenlijk anderhalf uur ofwel had neergezeten, ofwel had rondgelopen, en dat was een beetje te veel van het goede.

Overmoedig dus: ’s avonds deed de rug gemeen pijn. Het is niet dat ik nog bang ben dat het er weer acuut zal inschieten momenteel, het is gewoon dat ik misselijk word na een tijdje door de voortdurende druk op mijn rug en heupen.

Liggen dus, en braaf zijn.

Blah.

Soit, als iemand aan een Zeeman passeert en voor 99 cent van die zwarte kattenoortjes op diadeem wil meebrengen: graag. Merel zal blij zijn.