Omen VIII

Jawel, opnieuw larptijd, en dan nog wel Omen, mijn grote favoriet!

“Lukt dat wel met die rug?” hoor ik u denken.

Awel… Ik heb twee weken geleden Haven al voorbij moeten laten gaan, maar dat kon ook niet anders: er zijn intussen twee recuperatieweken voorbij, én ik was er een speler, full fighter. Onmogelijk, dus.

In deze live werd ik door spelleiding gecast als mijn politieke rol die ik al één volledig weekend, en twee avonden heb gespeeld, en die ik doodgraag speel. Ik wist dus op voorhand dat ik regelmatig kon gaan liggen, dat mijn aanwezigheid niet de hele tijd was vereist, en dat ik niet hoefde te vechten. Voeg daar dan nog bij dat het voor een keer niet in het verre Limburg was, maar wel in Zedelgem bij Brugge, op een 40 minuten rijden, en ja, ik zag het dus zitten.

Gisterenavond kon ik door een speltechnische reden – ik kon een stuk fysiek niet mee doen, en bleef dan maar in spelkot – het grootste deel van de avond niet mee maken, en mijn rug deed het eigenlijk prima. Er waren ook goeie bedden, en mijn gezelschap had ongelofelijk goed voor me gezorgd. Merci, vriendjes!

En vandaag? We sliepen tot negen uur, ontbeten, en ik ging vanalles onderzoeken, praten met een hoop mensen (en lang nog niet voldoende mensen), allianties smeden, af en toe even liggen als een dikke kat in een hoop bont in het spelkot, en ik deed zowaar een lange vergadering mee. Rond twee uur lag ik in mijn bed, met een rug die het allemaal uitgehouden had, tot mijn zeer grote verbazing.
Ja, ik heb geen afstanden afgelegd, ben op geplaveide stukken gebleven (en heb dus een hoop actie en lol gemist in het bos en bij de tentenkampen) en heb massa’s dingen gemist, daar ben ik zeker van, maar ik had beloofd me koest te houden, en ik ben zelf ook veel te bang om te hervallen.

Ik had in het begin zelfs geen zwaard aan, maar toen zelfs spelleiding opmerkte dat ik er zo ‘naakt’ uitzag zonder zwaard, ben ik er toch maar eentje gaan halen. Ik heb het niet gebruikt, maar het voelde wel goed aan.

Maar vooral: het heeft me immens deugd gedaan om nog eens buiten te komen en weer eens iets te doen. Eindelijk.